door admin | 9 oktober 2018 | Nieuws
De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) hield op 2 oktober 2018 in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de 87e editie van Reuring!Café in de Glazen Zaal te Den Haag. De avond stond in het teken van schuldenproblematiek. Ook deze keer werden de bankgasten geïntroduceerd met passende gedichten door de gastvrouw Loes Mulder, secretaris-generaal bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het debat werd geleid door VOM-voorzitter en directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW Mark Frequin.
In Nederland kampen 1,2 miljoen huishoudens met schulden, dit kost de maatschappij 11 miljard per jaar. De schuldenproblematiek wordt steeds gecompliceerder, het voorkomen van deze schulden wordt ook steeds ingewikkelder. Partijen die schulden innen kunnen zich beter richten op preventie. Dit kunnen zij het beste doen door samen te werken. De schuldenproblematiek is niet een nieuw probleem, maar de aandacht voor de problematiek krijgt pas sinds kort echt de aandacht die het verdient. Dit komt met name door de financiële crisis; de groep van mensen die schulden hebben is groter geworden.
Eigen schuld, dikke bult
Roeland van Geuns, lector Armoede Interventies bij de Hogeschool van Amsterdam, geeft al aan het begin van het debat aan dat schulden in de afgelopen jaren zijn verschoven van consumptieschulden naar schulden die ontstaan zijn vanuit vaste lasten. Dit houdt in dat mensen hun vaste lasten niet kunnen betalen en zij, wanneer zij één tegenvaller ervaren, makkelijk in de schulden glijden. Daan Hoefsmit, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Centraal Administratiekantoor (CAK), legt daarbij de link met de overheid en stelt dat deze een grote rol speelt in de schuldenkwestie. De overheid is één van de grootste inners van schulden. De overheid is echter in een ouderwets beeld blijven hangen en zij moet af van het beeld dat schulden in alle gevallen te wijten zijn aan het gedrag van de betreffende houder van de schulden. Bernard ter Haar, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie bij het ministerie van SZW, geeft aan dat de overheid meer het gesprek aan moet gaan met mensen in schulden. Dit kan zorgen voor nieuwe inzichten, die leiden naar nieuwe oplossingen. Maarten Schurink, secretaris-generaal bij het ministerie van BZK, voegt daaraan toe dat dit vooral op gemeentelijk niveau moet gebeuren. Gemeenten moeten volgens hem proberen om binnen gezinnen een integrale probleemaanpak te hanteren. Het gaat voor gemeenten nu te vaak over een snelle aanpak om geld te innen. Er zijn grenzen binnen ons overheidssysteem die ervoor zorgen dat mensen die net niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening al snel buiten de boot vallen en daardoor ´vergeten´ worden. Dit kan in de toekomst van deze mensen voor problemen zorgen.
Preventie
Daan Hoefsmit geeft aan dat er meer bereikt kan worden op het vlak van preventie. Er zijn signalen die aantonen dat mensen in de schulden dreigen te geraken. Het eerste wat mensen niet betalen is bijvoorbeeld de verzekering. Tweederde van deze groep nonbetalers is niet bekend bij overheidsinstanties zoals de gemeente. Het CAK mag sinds kort wel de gegevens delen, maar de andere grote vijf organisaties mogen dit nog niet. Dit zorgt voor onzichtbaarheid. Om dit te veranderen is er bestuurlijk lef nodig, zo stelt Hoefsmit. Nu zoeken burgers met schulden namelijk geen hulp, maar zijn ze wel erg blij wanneer zij wel worden geholpen.
