Professionele reflectie met elkaar? Begin met intervisie!

Professionele reflectie met elkaar? Begin met intervisie!

Wil je vaker sparren met je collega’s over situaties waar je in je werk tegenaan loopt? Misschien kan intervisie je helpen. Via InterCoach is het mogelijk om een intervisiegroep te starten. De sessies worden dan begeleid door een collega van de Rijksoverheid die hier speciaal voor is opgeleid.

“Intercoach leidde de afgelopen jaren ongeveer 100 ervaren coaches op tot intervisiebegeleider. Zij begeleiden groepen naast hun ándere baan bij de overheid”, vertelt Danielle Boonman, programmamanager bij InterCoach. Maar wat is intervisie nu eigenlijk? “Het is leren van elkaar. Collega’s doen een beroep op elkaar om mee te denken over werkgerelateerde vraagstukken. Niet door meteen oplossingen aan te dragen, maar door op een methodische wijze de vraag te verkennen. Denk hierbij aan het afpellen van een ui, iedere keer een laagje eraf tot je bij het hart van het vraagstuk uitkomt”, zegt Daniëlle.

Volgens haar is Intervisie voor iedereen geschikt. “Iedereen kan meedoen, maar je kunt je niet individueel aanmelden voor intervisie. We werken we het liefst met een vooraf samengestelde, gemotiveerde groep. Denk aan mensen met een gelijksoortige functie zoals managementondersteuners, leidinggevenden of een team.”

Wereld achter de vraag
Tijdens intervisie komen uiteenlopende onderwerpen aan bod. “Deelnemers brengen bijvoorbeeld vragen in over het voeren van slechtnieuwsgesprekken, het omgaan met dominante personen of het goed laten lopen van werkprocessen. Soms lijkt iets een kleine vraag, maar dan schuilt er een hele wereld achter. Dat maakt het interessant”, zegt Danielle.

Collega ambtenaar als begeleider
Hetty Lucassen, in het dagelijks leven hoofd van de afdeling Handhaving en Gegevensuitwisseling bij het ministerie van SZW, is één van de intervisiebegeleiders. Ze ziet het als een voordeel dat ze zelf ook bij de overheid werkt. “Ik weet bijvoorbeeld hoe de processen lopen en hoe de overheid werkt. Dat maakt het gemakkelijker om een probleem te doorgronden. Maar ik zorg wel altijd voor afstand. Ik begeleid bijvoorbeeld geen sessies binnen SZW.” Hetty vindt het belangrijk dat intervisie zinvol is voor de hele groep en niet alleen voor de casusinbrenger. “Aan het einde van de sessie vraag ik aan alle deelnemers wat zij eraan gehad hebben en wat ze meenemen naar hun eigen werk. De meeste casussen zijn voor iedereen herkenbaar.”

Mensen echt helpen
Ze beleeft veel plezier aan het begeleiden intervisiegroepen. “Als afdelingshoofd bij SZW heb ik een hectische baan waarin ik snel beslissingen moet nemen. Ik krijg er veel energie van om daarnaast met groepen de diepte in te gaan en mensen echt te helpen. Mijn doel is dat de hele groep met positieve energie weggaat. Tot nu toe lukt dat gelukkig altijd!”

Wil je meer weten over intervisie? Kijk dan op de website van InterCoach.

 

De VOM zoekt stagiairs!

De VOM zoekt stagiairs!

De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) is hét interbestuurlijke netwerk van professionals in de publieke sector! De VOM is dé organisatie waarbinnen leidinggevenden en professionals van verschillende overheidsorganisaties elkaar ontmoeten om samen te bouwen aan de overheid van de toekomst. Dat doet de VOM als initiator van een aantal projecten. De projecten van de VOM worden georganiseerd vanuit Bureau VOM: een team van jonge, enthousiaste mensen. Bij ons ligt de nadruk op het organiseren van reuring, verrassing en vernieuwing, met als uitgangspunt het informeel samenbrengen van ambtenaren en het agenderen van maatschappelijke thema´s die aandacht verdienen.

Wat doen wij?
We organiseren diverse activiteiten, zoals debatten tussen topbestuurders (Reuring!Cafés), maaltijdgesprekken en dialoogtafels, die aansluiten op relevante, maatschappelijke thema´s. Als medeoprichter van OMOOC ontwikkelen we MOOCs (online collegereeksen) om ambtenaren in alle overheidslagen te inspireren en te voeden met praktische oplossingen voor vraagstukken in de maatschappij. Ook gaan we het gesprek aan met topambtenaren en wetenschappers in het kader van Platform O. Tot slot organiseren we de Overheidsawards, waarbij in de Ridderzaal de awards voor de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar en de Overheidsmanager van het Jaar worden uitgereikt.

