Aankondiging Reuring!Café #118 | Een thuis in een land waar je niet mag bestaan | 26 maart 2024

Aankondiging Reuring!Café #118 | Een thuis in een land waar je niet mag bestaan | 26 maart 2024

De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) kondigt in samenwerking met het Kansfonds de 118ste editie van Reuring!Café aan:

Een thuis in een land waar je niet mag bestaan

Niemand kan zonder thuis. Een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het diepe besef dat je erbij hoort. Voor mensen zonder verblijfspapieren staat dit onder druk. Zonder papieren mag je er niet zijn en niet écht meedoen in onze samenleving. Deze mensen worden niet gezien, en staan altijd aan de zijlijn. Maar ze zijn er wel en dragen hun steentje bij: denk aan arbeidsmigranten zoals hulpen in de huishouding en nanny’s. Maar ook aan Dreamers: jongeren die hier al hun hele leven zijn zonder verblijfspapieren. Kansfonds is met veel partners bezig voor iedereen een thuis te organiseren: een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het gevoel dat je erbij hoort en mee mag doen in de samenleving.  Daarin krijgt Kansfonds veel steun, maar loopt ook tegen veel barrières aan. Onze welvarende, vergrijzende en hoogopgeleide samenleving heeft een structurele vraag naar arbeidsmigranten. En juist naar uitvoerende arbeidskrachten, voor sectoren als bouw, zorg, energietransitie en schoonmaak. Dit gat wordt nu (deels) opgevuld door mensen zonder verblijfspapieren. Zij werken zwart (niet geregistreerd werk zoals bijvoorbeeld klussen bij mensen thuis), of op geleende of valse documenten. Hun ongedocumenteerde status zorgt voor (te) lage lonen, slechte en soms gevaarlijke werkomstandigheden, en lange dagen. Mensen leven onder de radar uit angst om gedetineerd of uitgezet te worden. Ze ervaren problemen op allerlei leefgebieden, maar kunnen hun rechten niet claimen en worden uitgesloten van formele hulpinstanties. En als ze oud zijn en niet meer kunnen werken, worden ze aan hun lot overgelaten. En ook jonge mensen zonder verblijfspapieren worden geblokkeerd, de zogeheten Dreamers. Dreamers zijn Nederlandse jongeren zonder de juiste verblijfspapieren. Jongeren die tijdens hun vormingsfase al in Nederland wonen; dus vaak al een langere tijd – al dan niet hun hele leven. Ze spreken de taal, hebben hier vrienden en hebben Nederlands (basis en/of middelbaar) onderwijs gevolgd. Wat Dreamers niet hebben is perspectief: ze mogen niet werken en na hun 18e vervalt bovendien hun recht om aan een nieuwe opleiding te beginnen. Door hun verblijfsstatus lopen ze vast in het Nederlandse systeem. 

Wat betekent het voor deze mensen, en voor onze samenleving, als zij wel mee mogen doen? Wat betekent het als je, zolang je in Nederland bent, wél een veilig dak boven je hoofd hebt? Dat je kan voorzien in je eigen levensonderhoud, of verder kan studeren? En wat levert het de samenleving op, als de levens van deze mensen niet langer stilgezet worden? Daarover gaat het in dit Reuringdebat. 

Reuring!Café richt zich op het informeel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Tijdens deze editie pakken we uit met een mooie entourage, een goede borrel en aansluitend een heerlijke Indische rijsttafel. Ook ditmaal verzorgt de huisband van het Ministerie van Algemene Zaken, de ‘Wizards of AZ’ de muziek. Mark Frequin, bestuurslid van de VOM, is onze debatleider. Host is Anne Damen, programmaleider bij het Kansfonds.

De bankgasten van dit Reuring!Café zijn:

  • Rutger Groot Wassink, wethouder Amsterdam
  • Frank van Gool, directeur Kafra Housing en directeur Otto Workforce
  • Dominique Nientker, directeur Human Aid Now

Meld je nu fysiek of online aan! 

Datum: 26-03-2024 | Locatie: De Glazen Zaal, Den Haag | Tijd: Inloop vanaf 16.30 uur, start 17.00 uur | Indische rijsttafel na afloop!