Voorspellen van gedrag
Roy Budjhawan, head of Impact Finance bij de ING, geeft aan dat de ING gedrag wil gaan voorspellen aan de hand van voorgaande uitgaven. Zij willen advies geven aan klanten over hoe zij om kunnen gaan met hun uitgaven. Echter stelt hij ook dat klanten zich hier mogelijk niets van aantrekken. Hoefsmit geeft aan dat mensen bepaalde keuzes niet moeten kunnen maken. Hij stelt zo dat een vroegere storting van zorgtoeslag al veel kan bereiken. Mensen hebben de toeslag soms al uitgegeven voor de verzekering betaald moet worden. Hij benadrukt dat de toeslag gelijk naar de verzekeraar zou moeten gaan, dan hoeft men niet de verantwoordelijkheid te dragen.
Samenwerking
Budjhawan zegt dat er steeds vaker samen wordt gewerkt tussen private en publieke organisaties als het op schulden aankomt. Hij benadrukt dat je als overheid op lokaal niveau, sectorbreed, kunt kijken naar de problematiek. Daarna kan er worden opgeschaald. Ter Haar stelt daarbij hardop de vraag waarom er niet wordt gefocust op maatwerk. Organisaties kunnen op die manier beter het gesprek aangaan en zo samen zoeken naar een oplossing. Schurink merkt daarbij echter op dat er niet alleen op de gemeente kan worden vertrouwd in zo’n situatie: ¨Iedereen moet samenwerken om dit te laten werken, zo komen organisaties op andere oplossingen.¨ Volgens Schurink kan 90% van de problemen via het bestaande systeem opgelost worden, maar in de andere 10% moet er anders gehandeld worden. Van Geuns voegt daaraan toe dat er daarvoor een andere instelling moet komen ten opzichte van niet betalende klanten. Hij gaf het voorbeeld van CZ, die vertrouwt haar verzekerden. Mensen die niet betalen zijn mensen die niet kunnen betalen.
Privacy en schulden
Na de pauze werd er ruimte ingeruimd voor vragen uit het publiek. Zo werd er een vraag gesteld over de privacywet en in hoeverre dit het moeilijker maakt om schulden aan te pakken. Hoefsmit geeft aan dat het vooral moeilijker wordt om samen te werken, er mogen namelijk geen gegevens meer gedeeld worden. Ook zegt hij dat je van fraude geen kennis mag nemen. Budjhawan vult hem aan en stelt dat ze bij de ING kunnen zien waar een persoon pint. Hij zegt dat hij bijvoorbeeld kan zien dat iemand elke dag van de week naast het casino pint. Hieruit kan hij concluderen dat iemand veel naar het casino gaat. De ING wil meer met deze informatie doen, maar privacywetgeving verbiedt het.
Na enkele slotvragen sloot Mark Frequin het debat af. Hij adviseerde de aanwezigen vooral verder te praten over dit onderwerp en te blijven eten.
door Myrthe | 20 september 2018 | Nieuws
De jury, onder voorzitterschap van Jetta Klijnsma (commissaris van de Koning Provincie Drenthe) presenteert met trots de drie overheidsmanagers die meedingen naar de titel Overheidsmanager van het Jaar 2018:
- Desirée Curfs – Directeur Stroomopwaarts
- Rob Keet – Teamleider Grootschalig Optreden, Nationale Politie (eenheid Noord-Holland)
- Emine Özyenici – Directeur Informatievoorziening en Inkoop, ministerie van Justitie en Veiligheid
In oktober worden de finalisten op hun werkplek door een afvaardiging van de jury bezocht. Op 19 november zal tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Ridderzaal bekend worden wie van de drie finalisten een plek heeft verworven in de eregalerij en wordt gekroond tot de ‘Overheidsmanager van het Jaar’ 2018. Het thema van deze editie is ‘Leider in Verbinding’.
De jury over Desirée Curfs
Desirée Curfs is een verbinder pur sang. Als directeur Stroomopwaarts in het participatiebedrijf van de gemeente Maassluis, Schiedam en Vlaardingen creëert zij dwarsverbanden tussen deze gemeente, maatschappelijke organisaties, ondernemers en inwoners. Met haar visie inspireert zij haar medewerkers het verschil te maken voor een ander. Als een bevlogen overheidsmanager is zij met haar organisatie het boegbeeld van het werkveld van het sociale domein.
