Op dinsdagavond 10 april vond de 84ste editie van Reuring!Café plaats. Thema was ditmaal het reizen met een beperking. Volwaardig mee kunnen draaien in de maatschappij, ondanks een lichamelijke of mentale beperking is een thema waar de overheid zich al jaren voor inzet. Ook vandaag de dag zijn er echter nog een hoop uitdagingen. Reizen in een rolstoel is nog altijd een uitdagende onderneming, vaak nog onmogelijk zonder hulp, en ook de toegankelijkheid van haltes en stations voor slechthorenden en slechtzienden kan vaak veel beter. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen eenvoudig op de plaats van bestemming kan komen, ondanks een eventuele beperking? Welke ondersteuning is er daarvoor nodig in het openbaar vervoer, in de aansluiting op andere vormen van vervoer en wat kan de overheid daar aan doen? Het zijn vragen die centraal stonden in deze editie van Reuring!Café.

Op de bank nam een panel met veel ervaringsdeskundigheid plaats. Het panel vertelde over de reiservaring met hun eigen beperking, over de ontwikkelingen in de wereld van het vervoer en er was veel interactie met de zaal.

Betrek de doelgroep!

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het Ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, functioneerde ook bij dit Reuring!Café als debatleider. Host was Erik Gerritsen, secretaris-generaal bij het Ministerie van VWS. Gerritsen sprak al voorafgaand aan de aanstaande discussie uit dat ´drempelvrij vervoer´ een enorme uitdaging is. Reden voor organisatie van dit Reuring!Café was dan ook om in kaart te brengen waar de uitdagingen liggen en om de samenwerking op te zoeken tussen de grote hoeveelheid van belanghebbenden.

Ook de bankgasten sloten zich aan bij de wens om meer de samenwerking aan te gaan en meer te spreken mét mensen met een beperking, in plaats van óver hen. Eva Westerhoff, die zelf een auditieve en visuele beperking heeft, stelde bijvoorbeeld dat de diversiteit in beleidsteams van de overheid momenteel veel te beperkt is: ¨Het beleid dat een overheid maakt is beleid dat een diverse doelgroep treft. Als we echter kijken naar de personen die het beleid maken, dan is de diversiteit in zo’n team van beleidsmakers zeer beperkt. Om inclusiviteit te bevorderen en verder te komen moet het samenstellen van een gemengd team bij de overheid gestimuleerd worden.¨. Roos Prommenschenckel, voorvechter voor toegankelijk vervoer, voegde daaraan toe dat ook het spreken met belangengroepen en het betrekken van doelgroepen bij besluitvorming veel bijdraagt aan de kwaliteit van het beleid.

Vergeet de fysieke ruimte niet!

Berry den Brinker, onderzoeker bij de Vrije Universiteit in Amsterdam, sprak voorafgaand aan het debat de wens uit om het samen niet alleen over het openbaar vervoer, maar ook over de fysieke ruimte te hebben. Hij stelde dat het de afgelopen jaren steeds moeilijker is geworden om je als slechtziende door de stad heen te bewegen: ¨Er is in grote steden alleen maar aandacht voor de fiets en de auto, niet meer voor de voetganger. Stoepen worden kleiner en zeker voor slechtzienden is dat gewoon gevaarlijk.¨. Den Brinker pleitte daarbij voor straten, waar de fietser op de rijbaan plaatsneemt en aan de voetganger meer ruimte geboden wordt. Auto´s mogen wat Den Brinker betreft alleen de straat in als zij in die straat op plaats van bestemming moeten zijn. Jasper Wagteveld, ervaringsdeskundige en ambassadeur op het gebied van autisme, concludeerde uit de opmerkingen van Den Brinker dat het vervoer in Nederland kennelijk helemaal niet zo inclusief is, terwijl dat wel altijd beweerd wordt. Wagteveld voegde daaraan toe dat bijvoorbeeld treinen, bussen en metro´s ontoegankelijk zijn en de wil ook niet lijkt te bestaan om hier aanpassingen in aan te brengen. Prommenschenckel bekritiseerde deze stelling door in te brengen dat materieel al bij aanschaf toegankelijk geproduceerd moet worden: ¨De treinen van de NS zijn al in 2006 besteld en kunnen nog mee tot 2040. We kunnen niet van de NS verlangen dat ze al die treinen uit de running halen en zomaar nieuwe treinen kopen..¨.

Tussenoplossing

Wagteveld en Westerhoff stelden verder dat informatievoorziening in zowel openbaar vervoer als doelgroepenvervoer veel beter kan. Mensen met een beperking hebben vaak de wens om zelf hun reis te kunnen plannen, maar sites als routeplanner bieden die mogelijkheid nog niet als je bijvoorbeeld in een rolstoel zit. Prommenschenckel opperde aansluitend aan deze opmerkingen het idee om een platform te creëren. Ze pleitte voor een soort 9292 voor mindervaliden: een systeem waarin trein, doelgroepenvervoer en andere vormen van OV zijn opgenomen, zodat iedereen in een rolstoel eenvoudig kan inzien hoe ze op de meest efficiënte manier naar plaats van bestemming kunnen komen. Ideaal zou het zijn als dit systeem breder getrokken wordt, er bijvoorbeeld ook kapotte liften in opgenomen worden en reizigers hun vervoerder na afloop een beoordeling kunnen geven. Het plan kon rekenen op instemming van zowel de zaal als de andere bankgasten.

Actie!

Het slotonderwerp van de avond ging vooral over het creëren van bewustwording en het veranderen van beleid. Erik Gerritsen, host tijdens de avond, stelde dat er een soort ´guerrillagroep´ nodig is die de overheid scherp houdt: ¨De overheid wil wel en neemt ook haar verantwoordelijkheid om goed beleid te maken, maar de afgelopen jaren hebben bewezen dat dit niet voldoende is.¨. Gerritsen riep de bankgasten op om vooral te blijven strijden. De oproep kon op kritiek rekenen van Westerhoff, die stelde dat juist het blijven opzoeken van mensen met een beperking een verantwoordelijkheid is van de overheid. Gerritsen beaamde dit, nuanceerde zijn uitspraak en stelde dat er binnen de overheid zeker meer ruimte moet zijn voor diversiteit bij het maken van beleid en dat de wil om iets te betekenen er al is, maar dat een strijd voor toegankelijk vervoer niet op moet houden bij ´slechts´ de overheid.

Mark Frequin sloot de avond af en concludeerde dat de discussie een typisch gevalletje ´we willen wel, maar weten niet hoe´ is. Hij sloot zich aan bij de oproep tot het vormen van een krachtige beweging. Een beweging die verandering teweeg brengt. Frequin bedankte alle bankgasten en de host en verwees iedereen om vooral te blijven eten. ´Praat gezellig na!´.