 

Verslag Reuring!Café #117 | Grote opgaven!; ander repertoire? | 27 februari 2024

Verslag Reuring!Café #117 | Grote opgaven!; ander repertoire? | 27 februari 2024

Verslag Reuring!Café #117 | Grote opgaven! Ander repertoire? | 27 februari

Op 27 februari was het weer tijd voor een Reuring!Café, ditmaal de 117e editie. Dit café werd georganiseerd in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met als thema “Grote opgaven in het fysieke domein, ander repertoire?” De avond werd afgetrapt door de huisband Wizards of AZ. En zoals gebruikelijk was Mark Frequin de debatleider van de avond.

Op deze pagina kunt u de de samenvatting lezen en de livestream terug kijken.

Jan Hendrik Dronkers, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, was de host van de avond. Naar aanleiding van zijn geschreven artikel in het blad van de Vereniging voor Bestuurskunde met de titel ‘Grote opgaven! Ander repertoire?’ kwam dit thema ook aan bod bij het Reuring!Café. Volgens Jan zijn de grote opgaven een combinatie van botsende behoeften. Men wil meer woningen, meer gezondheid en een andere landbouw. Deze soms schurende belangen zorgen ervoor dat vooruitgang stagneert. Wat zit er nou precies in de weg? En welke keuzes moeten we maken om te zorgen dat we zoveel mogelijk wél bereiken?

Keuzes maken is niet altijd makkelijk, zegt Jan. Kiezen is immers ook iets verliezen, maar niet kiezen is zeker verliezen! Jan gelooft ook in de goede motieven van mensen en hij hoopt dat er door het debat van deze avond een glimps van het nieuwe repertoire duidelijk zichtbaar wordt.

De eerste gast van de avond is Frits van Bruggen (voorzitter van de RAI Vereniging). Hij stelt dat er weinig vooruitgang is in de moeilijke beslissingen die Nederland zal moeten maken. Dat gaat niet alleen over ruimte of mobiliteit, maar ook om de afstand die overduidelijk heerst tussen ambtenaren uit verschillende domeinen. We moeten elkaar meer omarmen. En ook het publieke en private domein moet elkaar weer beter leren kennen in plaats van elkaar over en weer te beschuldigen. Samen verantwoordelijkheid nemen, dat is belangrijk.

De tweede gast van de avond is Lot van Hooijdonk (wethouder gemeente Utrecht). Ze zit inmiddels in haar derde termijn als wethouder en ze houdt zich bezig met mobiliteit, klimaat en energie. In haar werk is ze vooral bezig met transities. Dat vindt zij niet alleen belangrijk, maar ook heel leuk omdat het uitdagend blijft. Maar ook een zekere mate van onzekerheid hoort bij haar functie, omdat de toekomst nou eenmaal niet te voorspellen is en beslissingen dus zelden met volledige informatie gemaakt worden. Daar zou vanuit het publiek en bestuur meer begrip voor kunnen zijn. In plaats van een cultuur van afrekenen zou een cultuur van constructief opbouwen beter zijn.

De derde gast van de avond is Leentje Volker (hoogleraar Integrated Project Delivery aan de Universiteit Twente). Ze houdt zich bezig met kennisdeling door het opleiden van studenten en het uitvoeren van onderzoeken om die vervolgens te publiceren. Vanuit de wetenschap benadrukt Leentje dat Nederland met een aantal unieke opgaven te maken heeft, bijvoorbeeld het stikstofprobleem. Bij het huidige beleid mist ze vooral het toekomstperspectief en de leiderschapscapaciteiten die nodig zijn om de moeilijke keuzes te maken. Beslissingen zouden minder politiek gemotiveerd moeten zijn en juist meer gedreven door de inhoud.

De vierde gast van de avond is Rob van Wingerden (Interim CEO Strukton, daarvoor CEO BAM). Vanuit zijn ervaring bij het reparatieproces als directieadviseur bij de Nationaal Coördinator Groningen benadrukt Rob de enorme kloof tussen beleid en uitvoering. Volgens Rob is kiezen niet verliezen, omdat je alleen als je niet kiest, echt verliest. Volgens hem moet er een verandering komen in ons politiek systeem, want het huidige systeem ondersteunt alleen keuzes die voordelig zijn op de korte termijn.

Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon debatleider Mark Frequin het gesprek.

Is de afstand tussen markt en overheid groter geworden?

Leentje antwoordt dat de overheid vaak de kaders creëert waarin de private partijen vervolgens moeten handelen. Omdat dit een fundamentele andere rol is, schept dit soms onbegrip. Als we vanuit gedeelde belangen zouden handelen is er meer mogelijk.