Wat bieden wij?
Er zijn verschillende activiteiten op te pakken o.a. afhankelijk van jouw ervaring en interesses, bijvoorbeeld:

  • Meedenken over en ontwikkelen van MOOCs die wij als medeoprichter voor OMOOC produceren in samenwerking met een opdrachtgever. Je bent betrokken bij de vormgeving van de cursussen, het vullen van de inzichten en het organiseren van online of offline bijeenkomsten.
  • Het organiseren van Reuring!Cafés en meehelpen aan de inhoudelijke en organisatorische opzet hiervan.
  • In gesprek gaan met topambtenaren en wetenschappers in het kader van Platform O.
  • Het organiseren van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar, de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en de jaarlijkse uitreiking van de Overheidsawards in de Ridderzaal.
  • De mogelijkheid om een dag mee te lopen met een van onze bestuursleden.

Het liefst start je vanaf februari/maart voor 32 – 36 uur per week voor een half jaar (één maand proeftijd). Je ontvangt een stage en reiskostenvergoeding conform regeling Rijksoverheid (€ 550,- bij een 36-uurs stage). De VOM is binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te Den Haag gevestigd.

Wie zoeken wij?
Het zou fantastisch zijn als je creatief, assertief, ondernemend, nauwkeurig, een sociale media-expert en een teamspeler bent. Maar je mag bij één van de vereisten een joker inzetten. Daarnaast ben je bezig met HBO of WO of master-opleiding. Je bent een proactieve stagiair die zijn/haar netwerk binnen en rondom de overheid wil vergroten. Dus interesse in actuele maatschappelijke thema’s en openbaar bestuur is een vereiste. Tot slot woon je binnen een straal van 70 km van Den Haag.

Ben je geïnteresseerd en pas jij in bovenstaand profiel? E-mail dan jouw CV en motivatie (200-400 woorden) naar nick@vom-online.nl. Meer informatie via Nick Toet (06-30099416).

Verslag Reuring!Café #88 | Zijn wij slim bezig in Nederland met Smart Mobility? | 27 november

Verslag Reuring!Café #88 | Zijn wij slim bezig in Nederland met Smart Mobility? | 27 november

Op dinsdagavond 27 november vond de 88ste editie van Reuring!Café plaats. Thema was ditmaal slimme mobiliteit. Files, vertraging en uitval van het openbaar vervoer zijn kwesties waar menig reiziger dagelijks mee te maken heeft. Dit zorgt voor frustratie, maar de mobiliteit blijft groeien, dus we moeten op zoek naar slimmere oplossingen. Slimme mobiliteit kan als oplossing dienen voor verbetering van vervoer op de weg, het spoor of in de lucht. Slimme mobiliteit is een manier om intelligenter te reizen. Recente ontwikkelingen en ambities tonen ons al dat auto’s uitgerust kunnen worden met functies als automatisch parkeren of het controleren van oogbewegingen, om te voorkomen dat een bestuurder in slaap valt. Welke ontwikkelingen zijn er nog meer te verwachten, hoe stimuleert de overheid deze ontwikkelingen en hoe werkt de overheid samen met de industrie en wetenschap?

Voertuigen die zich datagestuurd voortbewegen kunnen tot een verbetering van de verkeersveiligheid leiden. Toch kent iedereen ook de nieuwsartikelen over de gevoelde zorgen over zelfrijdende auto’s . Helpt de zelfrijdende auto of de zelfrijdende trein om veiliger te reizen? En gaat het om techniek of om gedrag als we willen innoveren? Kunnen we door slimme oplossingen nog beter gebruik maken van onze infrastructuur?

In dit Reuring!Café stonden we daarom stil bij vragen als: ¨Werken de overheid, industrie en wetenschap wel goed samen?¨, ¨Zijn we in Nederland goed bezig als we in de mobiliteitstop van de wereld willen opereren?¨ en ¨Zijn we in Nederland slim bezig met Smart Mobility?¨. Het panel was divers. De overheid, de wetenschap en het bedrijfsleven waren alledrie vertegenwoordigd. Mobiliteit is een sectoroverstijgend vraagstuk, dus naast discussie vulden de bankgasten en de host elkaar veelal aan.