De jury over Rob Keet
Rob Keet, Teamleider Grootschalig Optreden bij de Nationale Politie, toonde zich een ware ‘Leider in Verbinding’ tijdens het oplossen van de moord op Milica van Doorn. Hij wist goed te balanceren tussen de media, de bevolking en de wetenschap en wist hen allemaal op juiste wijze bij de opsporing te betrekken. Mede door zijn volhardendheid en visie in nieuwe opsporingsmethodieken was hij niet alleen van betekenis voor de zaak van Milica van Doorn, maar ook voor vele andere cold cases.
De jury over Emine Özyenici
Als Directeur Informatievoorziening en Inkoop draagt Emine Özyenici bij aan ‘een veiliger en rechtvaardig Nederland’. In deze tijd van digitalisering wordt het steeds belangrijker om als overheid goed te kunnen opereren in de informatiemaatschappij. Emine en haar team krijgen daardoor een steeds belangrijkere rol. Als inspirator voor haar omgeving, zet zij haar expertise, creativiteit en enthousiasme in om tot innovatieve oplossingen te komen.
Over de jury
Behalve voorzitter Jetta Klijnsma (commissaris van de Koning Provincie Drenthe) bestaat de jury uit Jannine van den Berg (politiechef Landelijke Eenheid), Antje Dekker (secretaris-directeur Waterschap De Dommel), Paul Depla (burgemeester Breda), Sandra Groeneveld (hoogleraar Publiek Management, Universiteit Leiden), Bram de Klerck (directeur-generaal Algemene Bestuursdienst), Siebe Riedstra (secretaris-generaal ministerie van Justitie en Veiligheid) en Arre Zuurmond (ombudsman metropool Amsterdam, Overheidsmanager van het Jaar 2016).
Partners
De Verkiezing Overheidsmanager is een initiatief van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM). De uitreiking van de Overheidsawards wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, Ernst & Young (EY), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Huis ter Duin, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Voor meer informatie over de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2018 ga je naar www.overheidsawards.nl of volg ons op Twitter, Facebook en LinkedIn.
door admin | 17 september 2018 | Nieuws
De finalisten van de Verkiezing ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar’ voor 2018 zijn bekend. Tien overheidsorganisaties hielden in Buurtcentrum de Schakel in Utrecht een pitch voor de jury. Na uitvoerig overleg heeft de jury gekozen voor: gemeente Heerhugowaard, Rechtbank Rotterdam en Waterschap Aa en Maas. Deze organisaties gaan met elkaar de strijd aan in de finale, die op 19 november aanstaande wordt gehouden in de Ridderzaal.
De jury over Gemeente Heerhugowaard
De gemeente Heerhugowaard is een moderne overheidsorganisatie die zich blijft doorontwikkelen. De cultuur van ‘denken in kansen’ in combinatie met vraaggericht handelen, openheid, flexibiliteit, inventiviteit en gewoon doen viel de jury in positieve zin op. Door de grote stappen die Heerhugowaard heeft gezet op het vergroten van zonnestroom, windenergie en het verminderen van gas- en elektriciteitsverbruik is de gemeente de koploper in Nederland als het gaat om het realiseren van de ambities van de energie transitie. De gemeente Heerhugowaard heeft de ambitie om top-dienstverlener te zijn en scoort hoog als betrouwbare overheidsorganisatie met een hoge waardering van de dienstverlening.
De jury over Rechtbank Rotterdam
Snel en zorgvuldig, tijdig en toegankelijk zijn de kernwaarden de Rechtbank Rotterdam. Ketenpartners en de maatschappij worden nadrukkelijk betrokken bij het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. De positie van de rechtbank wordt voortdurend aangescherpt aan de wensen van deze tijd. Een concreet voorbeeld hiervan is dat rechters in uitspraken niet alleen de juridische boodschap brengen, maar bij deze uitspraken ook maatschappelijke relevantie betrekken. Waarbij rechtsvinding eerder een kwestie is van maatwerk door professionals in plaats van het strak uitvoeren van regels. Het juridisch en managementjargon maakt plaats voor een meer inclusieve, ‘klare taal’. Tot slot was de jury gecharmeerd van de praktische manier waarop de rechtbank omgaat met vraagstukken over digitalisering.
