De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) organiseerde samen met het Ministerie van Defensie op 15 februari 2022 de 7e editie van het online Reuring!Café over de toekomstbestendigheid van het Defensie-apparaat. Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.
Defensie wil wendbaarder worden om mee te kunnen in de vaart van razendsnelle geopolitieke ontwikkelingen, de opkomst van nieuwe technologieën en veranderingen op de arbeidsmarkt. Defensie wil kennis en middelen op het juiste moment beschikbaar hebben. Tegelijk moet Defensie er staan als het nodig is en dat vereist robuustheid. Een geopperde weg daarnaartoe is samenwerking met maatschappelijke partners. Voorbeelden tonen al hoe dat moet. Denk aan het uitlenen van medisch personeel, het uitbesteden van onderhoud of aan het nieuwere HD-ecosysteem waarin schaarse kennis wordt gedeeld. Maar, hoe verankert Defensie zich structureel in onze maatschappij? Wat betekent dit voor de weerbaarheid van NL? Hoe wordt het Defensieapparaat op langere termijn robuust én wendbaar? Welk strategisch leiderschap is daarvoor nodig? En hoe vragen we structureel aandacht voor het belang van onze veiligheidsdienst? Deze en andere vragen stonden centraal in deze 7e editie van Reuring!Online.
In de introductieronde stelden de gastvrouw en de gasten zichzelf voor en kwam er al een aantal interessante vraagstukken voor de toekomst van defensie naar voren. Volgens gastvrouw Wendy Kwaks (programmamanager transitie bij Defensie en ambtenaar van het jaar) ligt er in de toekomst nog meer ruimte voor defensie om samen te werken in de samenleving. Defensie kan op deze manier toekomstbestendig worden door bijvoorbeeld partners te vinden met belangrijke kennis en skills, om mee te gaan met de ontwikkelingen in bijvoorbeeld het digitale domein. Maar, zoals de watersnood en COVID-crisis laten zien, kan defensie ook zeker iets terugdoen voor de samenleving, ook al is dit niet altijd even zichtbaar.
Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten Generaal-majoor Rob Jeulink sloot hierbij aan, door te benadrukken dat defensie zelf ook onderdeel is van de samenleving. Dat kun je zien in de bijdrage van defensie aan het vaccinatieprogramma. Het schuurt echter dat de andere manieren waarop defensie bijdraagt aan de veiligheid van Nederland nog wel eens als vanzelfsprekend worden beschouwd.
Dieuwertje Kuijpers (politicoloog en politiek journalist), reageerde dat defensie zelf ook vooral zijn personeel niet ‘for granted’ moet nemen. Dit betekent dat het toegenomen budget bij defensie niet alleen maar moet gaan naar futuristische innovatie, maar ook naar het eigen personeel en herstel van infrastructuur.
Commandeur Peter van den Berg (Koninklijke Marine), vond dat het draagvlak voor defensie in de maatschappij is toegenomen en zo is er ook financieel een substantieel bedrag bijgekomen. Maar dit betekent ook dat defensie een bepaalde verantwoordelijkheid draagt om dit zo goed, duurzaam en toekomstbestendig mogelijk te investeren. Er moet dus nagedacht worden hoe defensie de verbinding met de maatschappij en het bedrijfsleven kan zoeken en zo innovatie kan bevorderen.
Volgens Danny Pronk (Senior onderzoeker Clingendael), moet er daarnaast een goede analyse worden gemaakt van wat er allemaal nodig is om mee te gaan met de ontwikkelingen van tegenstanders en toegenomen complexiteit van dreigingen. Dit is belangrijk omdat Nederland en bondgenoten in de afgelopen decennia vooral ook geïnvesteerd hebben in crisisoperaties, waar er nu heel andere problematiek naar voren is gekomen.
Ten slotte voegde Brigadegeneraal Jos Pieters (Koninklijke Marechaussee) hieraan toe dat de vraag vooral luidt hoe techniek en data de Marechaussee in de toekomst kan helpen, en wat technologische ontwikkelingen betekenen voor samenwerkingsverbanden en het werven van personeel.
Daarmee was het debat opengebroken en kwamen er verschillende discussies naar voren. Allereerst over het binnenhalen van specifieke kennis en competenties met betrekking tot het digitale en cyberdomein. Volgens Rob Jeulink zou defensie moeten focussen op het werven van het juiste personeel met de juiste competenties om deze kennis te omsluiten. Van den Berg vindt juist dat het juiste personeel er wel is, maar dat er een algemeen tekort is. Zo zou het beter zijn om te bouwen op de organisatie die er al staat en juist te investeren in het samenwerken met andere partijen die die kennis en innovatie wél al in huis hebben.
