Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.
Helaas kon Mark Rutte kon op het laatste moment niet aanwezig zijn wegens een Europese Raad die langer duurde dan gepland in Brussel. Desalniettemin sprak Mark Rutte het publiek toe via een opgenomen filmpje dat die het jammer vind om er niet bij te kunnen zijn en geeft die toch nog antwoord op één vraag van Mark Frequin: Is het de taak van de ambtenaren om ministers uit de wind te halen? De minister-president antwoordde dat het eerder omgedraaid is. Het is de taak van de ministers om ambtenaren veilig aan het werk te laten gaan. Tot slot wenst Mark de zaal veel plezier.
Daarna nemen Roel in ‘t Veld, Steven van Eijck en Aik van Eemeren plaats op de bank ter vervanging voor Mark Rutte.
Roel in ‘t Veld, vaker aanwezig geweest bij Reuring!Café, oud staatssecretaris Onderwijs en Wetenschap en hoogleraar.
Steven van Eijck, ook vaker betrokken geweest bij Reuring!Café, momenteel voorzitter RAI, raadslid SER en oud-staatssecretaris van Financiën.
Aik van Eemeren, vorige Chief Bureau Vereniging voor Overheidsmanagement. Momenteel is hij werkzaam bij de gemeente Amsterdam.
Roel vindt dat ironie, geen cynisme, humor in Reuring!Café centraal stonden en staan. Dat is een eigenschap die niet frequent aanwezig is in de politiek.
Steven licht toe wat Reuring!Café betekent voor hem met een verhaal over het geluk dat die staatssecretaris van financiën werd zonder politieke achtergrond. Het voordeel was dat zijn departement bestond uit wetenschappers, raadplegers en dergelijke. Daar leerde die het belang van ambtenaren. De dynamiek die je hebt bij Reuring!Café is onderdeling zoveel beter dan op departementen.
Aik vertelt over hoe lastig het is om diversiteit te vinden tussen bankgasten. Voornamelijk gaat het dan om jongeren. Hij had nooit verwacht om plaats te nemen op de bank. Aik gelooft dat de meningen van mensen zijn veranderd door een bezoek aan het Café door de gevoerde gesprekken en door elkaar te ontmoeten. Dat is bijzonder, want dat gebeurt niet in de 2e kamer. In Amsterdam is dat veel moeilijker te vinden.
Mark vervolgt het gesprek door aan Steven te vragen waarom het zo apart is om directer en opener te spreken, zoals dat gedaan wordt in RC?
Steven legt uit dat dat helemaal niet apart moet zijn, maar dat er te veel vastgehouden wordt aan protocollen. De SER kent een scherp van snede tussen werkgevers en werknemers. Als je draagvlak hebt in de samenleving en iedereen heeft de neiging om leiderschap te combineren met een persoon. Maar leiderschap is een dynamisch proces waar organisaties op een gegeven moment dezelfde richting opgaan en ergens in geloven.
Roel haakt erop in dat leiders die gevierd zijn, zijn mensen die zichzelf konden relativeren. De macho leider is iemand die we niet accepteren. Mark zegt dat Roel de enige leider was die vroeg aan het eind van de week hoe het gaat.
Mark gaat verder en vraagt of we wat missen aan de generatie jongeren op de bank?
Aik is van mening dat dat wel zo is, maar veel gebeurt inderdaad nog in de eigen bubbel. Je merkt dat er taalverschillen zijn tussen oud en jong. Hoe ik praat en hoe Roel praat is een verschil. Je merkt dat het andere werelden zijn. Er zijn zoveel jongeren met goede ideeën. Wat je ziet is dat ze die ideeën onder de deur schuiven, maar klop dan aan en praat erover. Er wordt nog veel overdragen wat zorgt voor die afstand.
Steven vindt dat we het moeten hebben over de inzet van jongeren. Jongeren hebben bij de SER een platform gekregen. Ze rammen op sociale media alle records weg en dat heeft impact. Ze zitten aan tafel tot aan de koning.
Roel zegt dat er een bouwsteen wordt gemist, waar weinig over wordt gesproken en dat is de wapen van de angst. Mensen spreken niet voluit doordat ze bang zijn. Jongeren zijn relatief belangeloos en ontvankelijk. Je mag hopen dat ze niet in dat selectieve systeem al gevoelens hebben voor angst.