De jury over Waterschap Aa en Maas
Deze overheidsorganisatie gaat tot het uiterste om te innoveren en hun grenzen te verleggen, waarbij de ontwikkeling van de medewerker centraal staat. De organisatie heeft aangetoond over een groot lerend vermogen te beschikken door het toepassen van ‘learning by doing’ en uit het feit dat meer dan eenderde van de medewerkers een opleiding volgt in de Brabant Aquademie. Het waterschap besteedt veel tijd om duurzaam, energieneutraal en klimaatadaptief te zijn. Aa en Maas is koploper op het gebied van digitale transformatie en geeft dit onder andere vorm in haar eigen data lab. In dit datalab wordt onderzocht hoe de werkprocessen geoptimaliseerd kunnen worden op basis van kunstmatige intelligentie.
Op 17, 24 en 31 oktober ontvangen de finalisten een delegatie van de jury tijdens een werkbezoek. Tijdens het werkbezoek krijgen de finalisten de kans om de jury te overtuigen van het feit dat hun organisatie de beste is.
door admin | 26 juli 2018 | Nieuws
Als (oud-)student bestuurskunde kan je vele richtingen op. De publieke sector ligt het meeste voor de hand, maar de publieke sector is ontzettend breed: de overheid, de semi-overheid en de niet-gouvernementele tak. Die je weer verder kunt onderverdelen in bijvoorbeeld het rijk, de provincies, gemeenten, waterschappen, ZBO’s, uitvoeringsorganisaties, onderwijs- en zorginstellingen, mensenrechtenorganisaties en ga zo maar door. Hierbij komt het probleem dat de overgrote groep bestuurskundestudenten, een breed scala aan interesses heeft en dus geen idee heeft waar hij of zij later terecht wilt komen. De meeste studenten komen per toeval een organisatie binnen, of blijven hangen na hun (afstudeer)stage. In september begin ik aan de master Publiek Management aan de Erasmus Universiteit. Het lijkt mij fijn dat voordat ik een keuze moet maken over waar ik later een ‘publiek manager’ ga worden, ik eens een dagje mee mag kijken bij deze verschillende organisaties en hun managers, zodat ik straks in ieder geval een weloverwogen keuze kan maken. Nu mocht het zo zijn, dat ik (per toeval) terecht gekomen ben bij de Vereniging voor OverheidsManagement en hierdoor makkelijk in contact kan komen met topmanagers binnen de overheid. Ik trok de stoute schoenen aan en heb een aantal van hen benaderd.
Mijn tweede meeloopdag was niet bepaald een thuiswedstrijd, maar de lange weg naar Boxtel gaf mij veel tijd om mij te verdiepen in de organisatie van Antje Dekker: Waterschap de Dommel. Antje is hier sinds 2016 werkzaam als secretaris-directeur. Waterschappen bleven tijdens mijn studie altijd zeer onderbelicht, dus ik ben vandaag extra benieuwd naar wat mij allemaal te wachten staat.
Op het treinstation van Boxtel kom ik Antje al tegen, samen fietsen we langs de Dommel naar het waterschap. Super tof, dat een manager van dit kaliber voor een duurzaam en simpel vervoermiddel als een fiets kiest! Het leuke is ook, dat zij zich totaal niet bewust was van dat ze hier een statement mee maakte toen Antje begon als secretaris-directeur bij het waterschap. Zo heeft ze het namelijk altijd al gedaan.
