Op 28 januari 2025 vond de 124ste editie van het Reuring!Café plaats, met als thema “Spanningen in ambtelijke loyaliteiten”. Dit Reuring!Café werd georganiseerd in samenwerking met het programma Grenzeloos Samenwerken/Ambtelijk Vakmanschap. Mark Frequin trad, zoals gebruikelijk, op als debatleider, en de avond werd muzikaal ondersteund door huisband Wizards of AZ. We hadden deze editie maar liefst vijf bankgasten.

Op deze pagina kunt u de samenvatting lezen.

In deze editie stond het versterken van ambtelijk vakmanschap centraal. Eline Veen, projectmanager van Grenzeloos Samenwerken/Ambtelijk Vakmanschap, opende de avond. Zij ging in op de spanningen rondom loyaliteit en stelde vragen als: “Wat betekent loyaliteit eigenlijk? En aan wie zijn we loyaal?” Volgens Eline blijkt uit de gesprekken die ze voert dat mensen vaak aannemen dat ze dezelfde definitie van loyaliteit hanteren, terwijl dat in werkelijkheid niet altijd het geval is.

De eerste gast van de avond was Hans Vijlbrief, lid van de Tweede Kamer voor D66 en voormalig staatssecretaris bij het ministerie van Financiën. Hans vertelde dat hij als ambtenaar zelf nooit expliciet had nagedacht over aan wie hij loyaal was. Toch merkte hij in 2002, tijdens het kabinet met de LPF, voor het eerst een conflict in loyaliteit. Tegenwoordig vindt Hans het politieke klimaat uitdagender dan ooit. 

Volgens Loes Mulder, secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is ambitie essentieel om als ambtenaar te werken aan maatschappelijke vraagstukken. Ze koos er bewust voor om ambtenaar te worden en niet de politiek in te gaan, juist omdat ze graag kabinet-overstijgend wil bijdragen aan oplossingen. 

De derde gast was Erik-Jan van Dorp, assistent-professor aan de Universiteit Utrecht. Hij benadrukte de spanningen waarmee ambtenaren vandaag te maken hebben. “De politiek vraagt veel van ambtenaren, en de samenleving lijkt steeds minder vergevingsgezind.” Volgens Erik-Jan worden ambtenaren soms ongewild de politiek ingetrokken, terwijl velen juist bewust voor een niet-politieke rol hebben gekozen.

Cas van der Horst, lid van het dagelijks bestuur van de Groepsondernemingsraad Rijk (GOR Rijk) en werkzaam bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, sprak over de druk op ambtelijk vakmanschap. “Onze samenleving wordt transparanter. Tegelijkertijd is er minder vrijheid om je mening te uiten.” Volgens Cas moeten ambtenaren zich aanpassen aan deze veranderingen om effectief te blijven functioneren.

De laatste gast van de avond was Eva Heijblom, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ze benadrukte het belang van weerbaarheid en veiligheid in het ambtenaarschap.

Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon de debatleider Mark Frequin het gesprek.

Hans Vijlbrief, die tot 2018 als ambtenaar werkzaam was, opende het debat. Hij gaf aan dat hij in die periode al een verandering waarnam in het ambtelijk vakmanschap, namelijk een politisering. Deze ontwikkeling is sindsdien alleen maar intensiever geworden.

Hans benadrukte dat de taken die tegenwoordig van directeur-generaals worden gevraagd, bijna onmogelijk zijn. Zij moeten niet alleen grote organisaties managen, maar ook als persoonlijke adviseurs fungeren voor bewindspersonen. Bovendien is het tegenwoordig onvermijdelijk dat ambtenaren in de politieke dynamiek worden meegezogen.

Dit sluit aan bij de bevindingen uit het proefschrift van Erik-Jan. Hij beschrijft dat het werken op een departement in Den Haag, zeker in een leidinggevende rol met direct contact met bewindspersonen, ambtenaren al snel in de politieke sfeer trekt. “Je merkt op allerlei manieren dat de chemie binnen het kabinet anders is”, vertelde Erik-Jan. “Nieuwe bewindspersonen, protesten en spanningen rondom loyaliteit zorgen ervoor dat de rol van DG’s zich vaak tussen politiek en maatschappelijke protesten bevindt.”