Waar alle partijen het over eens zijn is dat er voor het binnenhalen van deze expertise flexibiliteit nodig is. Dit houdt in dat er ruimte moet zijn om bijvoorbeeld kortlopende contracten te gebruiken of minder eisen stellen voor bepaalde functies binnen defensie. Dat deze flexibiliteit in de afgelopen jaren al is toegenomen is duidelijk. Zo werd door Wendy Kwaks het ‘Defensity College’ traject genoemd, waarmee jonge mensen via een relevante bijbaan bij defensie militaire training krijgen en op deze manier haalt defensie mensen met kennis over Tech en IT laagdrempelig binnen. Op deze manier zou defensie als organisatie meer open zijn geworden.
Toch is niet iedereen het hier mee eens. Zo is Dieuwertje Kuijpers kritisch over de zogenoemde openheid van Defensie. Volgens haar is er een groot verschil tussen openheid en goede PR. Hoewel de communicatie vanuit defensie de laatste jaren sterk is geprofessionaliseerd, benadrukt zij dat het als journalist nog altijd lastig is om inzicht te krijgen in bepaalde zaken binnen defensie.
Kwaks erkent hierop dat er verschillende definities van openheid zijn, maar er wordt in de zaal wel beaamd dat er naast een verbeterde PR ook zeker sprake is geweest van het flexibeler en opener worden van Defensie. Open zijn, als Defensie, is een lastige taak maar toch moeten er stappen worden gezet om de flexibele schil uit te breiden, zonder daarbij de robuuste kern van militairen te vergeten.
Dan werd nog de vraag gesteld hoe de verkokering van de strijdkracht-onderdelen tegengegaan kon worden en of onderlinge communicatie hiertussen niet verbeterd kon worden. Volgens de militaire gasten heeft elk onderdeel inderdaad zijn eigen systeem, maar kunnen ze elkaar juist goed vinden op het gebied van innovatie. Volgens Peter van den Berg vraagt de eigenheid van elk onderdeel tot op zekere hoogte ook om een eigen structuur. Toch is er volgens de andere gasten nog veel meer winst te halen, vooral in de uitwisseling van informatie en de afstemming van communicatiesystemen.
Danny Pronk herkent deze verkokering ook op het gebied van internationale samenwerking. Hoewel er internationaal verregaand wordt samengewerkt met buitenlandse partners gebeurt dit vooral nog binnen een domein. Er ligt nog veel ruimte om de communicatie tussen verschillende krijgsmachtonderdelen van verschillende landen te verbeteren. Dit zou belangrijk zijn omdat de hedendaagse uitdagingen, bijvoorbeeld in het cyberdomein, zich niet laten beperken tot één domein. De dreigingen zijn zo divers, en veranderen zo snel, dat er alleen samen echt een verschil gemaakt kan worden.
Op deze manier zouden juist de nieuwe uitdagingen kunnen helpen met het terugdringen van verkokering en ouder bestuursstructuren in defensie. Dit vereist niet alleen samenwerking op internationaal niveau of tussen defensieonderdelen, maar ook met maatschappelijke partners en organisaties uit het bedrijfsleven. Waar er bijvoorbeeld een gebrek is aan kennis over digitale innovatie binnen defensie of een bepaald domein van defensie, kan er ruimte gegeven aan bedrijven die deze capaciteiten wel hebben, om defensie hierin te ondersteunen. Uit het gesprek bleek dat al deze stappen gezamenlijk zullen bijdragen aan de flexibiliteit en dus de toekomstbestendigheid van defensie.
Er werd afgesloten met de boodschap dat Defensie inderdaad klaar is om als partner samen te werken en een maatschappelijke bijdrage te leveren, met daarbij een kleine kanttekening dat militaire overwinningen leveren natuurlijk het hoofddoel blijft.
Hieronder kan de volledige opname van het debat worden teruggekeken. In Reuring!Online brengen wij ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was tijdens deze editie onze debatleider. Hosts was Wendy Kwaks, Programmamanger Transitie Defensie.
De bankgasten van deze editie van Reuring!Online waren:
- Generaal-majoor Rob Jeulink: Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten
- Dieuwertje Kuijpers: Politicoloog en Journalist.
- Commandeur Peter van den Berg: Directeur Integrale Bedrijfsvoering Koninklijke Marine
- Danny Pronk: Senior onderzoeker Clingendael.
- Brigadegeneraal Jos Pieters: Directeur Kennis, Strategie en Innovatie Koninklijke Marechaussee
Kijk hieronder deze editie van Reuring!Online terug