Frits verwijst naar het verleden met een aantal voorbeelden waaruit duidelijk blijkt dat overheid en private partijen vroeger beter in staat waren om samen te werken. Frits is uiterst hoopvol dat we dit nog steeds kunnen, maar op het moment maken de publieke en private sectoren elkaar ‘gek’ door te wijzen op alles wat misgaat. Hierdoor stagneert de samenwerking.

Lot is het niet helemaal eens met het idee dat er altijd gedeelde belangen zouden zijn tussen verschillende partijen. Om voor de lange termijn goede keuzes te maken moet er systeemverandering plaatsvinden. Dit betekent dat voordat er iets nieuws opgebouwd kan worden, er eerst een oude structuur moet worden afgebroken. Jan Hendrik benadrukt echter dat ‘afbreken’ echt een vak apart is. “Dit lijkt men nog al eens te vergeten”. Als oude structuren met te veel passie worden afgebroken dan zet dat alleen maar aan tot sterker verzet.

Hier is Lot het wel mee eens. Haar punt is vooral dat mensen er dus niet alleen met elkaar uitkomen als ze gewoon iets meer met elkaar praten. Soms schuren belangen en dat mag erkend worden. De overheid belooft nu voor iedereen te zorgen, zonder dat er sprake is van een duidelijke visie. Hierdoor wordt het afbreken van verouderde structuren dus uitgesteld.

Leentje haakt in op het gesprek met een korte opmerking over de circulaire economie. Hierin is een van de hoofdzaken dat de afbraak van een oude structuur belangrijk is voor de vorm van een nieuwe structuur. De discussie over het stikstofprobleem zou dus niet zozeer moeten gaan over wat de boeren kunnen verliezen, maar meer over de nieuwe structuur die er uit voort kan vloeien. Dit leidt tot de nieuwe vraag:

Hebben we in Nederland te maken met een ruimteprobleem?

Frits vindt dat hier helemaal geen sprake van is. Als er te weinig woningen zijn, dan moet er landbouwgrond worden ingezet om in deze fundamentele wens te voorzien. Bovendien vindt Frits, dat de overheid hier niet als enige over zou moeten beslissen. Een aantal ‘ key players’ uit het bedrijfsleven zouden hier ook bij betrokken moeten zijn.

Jan Hendrik gaat hier op in en vindt dat Frits veel te kort door de bocht gaat. Er is wel degelijk een ruimte probleem. Met zoveel mensen in een land en zoveel verschillende wensen en behoeften moeten er moeilijke keuzes gemaakt worden, die mogelijk tot veel weerstand leiden. Om dit toe te lichten geeft Jan Hendrik een voorbeeld uit zijn eigen portefeuille, namelijk luchtvaart.

Mark Frequin vertelt over hoe we ons tegenwoordig suf meten en verdwaald raken in discussies over kleine details. Leentje voegt eraan toe dat er niets zo praktisch is als een goede theorie en dat sommige fouten die nog steeds gemaakt worden allang zijn opgelost door de wetenschap en dus onnodig zijn.

Frits pakt dit punt op door in te gaan op vertrouwen. Doordat er niet genoeg vertrouwen is tussen het publieke en private domein, worden er steeds meer regels ontwikkeld om de samenwerking te reguleren. Volgens Frits maakt dit het alleen maar moeilijker om samen te werken.

Rob van Wingerden blikt terug op zijn tijd in Groningen als directieadviseur bij Nationaal Coördinator Groningen waar hij met veel slimme mensen heeft samengewerkt. Het ligt dus niet aan een gebrek aan talent maar vooral aan de structuur van de samenwerking tussen de organisaties. Wat je telkens ziet is dat er onvoldoende beleid op tafel komt bij een uitvoeringsorganisatie die niet goed uitgerust is om het beleid uit te dragen. De reactie is vervolgens onvrede vanuit de maatschappij, wat leidt tot een enquête commissie, wat leidt tot nog meer beleid.

Na de pauze, met muziek van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek.

Waarom worden er niet veel meer huizen gebouwd? En wat zijn de obstakels?

Frits zegt dat huizen bouwen moeilijk is omdat er dan minder landbouwgrond zal zijn. Dit is erg pijnlijk voor de boeren, maar toch moet het gebeuren. Lot is het hier niet helemaal mee eens en geeft aan dat het eigenlijk al duidelijk is waar er gebouwd gaat worden. Het zit hem meer in de kosten en schaarste. Ook is het nog niet duidelijk voor wie gebouwd moet worden en of er meer middenklasse of sociale huurhuizen moeten komen.