Van Nederland een showcase maken

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Steven van Eijck, voorzitter van de RAI Vereniging. Van Eijck opende enthousiast de avond en lichtte kort de aanleiding van het Reuring!Café toe. ¨We hebben het in Nederland vaak over mobiliteit, hebben veel aandacht voor nieuwe techniek, maar voeren bijna nooit een debat waarin de verbinding tussen techniek, beleid en de praktijk gelegd wordt.¨, zo stelde hij. Het aanstaande debat moest volgens Van Eijck vanuit de gezamenlijke doelstellingen gevoerd worden, bijvoorbeeld op het gebied van verkeersveiligheid en milieu.

Van Eijck introduceerde de bankgasten daarop door middel van een limerick, waarna debatleider Frequin een kort gesprek met iedere gast voerde. Frequin vroeg Maurice Geraets, managing director bij NXP Semiconductors Nederland, bijvoorbeeld naar zijn rol binnen het debat dan later zou volgen, waarop Geraets antwoordde: ¨NXP is zoals je weet een chipfabrikant. Onze chips zijn te vinden in vrijwel iedere auto. Ik neem dus deel aan dit debat vanuit de technologische sector. Aan de gezamenlijke doelstellingen die Steven al benoemde kan NXP vooral op het gebied van technologie een bijdrage leveren.¨.

Ook Bart Smolders, division director Mobility bij Siemens Nederland, bevestigde de doelstellingen en zei: ¨We moeten van Nederland een showcase maken. Voorop lopen op het gebied van slimme mobiliteit. Er is op dit moment teveel sprake van versnippering tussen sectoren, waardoor dat onmogelijk wordt. Een debat als dit is daarom waardevol.¨. Marieke Martens. director of science van de Unit Traffic & Transport bij TNO en professor Intelligent Transport Systems bij de Universiteit Twente, voegde daaraan toe dat ook vanuit de wetenschap baat ervaren wordt bij een meer intensieve samenwerking.

Het opschalen van experimenten

Het eerste deel van het debat richtte zich vooral op de rol van de techniek en hoe de overheid daarmee om zou kunnen gaan. Smolders stelde daarbij dat Nederland een mooie voedingsbodem vormt voor het uitvoeren van experimenten: ¨Nederland is klein en die kleine schaal maakt testen van technologie goed mogelijk.¨ Toch stelt hij dat Nederland bij het opschalen van geslaagde pilots naar grotere projecten vaak de boot mist. Geraets stelt dat die boot vooral gemist wordt op het gebied van bijvoorbeeld leefbaarheid in steden, bijvoorbeeld binnen de doorstroming. Floor Vermeulen, gedeputeerde bij de provincie Zuid-Holland, bevestigt dat en denkt dit probleem vooral op te kunnen lossen door coördinatie en samenwerking binnen en tussen verschillende afdelingen bij de overheid te verbeteren. Martens voegt daaraan toe dat de overheid op het gebied van logistiek nu al moet inspelen op de toenemende mate van technologie. Proactief zijn dus.

Framing

Van Eijck sneed in het tweede deel van het debat nog kort het onderwerp inclusie aan: ¨Iedereen moet betrokken blijven en het gesprek dat tijdens dit evenement gevoerd wordt moet hier niet eindigen. Doorgaan dus.¨ Hij kon daarop op bijval rekenen van de zaal. Ook stelde hij dat framing binnen het vraagstuk van mobiliteit een belangrijk onderwerp is: ¨De techniek is er vaak al, maar onderzoek toont dat het gebruik ervan onder burgers vaak achterblijft. Laten we vooral ook een soort campagne voeren om met de ontwikkelingen aan de slag te gaan. Het heeft immers zoveel te bieden.¨

Mark Frequin sloot de avond af, bedankte alle bankgasten en de host en adviseerde iedereen om vooral mee te eten. Het Indische buffet werd ook ditmaal verzorgd door de Big Improvement Day, die weer zal plaatsvinden op 15 januari 2019.

Overheidsawards | De winnaars zijn bekend! | 20 november

Overheidsawards | De winnaars zijn bekend! | 20 november

Op 19 november 2019 zijn de winnaars van de verkiezingen “Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2018” en “Overheidsmanager van het jaar 2018” bekend gemaakt. De titel Overheidsmanager van het Jaar 2018 is voor Emine Özyenici. Als een ‘Leider in Verbinding’ heeft ze haar van oorsprong intern gerichte directie zichtbaar gemaakt door naar buiten te treden en actief de verbinding op te zoeken waar dat niet vanzelfsprekend is. Waterschap Aa en Maas is verkozen tot “Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2018”. Het Waterschap zet mooie stappen in de digitale transitie met een eigen datalab waar de innovatiekracht vanuit de organisatie wordt aangevuld met data- scientists en samenwerkingen van buiten.
Wij willen de finalisten feliciteren met de prijzen en de finalisten bedanken voor hun inzet.

