Op dinsdagmiddag 1 december vond de allereerste editie van Reuring!Online plaats in de Glazen Zaal in Den Haag en via het beeldbelprogramma Zoom. Thema was ditmaal de datagedreven bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Kijk de editie terug en lees het verslag hieronder!
Ontzettend veel gemeenten in ons land ervaren dagelijks de problemen van ondermijnende criminaliteit. Ondermijnende criminaliteit schaadt maatschappelijke structuren en het vertrouwen daarin. Het zijn bijvoorbeeld zaken als drugshandel, fraude en cybercrime. Ondermijnende criminaliteit is een gevaar voor burgers en bestrijding ervan staat daarom hoog op de agenda van onze gezagsdragers. In de bestrijding van ondermijning wordt steeds veelvuldiger gebruik gemaakt van dataverzameling en -analyse. Voor deze verzameling en analyse hebben de Rijksoverheid, gemeenten, het OM, de politie en partijen als het CBS het dashboard ‘Zicht op Ondermijning’ ontwikkeld. In dit dashboard worden generieke data gekoppeld aan typen criminaliteit, waardoor beter zicht ontstaat op de concrete ondermijningsproblematiek in specifieke buurten. Dat maakt sturen met oplossingen mogelijk en kan ondermijnende criminaliteit in de toekomst voorkomen. Het dashboard ‘Zicht op Ondermijning’ is slechts een voorbeeld van een bredere ontwikkeling in het openbaar bestuur: datagedreven werken. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid publiceerde in 2016 een rapport met daarin de oproep om meer ruimte te geven aan datagedreven werken. Waarom? Wat biedt deze ontwikkeling op het vlak van efficiëntie, effectiviteit en de bredere kwaliteit van overheidsoptreden? Welke lessen kunnen we trekken uit die domeinen waar het goed gaat? Wat leren we bijvoorbeeld van de ondermijningsaanpak? Wat zijn nog aandachtspunten? Deze en andere vragen stonden centraal in deze online editie van Reuring!Café!
Data leent zich uitstekend voor een preventieve aanpak
Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring-debat onze debatleider. Host was Toine Dam, landelijk projectleider van de City Deal ‘Zicht op Ondermijning’. De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. Ad van Breukelen, hoofd van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) in de regio Midden-Nederland, gaf in dit gesprek al aan dat data een grote rol kan spelen in het bestrijden van ondermijning, vooral met betrekking tot het hanteren van een meer preventieve aanpak bij die bestrijding. Data zorgt er in zo’n geval voor dat de politie niet alleen boeven vangt, maar ook voorkomt dat er boeven ontstaan. Toch, zo stelde Van Breukelen, mag datagedreven werken nooit een doel op zich worden.
Bij die uitspraak sloot Peter Noordanus, voorzitter van het Landelijk Strategisch Overleg Aanpak Ondermijning (LSOAO) en voormalig burgemeester van Tilburg, zich aan. Als er tientallen containers aankomen in Rotterdam en een aantal van die containers gecontroleerd moet worden, kan een algoritme helpen bij het selecteren van die groep containers. Je komt er zo achter welke je wel en welke je niet moet controleren. Dat biedt bijvoorbeeld uitkomst als de handhaving schaars is. Het controleren kost zo immers minder capaciteit. Toch is het verbinden van handelingsperspectief aan data belangrijk, aldus Noordanus.
Dam sloot zich bij die opmerking aan. Hij voegde daarnaast toe dat bulkdata kan bijdragen aan inzicht in hoe groot een probleem is. Gegevens helpen bij het maken van een inschatting van de omvang van een vraagstuk en bieden een weg naar een effectieve en efficiënte oplossing.
Transparantie en het ongemakkelijke gesprek
Op de vraag van Frequin hoe transparantie in datagebruik geborgd blijft, antwoordde Marieke Vermue, senior adviseur Data Science bij ICTU, dat vooraf overleggen daarbij een belangrijk aandachtspunt is. Iedereen moet helder hebben welke data wel en welke data niet gebruikt wordt en waarom. Zo houd je zicht op wat wel en wat niet in een algoritme belandt. Ruben Dood, directeur Dienstverlening en Informatieverstrekking bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), maakte daarop het onderscheid tussen microdata en meso- en macrodata. Meso- en macrodata lenen zich voor het ontdekken van patronen, terwijl microdata zich meer op dat niveau van handelingsperspectief bevindt. Dat laatste is heel nuttig, maar risicovol door de privacyvraagstukken die daarbij komen kijken. Dood stelde daarop dat hij vindt dat we vaker het ongemakkelijke gesprek moeten gaan voeren. Waar ligt volgens ons bijvoorbeeld de balans tussen criminaliteitsbestrijding en privacyborging?
Frequin sloot het debat af door aan de gasten te vragen wat ze altijd nog eens hadden willen zeggen en bedankte tot slot de kijkers thuis.