Er wordt veel gepraat over de fysieke ruimte, maar waar is eigenlijk de procedurele ruimte gebleven? In andere woorden, zijn er niet te veel regels?

Leentje geeft aan dat een hele hoop wetten niet meer gehandhaafd zouden moeten worden. Jan Hendrik geeft aan dat hij ervan overtuigd is dat vereenvoudiging van de regelgeving onderdeel is van het nieuwe repertoire. Lot neemt het woord over en onderstreept dat regelgeving ook bijdraagt aan onze huidige kwaliteit van leven, regels zijn dus niet alleen maar slecht.

Waarom is het niet mogelijk om open aanbestedingen te doen bij de overheid? Waarom kan die markt niet open?

Leentje zegt dat als je naar de aanbestedingsregels van de Europese Unie kijkt, er eigenlijk heel veel mogelijk is. Het probleem is dat een heleboel organisaties risico’s zo veel mogelijk willen vermijden. Daarom stellen ze allerlei randvoorwaarden. Kortom, er is niet genoeg ‘risk-appetite’. Jan Hendrik vindt dat er een aanpassing moet komen, omdat er te veel regels en wetmatigheden in de weg zitten.

Tot slot hebben de host en bankgasten een kans tot een laatste woord.

Jan Hendrik noemt een paar elementen voor het nieuwe repertoire in het fysieke domein:

Er zou meer samenwerking moeten zijn tussen de overheid en private organisaties gebaseerd op vertrouwen en bewustwording. Vervolgens is het belangrijk dat organisaties duidelijk hun belangen uitspreken. Dit komt het eerder genoemde vertrouwen ten goede. Zonder verdwaald te raken in regels en rechtmatigheden zou er een vereenvoudiging van bestaande regels moeten zijn. En tot slot moeten organisaties met de lange termijn als uitgangspunt werken, hieruit volgen dan actuele actiepunten.

Leentje benoemt nog even de inzichten en de creativiteit van de individuele ambtenaar als kans om oplossingen te vinden. Lot onderstreept nog eens dat niet alle belangen zijn te verenigen. Begin klein en creëer zo ‘clusters van integraliteit’. Frits vindt dat we te gehaast beslissingen proberen te nemen waardoor ze onnodig politiek worden. Ook benadrukt hij dat innovatie moet worden gestimuleerd. Rob vindt dat we af moeten van de zogenaamde afrekencultuur, want dat hindert de mogelijkheid voor creatief leiderschap.

Bureau VOM | Voorstelronde nieuwe stagiaires | 19 februari 2024

Bureau VOM | Voorstelronde nieuwe stagiaires | 19 februari 2024


VOM verwelkomt twee nieuwe stagiairs! 

Afgelopen maand zijn er twee nieuwe stagiairs bij de VOM begonnen die ons bureau een half jaar zullen versterken. De stagiairs hebben er veel zin in en lichten in dit nieuwsbericht kort toe wie zij zijn, wat zij tijdens hun stage bij de VOM willen leren en waar zij aan mee zullen werken.

Hi, ik ben Tamar! Als antropoloog ben ik op dit moment erg geïnteresseerd in polarisering- en diversiteitsvraagstukken, zo ook de groeiende vertrouwenskloof tussen de overheid en de Nederlandse samenleving en diversiteit binnen de ambtenarij. Ruimte voor tegenspraak is in beide gevallen een cruciale factor en, in het kader van de huidige (inter)nationale politiek sfeer, zijn kwesties over ministerieel beleid ‘versus’ het ambtelijk geweten des te actueler. Bij de VOM wil ik daarom bijdragen aan de verbindende kracht van de Vereniging en tegelijkertijd een kritische en analytische blik werpen op het openbaar bestuur. 

Na drie jaar in Maastricht te hebben gewoond voor mijn Bachelor’s woon ik nu alweer drie jaar in Scheveningen, waar ik ook ben opgegroeid. Aan de University College Maastricht heb ik mij gericht op Peace and Conflict Studies, Social Anthropology, en Identity Studies. Tijdens mijn tussenjaar liep ik stage bij de Haagse mensenrechten-ngo Justice & Peace NL en vervolgens heb ik een MSc Visual Ethnography aan de Universiteit Leiden afgerond. Muziek speelt een grote rol in mijn leven, dus hierbij een album-aanrader: Dirty Computer van Janelle Monáe. Het komende half jaar houd ik me bezig met Platform O en de podcast Samenspel.