De jury over Emine Özyenici
Als directeur Informatievoorziening en Inkoop draagt Emine bij aan een digitaal toekomstbestendig Nederland. In deze tijd van constant verdergaande digitalisering wordt het steeds belangrijker om als overheid goed te kunnen opereren in de informatiemaatschappij. Dit vergt aanpassingsvermogen, de rol van Emine en haar team hierin is van groot belang. Als een ‘Leider in Verbinding’ heeft ze haar  van oorsprong intern gerichte directie zichtbaar gemaakt door naar buiten te treden en actief de verbinding op te zoeken waar dat niet vanzelfsprekend is. De jury is onder de indruk van de authentieke leiderschapsstijl van Emine en haar vermogen om partijen met verschillende belangen te overtuigen van het gezamenlijk belang. Emine is daarmee een rolmodel voor huidige en toekomstige leidinggevenden.

De jury over Waterschap Aa en Maas
Waterschap Aa en Maas is een zelfbewuste overheidsorganisatie die een aantoonbare doorwerking heeft met vele bewezen resultaten in de praktijk. Zo heeft het Waterschap mooie stappen gezet in de digitale transitie, met onder meer een eigen data-lab, waarin de innovatiekracht vanuit de organisatie wordt aangevuld met data-scientists en samenwerkingen van buiten. Verder vult waterschap Aa en Maas haar maatschappelijke taak anders in, door van handhavende overheid te veranderen naar een partner voor inwoners en bedrijven waar elkaars belangen in duurzame structurele

 

Verslag lunchbijeenkomst | Productiviteitstrends en doelmatigheid in de publieke sector

Verslag lunchbijeenkomst | Productiviteitstrends en doelmatigheid in de publieke sector

Krijgt de Nederlandse burger tegenwoordig meer waar voor zijn belastinggeld dan pakweg dertig jaar geleden?
Deze vraag stond centraal tijdens de lunchbijeenkomst die op woensdag 17 oktober 2018 door het ministerie van BZK (Directie A&O) werd georganiseerd. De onderzoekers van het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE Studies) gaven antwoord op deze vraag en presenteerden in vogelvlucht de stand van zaken van het productiviteits- onderzoek in de publieke sector. IPSE Studies doet, met steun van het ministerie van BZK, al meer dan tien jaar toonaangevend onderzoek naar de doelmatigheid van de publieke sector. Onderzoek dat zeer dienstbaar is aan de missie van BZK: een goed en slagvaardig openbaar bestuur. Frans van Dongen (ministerie van BZK) gaf de aftrap, gevolgd door presentaties van IPSE-onderzoekers Thomas Niaounakis en Alex van Heezik. Als afsluiter werd de website www.trendsinpubliekesector.nl gelanceerd, een gebruikersvriendelijke open access database over prestaties van de publieke sector.

Meten is weten
Thomas Niaounakis gaf een kijkje in de keuken van het onderzoek van IPSE. Het onderzoek van IPSE richt zich op het meten en analyseren van de prestaties en doelmatigheid van publieke instellingen: de relaties tussen input en output en het proces daartussen. Bij input gaat het bijvoorbeeld om de inzet van geldstromen, terwijl het bij output gaat het om de publieke waarde die publieke instanties vervolgens leveren. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van meetbare kengetallen, zoals het aantal afgehandelde rechtszaken en het aantal rijbewijzen, of de kwaliteit van de dienstverlening. In de afgelopen tien jaar heeft IPSE Studies tal van organisaties en sectoren onder de loep genomen, variërend van het openbaar bestuur tot ziekenhuizen en het onderwijs tot de juridische keten.

Twee sporen
Het onderzoek van IPSE heeft twee sporen. Het eerste spoor richt zich op vergelijkende onderzoeken. Het gaat om vergelijkingen tussen instellingen, bijvoorbeeld tussen gemeenten, onderwijsinstellingen of ziekenhuizen. Daarbij staat de vraag centraal: wat kunnen we leren van deze vergelijkingen? Het tweede spoor betreft trendanalyses van organisaties en sectoren. IPSE gebruikt de onderzoeken niet om simpele ranglijstjes te maken (‘goed’ of ‘slecht’), maar om te laten zien hoe publieke organisaties hun prestaties kunnen vergelijken met die van andere organisaties, kunnen leren van best practices en kennis kunnen verkrijgen om te investeren in een betere performance. Daarbij gaat het in het bijzonder om de
verhoging van de productiviteit.