We kwamen aan bij de Dommel en plaatsten onze fietsen in de fietsenstalling. Antje vertelde mij dat ik mijn fiets niet op slot hoefde te zetten en direct werd ik overspoeld met het warme welkom-in-Brabant gevoel, dat ik de rest van de dag niet meer heb losgelaten. De mensen zijn hier zo open en hartelijk, van receptiemedewerker tot beleidsmedewerker en van secretaresse tot directeur. Hier zal bijna iedereen zich direct thuis voelen.
Onder het genot van een kopje thee liet Antje mij zien wat er vandaag voor ons op de agenda stond, daarnaast legde zij wat uit over het werk dat waterschappen doen en vertelde ze iets over de Dommel. Vervolgens was het tijd voor ons eerste overleg, met de watergraaf Peter Glas. Wederom een ontzettend hartelijke man, die na het formele overleg ook nog de tijd nam om mijn vragen te beantwoorden. Hij vertelde over het werk van een watergraaf en hoe dit in de afgelopen vijftien jaar (!) dat hij als watergraaf bij de Dommel werkzaam is veranderd is.
Na dit interessante gesprek moesten Antje en ik de auto in naar één van de mooiste plekken die het Brabantse landschap rijk is. Een prachtig kasteeltje in de bossen van Haaren. Hier hadden wij een overleg met een van de partners waarmee het waterschap samenwerkt in het zogeheten ‘natuur netwerk’. Omdat Peter als watergraaf hiervan voorzitter is, krijgt Antje als secretaris-directeur automatisch de rol als secretaris/penningmeester in haar schoot geworpen en in deze hoedanigheid zaten wij dan ook hier. Volledig afgeleid door de mooie omgeving, heb ik toch nog wat kunnen leren over de samenwerking die verschillende organisaties in Noord-Brabant met elkaar aan gaan om de natuur te kunnen behouden en beschermen.
Weer terug bij het waterschap was het tijd voor het tweewekelijkse overleg van het Dagelijks Bestuur, dat de ene week een officiële vergadering is en de andere week een B’uurtje (bijpraat-uurtje) met kroketten! Een aantal keer per jaar komt het zo uit dat er toch vergaderd moet worden tijdens het B’uurtje en dat was vandaag het geval. Ik vond het eigenlijk juist wel interessant om te zien hoe zo’n vergadering in elkaar zit. De bestuurders zijn eigenlijk allemaal vrij relaxt naar elkaar toe, maar staan wel voor hun standpunten als dit gevraagd wordt.
Na de vergadering hadden we even geen afspraken en dat was voor Antje een mooi moment om haar mail bij te werken. Ze legde mij precies uit hoe ze dit doet en waarom ze dit doet. Als manager moet je wel een goed systeem hebben voor je mails, anders is het simpelweg niet bij te houden wat er wanneer moet gebeuren. Na het bijwerken van de administratie stond er nog een kort persoonlijk overleg op het programma met een van de dagelijkse bestuurders, voordat we de dag afsloten met het ‘Crisis café’. Dit klinkt niet alleen heel erg leuk, dit was ook heel erg leuk. Iedere grote organisatie heeft een crisisteam die in het geval van nood klaar staan om in te springen, zo ook het waterschap. Momenteel zijn ze bij de Dommel bezig om dit crisisteam een nieuwe invulling te geven, qua mensen en qua rollen. De (gedeeltelijke) nieuwe groep kwam vanmiddag bijeen om elkaar te leren kennen. Antje gaf aan het einde van de middag nog een mooie toespraak over de crisissituaties die zij in haar eerdere rol als gemeentesecretaris meegemaakt heeft, wat zij hiervan geleerd heeft en hoe dit het waterschap zou kunnen helpen in hun aanpak van crisissituaties. Hierna was er nog even tijd om te praten met een aantal van Antje’s vele medewerkers over hun taak binnen het crisisteam en het werken bij de Dommel.