Hoi, Ik ben Simon! Ik kom oorspronkelijk uit Maastricht en ik woon inmiddels 5 jaar in Den Haag. Na mijn middelbare school heb ik een tijd in de VS gewoond bij een gastgezin in Minnesota, de mensen daar hadden vaak een andere opvatting en dat heeft mij politiek geïnteresseerd gemaakt. Ik studeer daarom International Relations and Organisations aan Universiteit Leiden. Mijn fascinatie voor de VS koester ik nog steeds, en mijn favoriete film is dan ook Top Gun!

Voor mij is een stage bij de VOM een kans om de overheid beter te leren kennen. Deze vereniging verhoudt zich tot veel verschillende instanties binnen de overheid en is daarom dé ideale plek voor een goede kennismaking! Tijdens mijn stageperiode die zal lopen tot begin augustus zal ik meewerken aan de Omoocs en aan de verkiezing Overheidsmanager van het jaar. 

 

 

Aankondiging Reuring!Café #117 | Grote opgaven!; ander repertoire? | 27 februari 2024

Aankondiging Reuring!Café #117 | Grote opgaven!; ander repertoire? | 27 februari 2024

De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) kondigt in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de 117e editie van Reuring!Café aan:

Grote opgaven!; ander repertoire?

De overheid staat voor grote opgaven, zeker in het fysieke domein. Meer verbindingen in heel Nederland; betere antwoorden voor mensen met mobiliteitsarmoede; ‘water en bodem sturend’; meer woningen; nieuwe oplossingen voor het milieu; meer investeren in onderhoud en instandhouding… We willen zoveel in dit kleine landje dat we dat binnen de bestaande ruimte niet kunnen waarmaken. Of het nu gaat om meer woningen, betere mobiliteit of duurzame energie, alles vraagt om ruimte en om geld. Deze zijn beide beperkt. Sterker nog, we weten inmiddels dat we niet overal meer kunnen bouwen, zoals bijvoorbeeld in de uiterwaarden. Hierdoor ontstaan er spanningen, daar is een nieuw repertoire voor nodig. Het risico is dat we zaken vooruitschuiven en geen beslissingen nemen of hooguit deelbeslissingen. Hoe beslechten wij conflicten zonder lange tijd stil te staan? Hoe hakken wij lastige knopen door en wanneer? Hoe brengen wij samenwerking op een hoger planniveau? Welke traditionele patronen moeten we doorbreken? Het nieuwe repertoire vraagt om meer samenwerking tussen overheden, maar ook met de marktpartijen. Zo kan er geleerd worden om om te gaan met onzekerheden, om het vermogen te leren en om het kunnen kiezen zonder dat het voelt als verliezen. In dit Reuring-debat, dat samen met het ministerie van IenW georganiseerd wordt, zal er worden gedebatteerd over wat die grote opgaven zijn en over het repertoire dat daarvoor nodig is.

Reuring!Café richt zich op het informeel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Tijdens deze editie pakken we uit met een mooie entourage en een goede borrel. Ook ditmaal verzorgt de huisband van het Ministerie van Algemene Zaken, de ‘Wizards of AZ’, de muziek. Mark Frequin, bestuurslid van de VOM, is onze debatleider. Jan Hendrik Dronkers, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, is host van de avond. 

De bankgasten van de avond zijn:

  • Frits van Bruggen (voorzitter van de RAI Vereniging)
  • Lot van Hooijdonk (wethouder gemeente Utrecht)
  • Leentje Volker (hoogleraar Integrated Project Delivery, Universiteit Twente)
  • Rob van Wingerden (Interim CEO Strukton, daarvoor CEO BAM)

Datum: 27-02-2024 | Locatie: De Glazen Zaal, Den Haag | Tijd: Inloop vanaf 16:30 uur, start 17:00 uur, einde debat 18:30 uur, sluiting zaal 19:30

Verslag Reuring!Café #116 | Niet de ICT maar de organisatie van de overheid is het probleem | 30 januari

Verslag Reuring!Café #116 | Niet de ICT maar de organisatie van de overheid is het probleem | 30 januari

Op 30 januari was het weer tijd voor het eerste Reuring!Café van het jaar 2024, de 116e editie in totaal. Dit café was in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met als thema “Niet de ICT maar de organisatie van de overheid is het probleem”. De avond werd afgetrapt door de huisband Wizards of AZ. Mark Frequin was de debatleider van de avond.

Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen

Arre Zuurmond, Regeringscommissaris Informatiehuishouding, was de host deze avond. Hij wilde starten aan zijn taak als regeringscommissaris, mits er voldaan werd aan drie voorwaarden. Hij wilde dat de informatie ging stromen, men moest veel breder gaan kijken. Ook wilde hij dat zijn taak breder ging dan alleen de informatiehuishouding binnen de kerndepartementen op orde brengen. Het gaat immers mis in de uitvoering met gegevenshuishouding. Als laatste wilde Arre dat het bureaucratisch allemaal op orde gebracht werd. Je hebt volgens Arre een ander soort overheid nodig qua structuur en cultuur. Je moet ook over deze transformatie praten.

Er moet dus beter gestuurd worden op informatiehuishouding en je moet dit gemeenschappelijk regelen en niet per departement. Als je uiteindelijk kijkt naar Arre’s eindoordeel, concludeert hij dat hij niet de goede opdracht gehad heeft. Het is namelijk een organisatievraagstuk en het ligt niet per se aan digitalisering. Je hebt hiervoor een andere “responsieve” overheid nodig. In deze overheid moet de uitvoerder centraal staan.

De eerste gast van de avond was Nathalie van Berkel, lid raad van Bestuur UWV en voorzitter Manifestgroep. Zij stelt dat ze de term ‘uitvoeringsorganisatie’ niet zo passend vindt. Het moet volgens haar gaan over ‘publieke dienstverlening’. Ook stelt ze dat heel veel spelende problemen te maken hebben met randzaken. Hierdoor is men binnen de overheid niet in staat om normale taken goed uit te voeren.

De tweede bankgast van de avond was Michiel Scheltema, voormalig regeringscommissaris en geestelijk vader van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hij vindt dat zijn wetgevingsoperatie destijds als regeringscommissaris geslaagd is. Hij reageert op de recente brief van de secretaris-generalen. Hierin staat dat mensen één overheid willen ervaren en dat de SG’s zo ook willen werken. Michiel merkt hier echter niet veel van terug in de brief. De burger zou meer toegang tot de overheid moeten krijgen.

De derde gast van de avond was Nathan Ducastel, directeur bij VNG Realisatie. Hij vertelt dat de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) collectieve diensten voor gemeenten realiseert. Er zijn veel verbindingen tussen gemeenten en het Rijk, het landschap is divers geworden. Volgens Nathan lukt het niet om bepaalde vernieuwingen door te voeren omdat je vastloopt in systemen.

De vierde gast van de avond was Eva den Dunnen – Heijblom, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het ministerie van BZK. Zij sloot later deze avond aan.

 

Nadat alle bankgasten geïntroduceerd waren, begon debatleider Mark Frequin het gesprek.

Moest de burger vroeger ook centraal staan?

Michiel antwoordt dat vroeger vereenvoudiging meer centraal stond dan de burger. Die burger stond minder centraal.

Nathalie wilt nog steeds vereenvoudigen. Voor elk doel moet nu iets specifieks geregeld worden, hierover maakt ze zich zorgen. Je moet een jaar opgeleid worden om de WW uit te voeren, dit is de makkelijkste regeling die het UWV heeft. De praktijk pakt altijd anders uit dan verwacht, dit wordt niet voorzien in het proces. Het leidt altijd tot politieke keuzes.

Nathan vertelt hoe dit gebeurt op gemeenteniveau. Dit jaar is namelijk de omgevingswet van start gegaan. Hier ligt een heel digitaal stelsel onder dat gebruik maakt van informatie van het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. Het is hoopgevend dat deze wet lijkt te werken. Je moet in zo’n proces volgens Nathan standaarden met elkaar afspreken en veel testen. Als je iteraties toevoegt kan je kijken of het Rijk ermee kan werken en of gemeentes ermee kunnen leven.

Arre reageert ook op de vraag. Hij kan de zin ‘de burger moet centraal staan’ niet meer horen, dit wordt immers al 35 geroepen. De uitvoerder zou volgens Arre centraal moeten staan, die moet zijn werk goed kunnen doen voor de burger.

