Op maandagavond 1 april 2019 vond de 91ste editie van Reuring!Café plaats. Wouter Welling, beleidsmedewerker Digitale Overheid bij het ministerie van BZK, sprak in een onderbreking van het debat een column uit. Lees de column hier terug!

“Rond de overheid als databedrijf heb ik, geholpen door een fantastisch team, een reis mogen maken in een zesdelige MOOC. Zes mini-documentaires over belangrijke onderwerpen binnen de digitalisering van de overheid.

Ik wist een paar jaar terug niet hoe mooi werk als ambtenaar kon zijn. Dat je dit soort dingen zou mogen maken om onderwerpen bespreekbaar te maken. Prachtig om te mogen doen en een voorbeeld voor iedereen die denkt dat je op ministeries alleen boekenkasten met stoffige rapporten vult.

Maar dan de inhoud. In de MOOCs komen belangrijke vragen naar boven als:

  • Wat kunnen we verwachten als burgers in een datagedreven samenleving op het gebied van digitale grondrechten? 
  • Wat betekent dat dataficering van de overheid voor de organisatie van de overheid?
  • Waarom besteden we niet evenveel middelen aan het voortstuwen van de data gedreven overheid als aan de risico’s die komen kijken bij een data-overheid?

Op fietse

Net zoals velen van jullie, fiets ik wel eens naar mijn werk met een positief gevoel over wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dat het de goede kant op gaat, dat we weten wat we aan het doen zijn en dat het mooi is dat ik daar een bijdrage aan mag leveren.

Ook fiets ik wel eens naar mijn werk met een sombere stemming. Dan denk je: waar doen we dit allemaal voor, wat is het toch een puinzooi en waar zijn de competente mensen gebleven?

Als ik somber ben:

  • dan denk ik aan een overheid die bij de grote uitvoeringsorganisaties data zo verknoopt heeft met applicaties en de frontend dat we de snelheid die de burger van ons vraagt echt niet meer kunnen bijbenen.
  • dan denk ik aan dat een groot gedeelte van onze publieke ruimte kwijt zijn aan bedrijven die vooral onze data willen en we daar eigenlijk machteloos in zijn.
  • dan denk ik aan steeds complexer wordende immense IT projecten waar op ministeries bestuurskundigen en juristen in ambtelijke taal welwillende IT’ers in de uitvoering uitleggen hoe de wereld moet worden.

Dan zie ik eigenlijk een overheid die het risico loopt om overbodig te worden. Soms fiets ik echter ook naar mijn werk in een optimistische bui. 

Als ik optimistisch ben: 

  • zie ik gegevens die bij de bron gelaten worden en diensten die steeds meer als één toegankelijke overheid aan de burger worden aangeboden.
  • zie ik dat in Nederland een onwijs grote privacy en online grondrechten beweging aan het ontstaan is die de overheid op een gegeven moment vanuit onze civil society gaat dwingen om in beweging te komen.
  • dan zie ik een overheid die door haar eigen complexiteit onder controle te krijgen snapt dat mensen recht hebben op een begrijpelijke overheid.
  • zie ik binnen en rond de overheid prachtige initiatieven opkomen die onze waarden verankeren: 
    • denk aan veilig chatten met Splendor,
    • veilige attributen delen met IRMA,
    • het digitale schoolplein op Mastodon,
    • filmpjes kijken via peertube,
    • veilig zoeken met Startpage.com
    • duurzaam bellen met Fairphone,
    • veilig kattenplaatjes kijken via OpenBook of Diaspora,
  •  Vrees niet, ik ga dit allemaal ergens publiceren, dan kunt u deze tools allemaal opzoeken en gebruiken.

Dan zie ik vooral dat het Nederlandse poldermodel waar voor ieder plan wel vijf critici zijn, niet het snelst werkt, maar misschien wel het beste werkt.

Eigenlijk

Als ik optimistisch naar mijn werk fiets. Dan leven wij misschien wel in het land waar, over 10 jaar, Amerikanen en Chinezen komen kijken, niet voor bloemen of klompen, maar om te zien hoe ze hun data samenleving hadden willen vormgeven.”