Als (oud-)student bestuurskunde kan je vele richtingen op. De publieke sector ligt het meeste voor de hand, maar de publieke sector is ontzettend breed: de overheid, de  semi-overheid en de niet-gouvernementele tak. Die je weer verder kunt onderverdelen in bijvoorbeeld het rijk, de provincies, gemeenten, waterschappen, ZBO’s, uitvoeringsorganisaties, onderwijs- en zorginstellingen, mensenrechtenorganisaties en ga zo maar door. Hierbij komt het probleem dat de overgrote groep bestuurskundestudenten, een breed scala aan interesses heeft en dus geen idee heeft waar hij of zij later terecht wilt komen. De meeste studenten komen per toeval een organisatie binnen, of blijven hangen na hun (afstudeer)stage. In september begin ik aan de master Publiek Management aan de Erasmus Universiteit. Het lijkt mij fijn dat voordat ik een keuze moet maken over waar ik later een ‘publiek manager’ ga worden, ik eens een dagje mee mag kijken bij deze verschillende organisaties en hun managers, zodat ik straks in ieder geval een weloverwogen keuze kan maken. Nu mocht het zo zijn, dat ik (per toeval) terecht gekomen ben bij de Vereniging voor OverheidsManagement en hierdoor makkelijk in contact kan komen met topmanagers binnen de overheid. Ik trok de stoute schoenen aan en heb een aantal van hen benaderd.

Mijn tweede meeloopdag was niet bepaald een thuiswedstrijd, maar de lange weg naar Boxtel gaf mij veel tijd om mij te verdiepen in de organisatie van Antje Dekker: Waterschap de Dommel. Antje is hier sinds 2016 werkzaam als secretaris-directeur. Waterschappen bleven tijdens mijn studie altijd zeer onderbelicht, dus ik ben vandaag extra benieuwd naar wat mij allemaal te wachten staat.

Op het treinstation van Boxtel kom ik Antje al tegen, samen fietsen we langs de Dommel naar het waterschap. Super tof, dat een manager van dit kaliber voor een duurzaam en simpel vervoermiddel als een fiets kiest! Het leuke is ook, dat zij zich totaal niet bewust was van dat ze hier een statement mee maakte toen Antje begon als secretaris-directeur bij het waterschap. Zo heeft ze het namelijk altijd al gedaan.

We kwamen aan bij de Dommel en plaatsten onze fietsen in de fietsenstalling. Antje vertelde mij dat ik mijn fiets niet op slot hoefde te zetten en direct werd ik overspoeld met het warme welkom-in-Brabant gevoel, dat ik de rest van de dag niet meer heb losgelaten. De mensen zijn hier zo open en hartelijk, van receptiemedewerker tot beleidsmedewerker en van secretaresse tot directeur. Hier zal bijna iedereen zich direct thuis voelen.

Onder het genot van een kopje thee liet Antje mij zien wat er vandaag voor ons op de agenda stond, daarnaast legde zij wat uit over het werk dat waterschappen doen en vertelde ze iets over de Dommel. Vervolgens was het tijd voor ons eerste overleg, met de watergraaf Peter Glas. Wederom een ontzettend hartelijke man, die na het formele overleg ook nog de tijd nam om mijn vragen te beantwoorden. Hij vertelde over het werk van een watergraaf en hoe dit in de afgelopen vijftien jaar (!) dat hij als watergraaf bij de Dommel werkzaam is veranderd is.

Na dit interessante gesprek moesten Antje en ik de auto in naar één van de mooiste plekken die het Brabantse landschap rijk is. Een prachtig kasteeltje in de bossen van Haaren. Hier hadden wij een overleg met een van de partners waarmee het waterschap samenwerkt in het zogeheten ‘natuur netwerk’. Omdat Peter als watergraaf hiervan voorzitter is, krijgt Antje als secretaris-directeur automatisch de rol als secretaris/penningmeester in haar schoot geworpen en in deze hoedanigheid zaten wij dan ook hier. Volledig afgeleid door de mooie omgeving, heb ik toch nog wat kunnen leren over de samenwerking die verschillende organisaties in Noord-Brabant met elkaar aan gaan om de natuur te kunnen behouden en beschermen.

Weer terug bij het waterschap was het tijd voor het tweewekelijkse overleg van het Dagelijks Bestuur, dat de ene week een officiële vergadering is en de andere week een B’uurtje (bijpraat-uurtje) met kroketten! Een aantal keer per jaar komt het zo uit dat er toch vergaderd moet worden tijdens het B’uurtje en dat was vandaag het geval. Ik vond het eigenlijk juist wel interessant om te zien hoe zo’n vergadering in elkaar zit. De bestuurders zijn eigenlijk allemaal vrij relaxt naar elkaar toe, maar staan wel voor hun standpunten als dit gevraagd wordt.

Na de vergadering hadden we even geen afspraken en dat was voor Antje een mooi moment om haar mail bij te werken. Ze legde mij precies uit hoe ze dit doet en waarom ze dit doet. Als manager moet je wel een goed systeem hebben voor je mails, anders is het simpelweg niet bij te houden wat er wanneer moet gebeuren. Na het bijwerken van de administratie stond er nog een kort persoonlijk overleg op het programma met een van de dagelijkse bestuurders, voordat we de dag afsloten met het ‘Crisis café’. Dit klinkt niet alleen heel erg leuk, dit was ook heel erg leuk. Iedere grote organisatie heeft een crisisteam die in het geval van nood klaar staan om in te springen, zo ook het waterschap. Momenteel zijn ze bij de Dommel bezig om dit crisisteam een nieuwe invulling te geven, qua mensen en qua rollen. De (gedeeltelijke) nieuwe groep kwam vanmiddag bijeen om elkaar te leren kennen. Antje gaf aan het einde van de middag nog een mooie toespraak over de crisissituaties die zij in haar eerdere rol als gemeentesecretaris meegemaakt heeft, wat zij hiervan geleerd heeft en hoe dit het waterschap zou kunnen helpen in hun aanpak van crisissituaties. Hierna was er nog even tijd om te praten met een aantal van Antje’s vele medewerkers over hun taak binnen het crisisteam en het werken bij de Dommel.

Vandaag heb ik een topmanager gezien die ondanks haar verschillende rollen en taken binnen de functie die zij bekleed, dicht bij zichzelf blijft en een heel prettig mens is om mee samen te werken én om een dagje bij mee te lopen. Antje, dankjewel voor dit unieke kijkje in jouw leven als secretaris-directeur van Waterschap de Dommel. Ik heb veel van jou en jouw collega’s mogen leren vandaag en onwijs genoten van alle Brabantse gezelligheid!