Nathalie haakt hierop in. Ze is het eens met het feit dat de uitvoerder centraal moet staan. Het gaat nu al mis aan de start: er worden tijdens een formatie politieke afspraken gemaakt. Politici zouden moeten stoppen met zich bemoeien met hoe iets moet gebeuren en alleen moeten zeggen wat er moet gebeuren. Men zou moeten stoppen met geneuzel over beleid en uitvoering: “we moeten samenwerken”. Je kan immers geen beleid voeren als je geen verstand hebt van uitvoeren. Nathalie roept op tot ambtelijk lef, je moet als ambtenaar niet bang zijn om je te laten horen. Vereenvoudigen doe je niet op een grootse manier maar vanuit de praktijk.

Arre is het hier een beetje mee oneens. Als je zou rondvragen bij uitvoerders zouden ze het liefst vragen “Kan die samenleving minder complex?” Het gaat volgens Arre over de manier van organiseren, je hebt met elkaar een fundamenteler gesprek nodig over wat fundamenteel anders moet. Nathalie zegt dat je samen beleid moet doen. Arre reageert hierop dat beleid en uitvoering dichtbij de bestaande overheid blijven. Op een gegeven moment moet je een sprong maken. Nathalie herhaalt wat er in de brief van de publieke dienstverleners staat: “Bemoei je met wat en niet met hoe!”.

Nathan stelt dat heel veel beleid een politieke keuze is. Je moet duidelijk zijn naar politiek dat niet alles kan. ‘Het kunnen’ moet je centraal stellen bij de oplossingen die je kiest. Je moet veel systemen voeden; je hebt menselijke interventie nodig. De gemeente is ook een publieke dienstverlener, de gemeente is net zo gelijkwaardig aan het rijk

Michiel komt weer terug op de eerdere stelling. Hij vindt dat je de burger weer centraal moet zetten. Veel mensen durven niet financiële steun aan te vragen omdat ze bang zijn om fouten te maken. De burger wil dat er niets onverwachts gebeurt. Arre: “De relatie tussen uitvoering en burger moet centraal staan.”. Michiel stelt dat we als burger de overheid als één geheel willen zien. De overheid mag zich dus niet verschuilen achter regelgeving. Als je als overheid niets kan bewijzen, zou je in de tussentijd de burger gelijk moeten geven. Een terugvorderingsbesluit zou volgens Michiel allen genomen worden als er echt bewijs is, je moet als hele overheid optreden. 

Nathalie vindt dat de publieke dienstverlening de verantwoordelijkheid is van iedereen binnen de overheid. Ze vindt het mooi dat het in het publieke debat vaak gaat over meer maatwerk toepassen. Als bestuurder heb je de verantwoordelijkheid om je werknemers het zo makkelijk mogelijk te maken. Je moet je werknemers niet opzadelen met systemen die niet goed werken. Volgens Nathalie moeten we professionals laten doen wat nodig is. Er zit volgens haar een groot verschil tussen maatwerk en uitzonderingen maken. Maatwerk is namelijk gericht op een individuele persoon of onderneming. Een uitzondering komt soms vaak voor, dan moet je het beleid aanpassen.

 

Na de pauze, met muziek van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek

Als we het hebben over transitie, moeten we het dan ook hebben over het herzien van het takenpakket? Bijvoorbeeld de jeugdzorg die door gemeenten gedaan wordt

Volgens Nathan is het eerste wat gedaan moet worden, de bezuinigingen terugdraaien. Daarna gaat hij door op de gestelde vraag. Het idee achter deze takenpakketswijziging was dat je als overheid de burger beter kent. Nathan maakt zich zorgen om de ICT die eronder ligt. Je moet eerst een model goed bekijken voordat je hier keuzes over maakt. Gemeenten willen meer geld hebben terwijl het Rijk zegt dat je het gewoon moet doen met de middelen en geld wat ze nu hebben.

Arre zegt dat uit meer geld niet per se volgt dat het automatisch goed gaat. Bureaucratie werkt alleen goed als er weinig veranderingen zijn. Nathan vervolgt: je moet volgens hem de praktijk ontdekken. Professionals moeten de rust en ruimte krijgen om uit te kunnen voeren.

Nathalie zegt dat we met elkaar terecht een debat hebben over hoe jeugdzorg moet worden opgelost. Waar het echt om gaat, is dat kinderen kopje onder gaan. Er moet ambtelijk lef getoond worden: je moet zeggen dat dit niet werkt. Nathan is het hiermee eens, maar vindt ook ook dat het voor de takenpakketswijziging ook niet goed ging. De maakbaarheid van bepaalde dingen is beperkt. Michiel vindt dat je de samenleving moet mobiliseren en gebruiken. De groep van toeslagenouders heeft terecht aangegeven dat de overheid te weinig luistert. Dan moet je hier ook iets mee doen en luisteren naar een gedupeerde groep mensen.