Uitdaging bij het doen van doelmatigheidsonderzoek
Volgens IPSE zijn de drie belangrijke uitdagingen voor doelmatigheidsonderzoek in de publieke sector: meetbaarheid, vergelijkbaarheid en gegevensbeschikbaarheid. De output van de publieke sector is beperkt meetbaar en er zijn ook geen marktprijzen om de output mee te waarderen. Vergelijkbaarheid is daarentegen in de publieke sector gemakkelijker dan in de markt, omdat de informatie die benut wordt vaak reeds openbaar is. Tot slot is het lastig om goede gegevens te vinden over de output van publieke instellingen, omdat de verantwoording daarover vaak te kort schiet. IPSE heeft zich in de loop der tijd
gespecialiseerd om dit soort problemen te tackelen.

Alex van Heezik ging vervolgens in op de centrale vraag van de bijeenkomst: krijgt de burger meer of minder waar voor zijn geld dan vroeger? En waarom wel of niet? De trendstudies van IPSE Studies geven daar antwoord op. De afgelopen jaren heeft het instituut de trends in productiviteit van 15 publieke sectoren onderzocht, variërend van rechtspraak, basisonderwijs, politie, ziekenhuizen tot drinkwaterbedrijven. Daarbij werd vooral bezien welke invloed beleidsinterventies gehad hebben op de productiviteit binnen de sectoren. Heeft het beleid effect gehad? Welke maatregelen werken wel en welke niet? Van Heezik liet zien dat veel maatregelen weinig effect hebben gesorteerd. Zo blijkt marktwerking weinig vruchten af te werpen. Schaalvergroting werkt aanvankelijk wel positief, maar is inmiddels te ver doorgeschoten en heeft nu vaak een negatief effect op de productiviteit. Budgettering blijkt wel een effectief instrument om de productiviteit te verhogen. Dat blijkt vooral uit de productiviteitsontwikkeling van het wetenschappelijk onderwijs. Die groeit heel sterk doordat de groei van rijksbijdrage steeds achterblijft bij de groei van de studentenaantallen. Andere sterke groeiers zijn de netwerksectoren (drinkwater, spoorwegen en energie) en de ziekenhuizen. Niet toevallig allemaal sectoren met een sterk technisch georiënteerd productieproces.

Lancering database trendsinpubliekesector.nl (TiPS)
Aan het einde van de bijeenkomst werd de website www.trendsinpubliekesector.nl gelanceerd. Deze website biedt een schat aan informatie over kosten, prestaties en productiviteit van de publieke dienstverlening. Bij de lancering van de database ging als eerste het domein Veiligheid en Justitie online (sectoren Politie, Rechterlijke Macht en Gevangeniswezen). In de eerste helft van 2019 komt daar het domein Onderwijs bij. Naast trendcijfers over kosten en prestaties vanaf 1980, vinden bezoekers in TiPS ook cijfers over de kwaliteit van de dienstverlening. Beleid speelt vaak ook een belangrijke rol en kan positief of negatief uitpakken. Ook deze beleidseffecten zijn in TiPS inzichtelijk gemaakt.

Meer informatie over de onderzoeken, publicaties en activiteiten van IPSE kunt u vinden
op de website van IPSE.
En wilt u op de hoogte blijven van IPSE-nieuws, dan kunt u zich hier inschrijven voor de
IPSE-nieuwsbrief.

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar| Onderzoek Overheidsorganisatie van het Jaar

Beste Overheidsorganisatie van het Jaar| Onderzoek Overheidsorganisatie van het Jaar

Afgelopen jaar is er door drie master studenten van de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar de prestaties en het innovatievermogen van de finalisten van de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Alle 13 finalisten van de jaren 2014 t/m 2017 zijn in dit onderzoek geanalyseerd op basis van verschillende criteria, met name de criteria die door de jury zijn opgesteld. In de analyse wordt duidelijk waarom deze organisaties zo bijzonder zijn. De eindrapportage bevat een mooi overzicht van de finalisten van de afgelopen jaren ter inspiratie voor anderen, inspiratie om te verbeteren en te innoveren.

Klik hieronder voor het onderzoek.
Leren van de Beste Overheidsorganisaties