Vandaag heb ik een topmanager gezien die ondanks haar verschillende rollen en taken binnen de functie die zij bekleed, dicht bij zichzelf blijft en een heel prettig mens is om mee samen te werken én om een dagje bij mee te lopen. Antje, dankjewel voor dit unieke kijkje in jouw leven als secretaris-directeur van Waterschap de Dommel. Ik heb veel van jou en jouw collega’s mogen leren vandaag en onwijs genoten van alle Brabantse gezelligheid!
door admin | 24 juli 2018 | Nieuws
Als (oud-)student bestuurskunde kan je vele richtingen op. De publieke sector ligt het meeste voor de hand, maar de publieke sector is ontzettend breed: de overheid, de semi-overheid en de niet-gouvernementele tak. Die je weer verder kunt onderverdelen in bijvoorbeeld het rijk, de provincies, gemeenten, waterschappen, ZBO’s, uitvoeringsorganisaties, onderwijs- en zorginstellingen, mensenrechtenorganisaties en ga zo maar door. Hierbij komt het probleem dat de overgrote groep bestuurskunde-studenten, een breed scala aan interesses heeft en dus geen idee heeft waar hij of zij later terecht wilt komen. De meeste studenten komen per toeval een organisatie binnen, of blijven hangen na hun (afstudeer)stage. In september begin ik aan de master Publiek Management aan de Erasmus Universiteit. Het lijkt mij fijn dat voordat ik een keuze moet maken over waar ik later een ‘publiek manager’ ga worden, ik eens een dagje mee mag kijken bij deze verschillende organisaties en hun managers, zodat ik straks in ieder geval een weloverwogen keuze kan maken. Nu mocht het zo zijn, dat ik (per toeval) terecht gekomen ben bij de Vereniging voor OverheidsManagement en hierdoor makkelijk in contact kan komen met topmanagers binnen de overheid. Ik trok de stoute schoenen aan en heb een aantal van hen benaderd.
Mijn eerste meeloopdag was een thuiswedstrijd. Ik mocht namelijk meelopen met de manager concernstaf van mijn gemeente, de gemeente Leiden: Pim van Vliet. De ochtend begon met een kop koffie en een gesprek om elkaar een beetje beter te leren kennen. Pim vertelde over haar huidige baan, haar carrière hieraan voorafgaand en de gemeente Leiden. Sinds september vorig jaar is Pim hier als ad interim werkzaam, met als doel het versterken van het strategisch vermogen binnen de organisatie en het voorbereiden van de formatiegesprekken na de gemeenteraadsverkiezingen.
De eerste afspraak die op de agenda stond was een overleg samen met de adviseur informatievoorziening, wat onder andere een korte voorbereiding op een vergadering die we later deze middag zouden hebben betrof. Volgend jaar zal de gemeente Leiden haar stadhuis verbouwen, hiervoor moet een grote verhuizing plaatsvinden. Op dit moment zijn zij dus druk bezig met het inrichten van het nieuwe (tijdelijke) gebouw en het nieuwe stadhuis. Dit is een behoorlijk complex vraagstuk, wat vele verschillende handen betreft.
Na het korte overleg hebben wij ons verplaatst naar het kantoor van Pim, voor een last-minute ingelast overleg. Het kantoor van Pim heeft een lichtelijk ouderwets bruine uitstraling, waar de stopcontacten nog als doosjes op de vloer gemonteerd zijn. Het pand is echt toe aan verbouwing dus. Samen met twee beleidsmedewerkers hebben we ons over een brief van de wethouder voor de gemeenteraad gebogen. Het is hierbij van belang dat er inzicht gegeven wordt aan de raad over de achterliggende gedachten van eerder genomen besluiten. Wat eigenlijk best wel gek is, aangezien het Leids college pas sinds mei bezig is en er nu verantwoording afgelegd moet worden over besluiten die hun voorgangers jaren geleden genomen hebben. Tijdens dit overleg klopte de gemeentesecretaris, Jan Nauta, nog even aan de deur en werd ik zo nog in de gelegenheid gesteld om ook hem even te ontmoeten.