Ondertussen is Eva Heijblom aangesloten en heeft ze plaatsgenomen op de bank.

Als processen met elkaar verbonden zijn is een transformatie veel makkelijker. Als dit vanzelfsprekend is, waarom gebeurt dit dan niet?

Arre zegt dat een professional geleerd heeft om vanuit een bepaald perspectief te kijken. Ze luisteren alleen maar naar bepaalde dingen. Hun alertheid is afgericht op een bureaucratische structuur. Nathalie vindt dat Arre een karikatuur maakt van professionals, die zijn er juist om de samenleving te helpen. Arre blijft erbij dat hij vindt dat professionals zijn getraind op een bepaalde manier

Eva zegt dat ze al lang naar een opgave toe werken maar het is heel moeilijk. Je zou vanaf het begin een gezamenlijke opgave moeten creëren en uitvoeren, dit is heel ingewikkeld. Je moet breder kijken, je moet het omklappen. De uitvoering is eerst aan zet. Nathan reageert dat je een probleem soms klein moet maken om het op te kunnen pakken. Je moet je kunnen herinneren wat het probleem was, als het lang duurt en heel veel is, ben je het kwijt. Je moet kijken wat er structureel fout gaat, dit moet je oppakken en heel precies te werk gaan.

Zou er niet een minister voor digitale zaken moeten komen? En moeten ministers meer bevoegdheden hebben? Als je iets wilt met je wetgeving, dan moet je wel komen met iets waardoor ministers iets niet kunnen afschuiven op het feit dat ze niet bevoegd zijn.

Arre vindt dat er een comité voor professionals moet komen. Je moet ook naar hen luisteren en niet alleen naar de leidinggevenden. Je zou kunnen werken met een intern klachtenloket. Zo verbeter je ook de informatiestructuur. Eva zegt dat we bezig zijn met ingewikkelde vraagstukken en dat de uitvoering hier heel veel last van heeft. Je zou op dit niveau hierover moeten praten. Arre zegt dat het Netwerk voor Publieke Dienstverleners (NPD) op dit moment handelt vanuit bestaande regelgeving. Ze zouden meer vrijheid moeten krijgen en achteraf pas iets moeten regelen in de wet. Nathalie stelt voor dat je in de wet kan opnemen dat gegevens uitgewisseld mogen worden.

Mensen zijn in hun vrije tijd heel creatief, maar als ambtenaar durven ze niets vanuit hun hart op tafel te leggen. Wat is het belangrijkste wat hier kan veranderen en wat kan dit doorbreken?

Nathalie zegt dat je als professional altijd jezelf als mens moet meenemen. Je moet elke dag in je buik en in je hart doen wat goed is voor de samenleving. Arre wilt graag een overheid met mensen zoals Nathalie. 

 

Tot slot hebben de host en bankgasten een kans tot een laatste woord

Arre roept op dat de informatiehuishouding bijdraagt aan de transitie. Je kan altijd iets terugdraaien, de overheid heeft overal antwoord op. Je moet ruimte maken zodat ambtenaren beter kunnen bijdragen aan de samenleving.

Nathan zegt dat informatievoorziening heel belangrijk is. We hebben de kans om uitwisselbaarheid van gegevens uit te breiden en dit moet ook gedaan worden.

Eva heeft het erover hoe je ergens komt. Dit moet gebeuren langs de lijnen van het reguliere werk. Je hebt hier iedereen uit de zaal nodig. Deze eerste stappen zijn het belangrijkste.

Michiel zegt weinig vertrouwen te hebben in hele grote wetgevingsoperaties over een periode van tien jaar. Er is dan nog steeds geen eenvoudige wetgeving. We moeten volgens Michiel meer denken aan mechanismen en cultuur bij juristen veranderen over wat we belangrijk vinden. We moeten de overtuiging hebben wat we belangrijk vinden door te laten dringen.

Nathalie haakt hierop in en geeft advies: “Maak het klein, maak het praktisch, zeur niet zoveel, maak fouten en wees transparant!”.

 

Het gehele Reuring!Café is hieronder terug te kijken: