Op 18 februari 2025 vond de 125e editie van het Reuring!Café plaats, in samenwerking met het Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties (BZK). Het thema was “Ons Koninkrijk is zo veel groter dan Nederland”. Het debat werd geleid door Mark Frequin en muzikaal ondersteund door de Wizards of Az. Centraal stonden vragen als: Hoe versterken we het Koninkrijk? Zijn de eilanden gelijkwaardige samenwerkingspartners? Begrijpen Nederland en de eilanden elkaars uitdagingen?
Op deze pagina kunt u de samenvatting lezen en de livestream terug kijken.
Roald Lapperre, Directeur-generaal Koninkrijksrelaties bij BZK, trad op als host. De eerste bankgast was Ernst Hirsch Ballin. Hij is voormalig minister van Justitie en hoogleraar aan de Universiteit Tilburg. Glenn Thodé nam plaats als tweede bankgast. Hij is assistent-professor aan de Universiteit Groningen, en voormalig gezaghebber van Bonaire. De derde spreker, Francio Guadeloupe, is bijzonder hoogleraar publieke antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Tot slot sloot Monique Commelin aan bij het debat. Zij is Directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Hervormingen en bestuurlijke samenwerking
Ernst Hirsch Ballin reflecteerde op de hervorming van 2010, waarbij de Nederlandse Antillen werden ontmanteld en geherstructureerd. Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden gemeenten van Nederland, terwijl Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk werden. Hij stelde dat deze niet leidde tot de beoogde integratie van de BES-eilanden, maar eerder de kloof tussen Nederland en de eilanden vergroot heeft. Hij bekritiseerde de “naar binnen gekeerde politiek” van Nederland, die samenwerking belemmert en pleitte voor een breder perspectief en meer betrokkenheid bij de eilanden.
Sociaal-economische ongelijkheid en rechtssysteem
Glenn Thodé wees op de grote sociaal-economische verschillen tussen Nederland en de BES-eilanden.Verder voelen de eilanden zich volgens hem vaak buitengesloten van de bestuurlijke en juridische processen in Nederland.
Politieke samenwerking en wederzijds begrip
De discussie ging ook over de samenwerking tussen Nederland en de eilanden. Monique Commelin onderstreepte het belang van open dialoog en transparantie. Roald Lapperre benadrukte dat samenwerking niet alleen een kwestie is van politieke wil, maar ook van wederzijds vertrouwen en begrip. Vanwege sociaal-economische ongelijkheid, beperkte politieke invloed en juridische verschillen tussen Nederland en de eilanden werd de vraag gesteld of er in de praktijk echt sprake is van gelijkwaardigheid binnen het Koninkrijk.. Sprekers zagen deze factoren als belemmeringen voor echte gelijkwaardigheid en pleiten voor meer samenwerking en herziening van de rechtspositie.
Juridische positie van de eilanden binnen de EU
Ernst Hirsch Ballin besprak de juridische status van de BES-eilanden, die buiten de EU vallen. Dit leidt tot afwijkende wetgeving en beperkte toegang tot Europese middelen. Hij pleitte voor een herziening van de juridische positie van de eilanden om hen gelijke kansen te bieden binnen zowel Europees als nationaal recht.
Onderwijs, cultuur en kennisdeling
Glenn Thodé benadrukte het belang van onderwijs en cultuur. Hij merkte op dat kinderen op de BES-eilanden veel leren over Nederland, terwijl dit andersom nauwelijks het geval is. Hij pleitte voor meer aandacht voor de gezamenlijke geschiedenis binnen het onderwijs. Kennisdeling werd door Glenn gezien als essentieel voor duurzame samenwerking en probleemoplossing.
Oproep tot actie
Roald Lapperre sloot de avond af met de oproep om de discussie om te zetten in concrete acties. Hij benadrukte dat het Koninkrijk alleen sterker wordt als alle betrokken partijen elkaar serieus nemen en samenwerken aan duurzame oplossingen.
Het debat maakte duidelijk dat er verbeteringen nodig zijn in de samenwerking tussen Nederland en de BES-eilanden. Er werd gepleit voor een gelijkwaardige benadering, herziening van de rechtspositie, vermindering van sociaal-economische ongelijkheid en meer open communicatie. De “naar binnen gekeerde politiek” van Nederland werd als een belemmering gezien. De oproep was om verder te kijken dan interne Nederlandse kwesties en te focussen op gezamenlijke belangen binnen het Koninkrijk.