Pim en ik moesten snel door naar de eedaflegging van de nieuwe werknemers. Dit werd gedaan door de nieuwe wethouder van Kennis, Onderwijs, Sport & Financiën Paul Dirkse. Nieuw is hierbij een groot woord, gezien Paul ook al in het vorige college van Leiden wethouder was. Alleen heeft hij nu, anders dan vorige collegeperiode, personeelszaken in
portefeuille. Het was zijn eerste eedaflegging, ook de mijne trouwens dus dat hebben we dan gemeen. Nadat iedere ambtenaar officieel beëdigd was: “dat verklaar en beloof ik”, was er tijd voor een lunch. Voor Pim een mooi moment om zichzelf voor te stellen aan haar nieuwe collega’s en voor mij de uitgelezen kans om eens een praatje te maken met de ‘gewone’ Leidse ambtenaar.
Na de lunch stapten Pim en ik op de fiets naar onze volgende locatie. Hier stonden nog twee overleggen op het programma. We begonnen met de projectgroep van het Leidse Werken, dat bezig is met de verhuizing en verbouwing van het stadhuis. Pim verving de afwezige voorzitter en nam de touwtjes goed in handen. Ze gaf alle partijen ruimte om te spreken en zorgde er tegelijkertijd voor dat er gestructureerd en doelgericht gewerkt werd. In een stevig tempo werden de vele agendapunten afgewerkt en anderhalf uur later lagen er duidelijke afspraken en deadlines voor de volgende vergadering op tafel.
De laatste vergadering stond in het teken van regionale samenwerking. De gemeente Leiden werkt samen met de gemeente Leiderdorp, de gemeente Oegstgeest en de gemeente Zoeterwoude als eigenaar van Servicepunt 71. Dit servicepunt vertolkt een groot deel van de (gezamenlijke) bedrijfsvoering van deze gemeenten en zorgt voor collectieve besparingen door schaalvoordelen. In deze vergadering zaten dus van alle gemeenten de hoofden of strategisch adviseurs bedrijfsvoering aan tafel en werd er gekeken hoe dit er nu en in de toekomst uit zou moeten zien. Wat ik opvallend vond, is dat het niet alleen over de grote onderwerpen gaat maar ook over de naar mijn idee kleine onderwerpen, zoals het beveiligd printgebruik van medewerkers.
Met het einde van deze vergadering, kwam er ook een einde aan mijn meeloopdag met Pim. Terwijl ik moe en voldaan huiswaarts keerde, vertrok Pim terug naar het stadhuis om haar achterstallige mails en telefoontjes te beantwoorden, waar de rest van de dag nauwelijks tijd voor was geweest.
Manager zijn van de concernstaf van de gemeente Leiden is, zoals ik al had verwacht, geen standaard negen tot vijf kantoorbaan, waar je steevast achter je bureautje naar een computerscherm zit te staren. De dagen zijn gevuld met afspraken, afwisselend tussen beleids- en bedrijfsvoering, en je wordt geacht vrijwel altijd paraat te staan om last-minute noodgevalletjes in je agenda op te kunnen nemen. Ik mocht deze dag kennis maken met een topmanager die betrokken is, humor heeft, een duidelijke taal spreekt en bovenal veel plezier heeft in haar werk. Pim, dank je wel voor dit kijkje achter de schermen bij jou en de gemeente Leiden.
Een week na mijn bezoek aan Pim, werd bekend gemaakt dat Pim de nieuwe gemeentesecretaris van Leiden zal worden. Ik denk dat zij een grote aanwinst is en zal zijn voor de gemeente Leiden.
door admin | 22 mei 2018 | Nieuws
De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) is een netwerk van vernieuwende overheidsmanagers uit alle lagen van het openbaar bestuur in Nederland. De VOM heeft ruim 1000 leden. Als interbestuurlijk netwerk voor overheidsmanagement willen we een bijdrage leveren aan de ambities om dwars door bestuurslagen en door organisaties heen, grenzeloos ervaringen uit te wisselen over ons vak. Steeds meer collega’s zijn trots om overheidsmanager te zijn. De VOM helpt om hier een gezicht aan te geven. Dit doen wij door het organiseren en faciliteren van verschillende activiteiten met het doel om verder te werken aan de professionalisering van bestuur en management. Ook proberen wij een visie te creëren op ontwikkelingen in het openbaar bestuur, deze te bundelen en uit te dragen, en kennis en ervaringen uit te wisselen over het vak van de ambtenaar/publieke manager.