Loes gaf aan dat de situatie per ministerie verschilt. Sommige bewindspersonen begrijpen goed dat ambtenaren niet alleen organisaties moeten leiden, maar ook met bredere maatschappelijke vraagstukken bezig zijn, en zij geven hier dan ruimte voor. “Als bestuursraad heb je de plicht om hier vanaf het begin op in te zetten,” zei Loes. “Soms lukt dat niet, maar als het wel lukt, kan de intensiteit van het werk worden verlicht. Die intensiteit hoeft niet altijd politiek van aard te zijn; het gaat vaak ook over praktische uitdagingen zoals de uitvoering van beleid, achterstallig stelselonderhoud en maatschappelijke dynamieken. Wanneer bewindspersonen meer ruimte geven aan de ambtelijke top, ligt de verantwoordelijkheid bij ons om de verbinding met de maatschappij te waarborgen en vast te houden.

Loes benadrukte dat de verbinding tussen beleid en samenleving in haar opvatting centraal moet staan. Volgens haar is het een essentieel onderdeel van het goed ondersteunen van de politiek. “Bewindspersonen zijn doorgaans niet erg geholpen als zij op een handige manier overal doorheen komen,” zei ze. “Wat op korte termijn politiek handig lijkt, kan op de lange termijn maatschappelijk schadelijk zijn.” 

Eva benadrukte dat de nieuwe ambtelijke eed nodig was omdat in het tijdperk van ‘nieuw publiek management’ de focus te veel lag op efficiëntie en resultaten, en te weinig op het dienen van de samenleving. “Daarom is het belangrijk om expliciet te maken dat ambtenaren werken voor het algemeen belang,” benadrukte Eva.

Ook GOR Rijk heeft te maken met politiek-ambtelijke verhoudingen. Cas zei dat mensen uiteenlopende opvattingen over wat het maatschappelijk belang hebben en dat het lastig is om te bepalen wat het algemeen belang is, want die keuze ligt uiteindelijk bij de Tweede Kamer.

Na de pauze, met muziek van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek.

Een van de aanwezigen vroeg de bankgasten naar persoonlijke dilemma’s in hun loopbaan en de keuzes die zij in dergelijke situaties hebben gemaakt. Hans deelde zijn ervaring als staatssecretaris, waar hij een balans moest vinden tussen het zetten van druk op uitvoeringsorganisaties en het maken van realistische beloftes.

Eva gaf aan dat dilemma’s inherent zijn aan de rol van een topambtenaar, vooral wanneer het gaat om het afwegen van tegenspraak en het balanceren tussen politieke en maatschappelijke belangen. Ze benadrukte dat deze dilemma’s vaak niet zwart-wit zijn en dat het belangrijk is om consistent te blijven.

Een vraag uit het publiek betrof inclusiviteit binnen de ambtenarij. Een aanwezige vroeg hoe ambtenaren onpartijdigheid kunnen waarborgen wanneer zij zelf geconfronteerd worden met vragen of twijfels over hun loyaliteit vanwege hun achtergrond of identiteit. Loes reageerde hierop door het belang van een inclusieve werkcultuur te benadrukken, waarin iedereen vrij is om zichzelf te zijn en zijn, haar of diens professionele rol onbelemmerd kan uitoefenen. Ze onderstreepte dat onpartijdigheid niet door anderen bepaald mag worden, maar door de integriteit waarmee een ambtenaar zijn werk uitvoert.

Cas van der Horst reflecteerde op de rol van internationale ervaringen bij het versterken van ambtelijk vakmanschap. Hij deelde hoe hij, tijdens een diplomatieke missie, een balans moest vinden tussen het stevig aankaarten van mensenrechtenschendingen en het behouden van een constructieve dialoog.

Afsluiting

Cas benadrukte het belang van sociale veiligheid, diversiteit en inclusie binnen de ambtenarij. “Doe het niet alleen, maar laat het ook zien” stelde hij, waarmee hij opriep tot zichtbaar en actief handelen op deze thema’s.

Als ambtenaar kun je altijd zeggen: ‘Dit doe ik gewoon niet” voegde Hans toe. Hij verwees naar de tijd van de LPF, waarin populisme nog in de beginfase zat en het daardoor eenvoudiger was om je uit te spreken. Tegenwoordig, met de huidige politieke en maatschappelijke dynamiek, is het veel moeilijker om grenzen te trekken en deze vast te houden.

Erik-Jan riep op tot collectieve steun en solidariteit. “Bij spanningen in loyaliteit: wees niet bang en sta er niet alleen voor” pleitte hij, waarmee hij het belang benadrukte van samenwerking en het delen van verantwoordelijkheid binnen organisaties.

Loes sloot aan met het belang van persoonlijke reflectie. Ze moedigde ambtenaren aan om regelmatig terug te kijken naar hun eigen motivatie.

Eva benadrukte dat we in een democratie en rechtsstaat leven, waarin de grondrechten stevig verankerd zijn. Ze moedigde aan om samen te werken, ondanks de uitdagingen.