Het eerste debat wordt afgerond. Aik wilt benadrukken hoe strak Reuring!Café wordt georganiseerd. Steven geeft complimenten voor de interactie die elk RC heeft met het publiek.
Paneldiscussie
Het tweede deel van de middag bestond uit een bruisend panelgesprek tussen
Marja van Bijsterveldt Burgemeester van Delft, en voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Toon Gerbrands algemeen directeur van PSV,
Gea van Craaikamp Secretaris-generaal ministerie van Defensie en
Jesse Segers Professor Leiderschap en rector van Sioo, het Interuniversitair Centrum voor Organisatie- en Veranderkunde.
Na een korte introductie ronde doken de panelleden direct de diepte in. Het debat werd opengebroken door de stelling of we in Nederland niet te voorzichtig zijn in onze zoektocht naar leiderschap. Wat is bijvoorbeeld de invloed van de steeds groter wordende publieke aandacht op ons leiderschap?
Volgens Toon Gerbrands is het belangrijk om onder grote belangstelling onafhankelijk te denken en niet alle kritiek ter harte te nemen. Je moet dus goed overwegen of je deze prijs wilt betalen voor succes. Ook Marja van Bijsterveldt herkent deze ontwikkeling vooral op het Haagse niveau. Publieke opinie moet niet jouw leiderschap bepalen, maar zorgwekkend is het wel dat bewindslieden (en hun gezinnen) onder immense druk en dreiging komen te staan in de maatschappij. Ook Jesse Segers is van mening dat wat er in de Nederlandse kranten aan kritiek staat, niet altijd in verhouding is tot de prestaties van instituties en medewerkers. Desondanks heeft hij het idee dat er in Nederland nog wel iets meer risico genomen durft te worden.
Anderzijds is men volgens Segers in België juist een expert in compromissen sluiten. Volgens hem staat hierin het begrip gedeeld leiderschap centraal. Ook al is het soms stroperig en traag, het brengt je wel verder. Toon Gerbrands neemt juist afstand van compromissen, omdat je hiermee volgens hem niet tot de goede oplossing komt. Volgens Marja zie je dit probleem niet zo zeer bij uitvoerende organisaties, want de overheid voert uit wat de politiek bepaalt. Volgens Gea van Craaikamp moet je het inderdaad nu eenmaal doen met de politieke besturen. En ja, ook politici hebben het recht om fouten te maken.
Als je beslissingen neemt, loop je inderdaad het risico om fouten te maken. Maar mag je als leider in de huidige maatschappij nog fouten maken?
Volgens Gea van Craaikamp mag je wel fouten maken, maar is het ook goed om toe te geven wanneer je dit doet. Marja van Bijsterveldt sloot hierop aan, maar is van mening dat men niet gelijk afgerekend moet worden in dit geval. Ambtenaren proberen het zo goed mogelijk te doen, maar wel is het volgens haar belangrijk dat we investeren in overheidsorganisaties en niet afslanken.
Jesse Segers voegde hieraan toe dat een fout, ook gezien kan worden als leermoment. Misschien moet de vraag niet zijn ‘kunt u nog aanblijven?’, maar eerder ‘wat heeft u hiervan geleerd?’ Wel zit er volgens hem complexiteit in het feit dat politici niet alleen mensen, maar ook systeem vertegenwoordigers zijn.
Toon Gerbrands voegde aan de discussie toe, dat niet iedere mislukking een fout is. Beslissingen worden gemaakt met een positieve intentie, en je kunt niet altijd weten of dit positief uitpakt. Volgens hem is het belangrijker vast te stellen wie er verantwoordelijk is voor wat. Iedereen heeft een eigen taak en verantwoordelijkheid. De essentie is dat iedereen zijn eigen taak en verantwoordelijkheid heeft, en dit goed kan uitvoeren.
Volgens Marja van Bijsterveldt vraagt dit in overheidsland om enige nuance. Het moet helder zijn wie leiderschap vervult, maar allemaal dragen we een deel van de verantwoordelijkheid.
Gea van Craaikamp ziet verantwoordelijkheid en leiderschap als iets anders. De SG is ambtelijk verantwoordelijk, maar leiderschap betekent dat je verbindt: je zorgt dat mensen hun werk kunnen doen. Volgens Marja is dit inderdaad de sleutel tot het professioneel functioneren van de overheid. Zij benadrukt nog eens dat je als bestuurlijk leider mensen in staat moet stellen om hun werk te doen en ook dichtbij de mensen moet staan als er wel iets fout mag gaan.