De afgelopen jaren organiseerden we diverse activiteiten, zoals debatten tussen topbestuurders (Reuring!Cafés), maaltijdgesprekken en dialoogtafels en waren we verantwoordelijk voor OMOOC.nl en Platform Overheid. Elk jaar organiseren wij daarnaast de OverheidsAwards met daarbinnen de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar en de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar. Tot slot brengen wij regelmatig publicaties uit, doorgaans in samenwerking met andere partijen. Deze zijn hier te lezen. Het VOM-netwerk wordt in haar werkzaamheden ondersteund door Bureau VOM: een klein team van jonge, enthousiaste professionals.
Wat bieden wij?
Een stageplaats bij een kleine organisatie waar je zoveel verantwoordelijkheid gegeven wordt als je aankan. We bieden je ruimte tussen innovatieve en enthousiaste overheidsmanagers. Er zijn verschillende activiteiten op te pakken, o.a. afhankelijk van jouw ervaring en interesses. Bijvoorbeeld:
- Meedenken over en ontwikkelen van MOOCs (online cursussen) die wij als mede-oprichter voor OMOOC produceren in samenwerking met een opdrachtgever. Je bent betrokken bij de vormgeving van de cursussen, het vullen van de inzichten en het organiseren van online of offline bijeenkomsten.
- Het organiseren van Reuring!Cafés (debatten tussen topbestuurders) en meehelpen aan de inhoudelijke en organisatorische opzet hiervan.
- In gesprek gaan met topambtenaren en wetenschappers in het kader van platform O en het organiseren van dialoogtafels (discussieprogramma´s) die aansluiten op relevante, maatschappelijke thema´s.
- Het organiseren van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar, de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en de jaarlijkse uitreiking van de OverheidsAwards in de Ridderzaal.
- Het ondersteunen van de communicatie rondom diverse activiteiten: contact met locaties, leveranciers en deelnemers, maar ook meedenken over promotie, aankleding en drukwerk.
- Helpen om onze bestaande en nieuwe communicatiekanalen, zowel online als offline, te versterken. Doel is het (blijven) binden van overheidsmanagers aan de VOM: hoe zorgen we dat meer leden op de hoogte blijven van initiatieven en activiteiten en hoe moedigen we ze aan zelf actief te zijn?
- Het strategisch meedenken over de rol van de overheidsmanager in en rondom actuele thema’s en deze kennis toegankelijk maken voor overheidsmanagers zelf.
- De mogelijkheid om een dag mee te lopen met een van onze bestuursleden.
Wie zoeken wij?
Het zou fantastisch zijn als je én creatief, én assertief, én ondernemend, én nauwkeurig, én sociale media-expert, én een teamspeler bent. Maar je mag bij één van de vereisten een joker inzetten. Wij zoeken vooral een stagiair met energie en doortastendheid. Een proactieve stagiair die zijn/haar netwerk binnen en rondom de overheid wil vergroten. Dus interesse in actuele maatschappelijke thema’s en openbaar bestuur is een vereiste.
Vergoeding en uren
- Na een proefperiode van een maand een stagecontract voor een half jaar (start augustus/september 2018)
- 32-36 uur per week
- Stage- en reiskostenvergoeding conform regeling rijksoverheid (€ 550,- bij een 36-uurs stage)
Ben je geïnteresseerd en pas jij in bovenstaand profiel? Mail dan jouw motivatie en CV naar nick@vom-online.nl. Meer informatie via Nick Toet (06-30099416).