Op dinsdagmiddag 10 december vond de 97ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal jong leiderschap. Gelukkig stromen er veel jongeren in bij de overheid. Daarmee bereikt veel nieuwe energie en andere kennis onze publieke organisaties. De vraag is echter of die energie en kennis volledig worden benut en of die de overheid helpen om te vernieuwen. Van jongeren wordt vaak vernieuwing en een ‘frisse blik’ verwacht, maar de denk- en werkwijze van deze enthousiaste, jonge generatie lijkt niet te passen bij de huidige cultuur en structuur van overheidsorganisaties. Jongeren willen graag meer vooruitkijken en anticiperen op wat te verwachten vraagstukken zijn, terwijl vaak juist de crisissituatie van de dag de toekomst bepaalt. Het effect is ook merkbaar in de samenleving die bij ingrijpend overheidsingrijpen steeds vaker de bres op gaat om hun ongenoegen te uiten.
De centrale vraag in dit Reuring!Café is of jongeren meer ruimte moeten krijgen of dat zij juist zelf meer ruimte moeten nemen om de overheid meer ‘de overheid van de toekomst’ te laten zijn.
Zoeken naar het nieuwe normaal
Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Henny de Jong, jonge beleidsmedewerker bij het ministerie van IenW. Al aan de start van het debat gaf De Jong aan dat zij het binnen haar ministerie zo graag anders zou willen doen. Ze verwees daarbij naar het Klimaatakkoord: “We hebben dat akkoord nu geschreven, maar ik merk dat de idealen heel erg vanuit het ‘nu’ geformuleerd zijn. Voor de energietransitie is een nieuw soort samenwerking nodig, met andere partijen, in andere verhoudingen. We moeten zoeken naar ‘het nieuwe normaal’.” Frequin stelde daarop de vraag waarom zij niet als eerste die stap zet: “Moet je niet gewoon die ruimte pakken?” De Jong gaf in antwoord hierop aan dat zij het gevoel heeft dat dat niet mag. “De cultuur en structuur van de overheid remt mij daarin af.”, zo stelde ze.
De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek sprak hij eerst met Brandon Pouw, beleidsmedewerker Bestuurlijke Zaken & Democratie bij de provincie Zuid-Holland en Jonge Ambtenaar van het Jaar 2019. Pouw gaf aan het bijzonder te vinden om een jaar lang als Jonge Ambtenaar van het Jaar door het leven te gaan: “Je wordt ineens overal uitgenodigd en mensen denken dat je overal verstand van hebt als het op jongeren aankomt. Pouw stelde zelf niet zo te ervaren wat De Jong in haar introductie poneerde. Wel wilde hij graag het gesprek aangaan over waar het gevoel van drempels vandaan komt.
De overheid als tanker, niet als roeiboot.
Frequin stelde de bankgasten aan de start van het debat de vraag of zij zich in het verhaal van De Jong herkennen: “Of is er meer ruimte dan we denken?” Marie Louise Borsje, organisatieadviseur bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, gaf daarop aan gemengde gevoelens te hebben: “Ik denk dat de overheid wel degelijk de ruimte biedt om te vernieuwen en om niet via de gebaande paden te lopen. Een tijd geleden probeerden wij binnen mijn ministerie een veranderde werkwijze in te voeren. Dat lukte destijds niet. De overheid was er nog niet klaar voor. Na zeven jaar is het nu echter toch gelukt. De overheid is geen roeiboot. Meer een tanker die langzaam in beweging komt, maar wel krachtig is zodra hij eenmaal in beweging is.” Nissrin Dkhissi, adviseur Kennismanagement en innovatiecoach bij het Ministerie van Defensie en finalist verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020, ging daarop in: “Zeven jaar? Ik heb andere ambities! Ik verlies motivatie als iets zeven jaar niet lukt.” “Maar als je tegen een muur oploopt, moet je toch op zoek naar een deur?”, vroeg Frequin daarop aan Dkhissi. “Zeker, maar vaak krijg ik dan de reactie dat het nou eenmaal zo werkt binnen de overheid en dat ik me bij die muur moet neerleggen.”
Maurits Hoenders, mede-initiatiefnemer en trainer bij De Vuurmakers, gaf aan altijd aan zijn cursisten te adviseren om ambtenaren te vinden die weten hoe de hazen lopen: “Verbindt oudere met jongere medewerkers, zodat kennis over hoe je iets snel voor elkaar krijgt van generatie op generatie overgaat. Dat helpt om bevlogenheid vast te houden en door te gaan met vernieuwen.” Wel is daarvoor een veilig klimaat binnen de organisatie nodig, merkte Dkhissi op: “Mensen moeten zich welkom voelen om te zeggen dat ze ergens niets van begrijpen.” Pouw stelde daarop dat een bestuurder zo’n klimaat moet creëren: “Zorg dat mensen met je in gesprek kunnen gaan.” Werk aan de winkel dus!
Na een pauze was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.