Na de debatronde kwamen er nog wat interessante vragen uit het publiek, dat fysiek en online aanwezig was. Zo begon deze ronde met de vraag: Laten jullie jezelf coachen door anderen en ook door jongeren?
Dit beaamden vrijwel alle pannelisten. Segers zoekt coaches actief op, vooral uit complexere contexten. Volgens hen is het inderdaad belangrijk om het verschil tussen jongere en oudere generaties in acht te nemen. Ook van Craaikamp en Gerbrands zien de meerwaarde van coaching en vooral om het gesprek aan te gaan met de jongere generatie. Volgens Gea van Craaikamp komt haar inspiratie van gesprekken met hen; zij zijn kritischer en opener en zetten je met beide benen op de grond. Toon Gerbrands ziet het ook een verantwoordelijkheid als leider om je te verdiepen in wat (jonge) medewerkers en mensen bezig houdt. Alleen Marja van Bijsterveldt erkende dat zij in haar rol als minister niet gecoacht werd, maar dat dit misschien wel nuttig voor haar was geweest, achteraf gezien.
Aanhakend op wat Jesse Segers zei over systemen, kwam de vraag of je er wel vanuit kan gaan dat systemen 100% dekking geven? Ontstaat leiderschap niet juist waar het systeem faalt?
Volgens Jesse zit er geen tegenstelling tussen persoonlijk leiderschap tonen en leiderschap in een systeem. Je kan bijvoorbeeld juist verantwoordelijkheid nemen op het moment dat het systeem faalt. Dit is één van de functies van leiderschap: het duidelijk maken van verantwoordelijkheid. Maar waar er vaak op individueel niveau naar leiderschap wordt gekeken, kan je ook kijken naar het systeem zelf.
Volgens Gea moet leiderschap er inderdaad voor zorgen dat er ruimte is voor professionals om een besluit te nemen. Dit betekent ook dat men benoemt wanneer er iets niet goed is gegaan in het systeem. Zo ontstaat de ruimte die nodig is voor menselijk maat: door te vertrouwen op je professionals en daarvoor staan.
Marja van Bijsterveldt benadrukte ook dat je als bestuurlijk leider moet zorgen dat mensen in staat worden gesteld om naar behoren hun werk te doen. Dit betekent investeren in de instituties, en daar verantwoordelijkheid voor dragen, maar ook als bestuurder iets betekenen naar je mensen toe.
Een andere, scherpe vraag ging over de houdbaarheidsdatum van leiderschap: Wanneer weet je dat je leiderschap voorbij is en bepaal je dat zelf?
Toon Gerbrands reageerde hierop vanuit persoonlijke ervaring. Volgens hem is het aan leiders zelf om de verantwoordelijkheid te nemen en op zichzelf te reflecteren. Als het beter is voor de organisatie om te gaan, dan doe je dat uit jezelf.
De laatste vraag luidde: Hoe zorg je ervoor dat de mensen waaraan je leiding heeft, dat ze de juiste leiding krijgen die ze verdienen?
Toon Gerbrands heeft hier een duidelijk antwoord op: echt leiderschap betekent je mensen helpen om goed te functioneren. Dit doe je door je agenda altijd 70% leeg te houden.
Hierop reageerde Mark Frequin dat dit juist in het publieke domein erg lastig is. Dit beaamden Marja van Bijsterveldt en Gea Craaikamp inderdaad. Volgens Jesse Segers zit de leiderschapscrisis wellicht in deze paradox: je moet je agenda eigenlijk leger maken wanneer je de minste tijd hebt.
In de slotronde werden de sprekers bedankt en werd naar eventuele toevoegingen gevraagd. Volgens Marja van Bijsterveldt gaat persoonlijk leiderschap om de menselijke maat en hoe je daarin acteert. Ook werd er nog eens de nadruk gelegd over het belang van verbinding binnen het begrip leiderschap. Jesse Segers vindt het belangrijk dat men kan blijven discussiëren over dit complexe onderwerp.
Afgesloten werd er met een mooi inzicht van Gea van Craaikamp: na anderhalf uur gesproken te hebben over leiderschap, moet je het soms ook gewoon gaan doen!
Kijk hier het honderste Reuring!Café terug: