De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) organiseerde op 12 oktober 2021 een hybride Reuring!Café over burgerschap en klimaatbeleid, in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.
Doe nou gewoon mee: het klimaat, de overheid en de Nederlandse burger.
Het einde van de coronacrisis is in zicht. Dat lijkt mogelijkheid te geven om adem te halen. De crisis lijkt voorbij. Of toch niet? Wat doen we met de klimaatcrisis? Hoe gaan wij als land straks naar een CO2-neutraal land? Deze kwestie raakt veel mensen, en er moeten ingrijpende besluiten genomen worden. Wat doe je met het gasnet? Hoe krijg je iedereen in de juiste stand? Wie is aan zet? Wie wordt uiteindelijk benadeeld, en wie geholpen? En wat vinden we daarvan?
Hoe kan je überhaupt deze keuzes maken in een onzekere tijd? Hoe zorg je ervoor dat je langetermijnbeleid maakt waarin burger en overheid elkaar vinden? Dit vergt een gesprek over burgerschap, en de rechten en plichten die daarmee gemoeid zijn. Momenteel is het betrekken van burgers een groot probleem bij de klimaatpolitiek. Onder de panelleden werden parallellen getrokken met de Coronacrisis. Kijk naar polarisatie, ga het gesprek aan met sceptici, en probeer iedereen actief te betrekken. Geef burgers niet alleen de mogelijkheid om deel te nemen, maar zorg ervoor dat ze ook daadwerkelijk deelnemen. In dat geval kan je hete hangijzers juist aanpakken, zoals het energieaanbod, de doelstellingen tot 2050, en de verantwoordelijkheden tussen burger en overheid.
Tijdens het gesprek kwam duidelijk naar voren dat klimaatbeleid weliswaar een oplosbare crisis vormt, maar wel enorm moeilijk is. Er is haast geboden, en er is geen tijd te verliezen. Maar: je hebt juist tijd nodig om mensen mee te krijgen en succesvol beleid uit te stippelen. Hierbij kan je als overheid niet alleen maar kaders plaatsen en zenden, maar moet je ook de ambities, ideeën en praktijk van de regio’s en lokale initiatieven ruimte geven. Daarbij mag de overheid ook best zelf eens meedoen met de burger, en haar rol als een collectieve aanbieder op het gebied van de klimaattransitie aanpakken. En: hoe zorg je ervoor dat niet alleen de twee tegenpolen daarbij betrokken zijn, maar ook het midden en stille meerderheid? Waar kan je als overheid verleiden, en waar moet je straffen? Moet je als overheid proactiever of responsiever te werk gaan met klimaatinitatieven? Stuur je aan, of speel je in op?
Want: hoe ga je om met de kosten, en bij wie komen deze terecht? Waar zorg je ervoor dat de gemeenschap samen een antwoord kan vinden op de kwestie? Er werd geconstateerd dat burgers via bestaande kanalen te weinig meegenomen worden in de besluitvorming, en hopen dat de conclusies van de Commissie Brenninkmeijer betreffende de doe-democratie en burgerfora een stap in de goede richting zijn. Het idee van een ‘preferendum’, waar een burgerforum de antwoorden eerst bepaalt, en deze daarna voorlegt aan de bevolking, gaf veel reuring. Deze optie geeft helderheid over wat er op tafel staat, waarover overlegd wordt, wat de kaders zijn. Hierdoor kom je tot een breder gedragen besluit.
Echter: levert dit niet alleen maar meer eindeloos gepraat op? Loop je niet het risico dat mensen vroeger zeggen dat de discussie niet meer voor hen is, en eruit stappen? Hoe zorg je ervoor dat burgers uit alle groepen betrokken worden, en dat ook blijven? Hoe spreek je ontmoedigde burgers aan, die wel horen dat ze van het gas af moeten, en persoonlijke keuzes moeten maken, terwijl zij dit onvoldoende zien gebeuren bij grootverbruikers? Die burgers willen helderheid, en willen weten waar zij, maar ook anderen, aan toe zijn.
Na een afrondende discussie bleek toch dat het belangrijk is om de vraag centraal te stellen welke duurzame energiemix wij in 2050 willen hebben. Vanuit die vraag schep je duidelijkheid en stel je een kader. Deze kunnen verder bij regionale energiestrategieën en andere gesprekken gebruikt kunnen worden om niet alleen helderheid, maar ook de gemeenschappelijke onderlaag van het probleem, te benadrukken.
Zo kan je door naar elkaar luisteren, het besturen vanuit angst voorkomen. Niet ‘aardgasvrij’ en een onzekere toekomst, maar een energiemix die wij met elkaar gaan regelen. Dan zal het gesprek ook eerder gaan over wat wij kunnen doen aan de klimaatcrisis, dan over de onzekerheid die deze crisis schept. Hierbij hebben overheid, burger, en maatschappelijke organisaties de taak om de straat over te steken, en met elkaar te praten. Al met al voldoende reuring!
Na een initiële sparringsronde was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Zo werd er nog om een duidelijke praktische vervolgstap voor de huidige klimaatdiscussie gevraagd. Er werd stilgestaan hoe tot nu toe niet betrokken partijen toch bij het gesprek betrokken kan en moet krijgen. Tot slot werd gekeken naar hoe participatie een wederzijdse situatie is, waar de overheid actief achter participatie achteraan kan gaan. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.
Reuring!Café richt zich op het fysiek én virtueel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook tijdens deze editie onze debatleider. De hosts van deze editie van Reuring!Café waren Niels Achterberg, Coördinator klimaatakkoord en plv. hoofd Duurzame Mobiliteit bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en Charlotte Koot, Senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De bankgasten waren:
- Niels Kastelein, directeur Klimaat van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
- Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht
- Kristel Lammers, directeur Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën
- Thijs van Mierlo, directeur LSA bewoners