Verslag Reuring!Café #92 | De markt en het sociaal domein | 15 mei

Verslag Reuring!Café #92 | De markt en het sociaal domein | 15 mei

Op woensdagmiddag 15 mei vond de 92ste editie van Reuring!Café plaats in de Jaarbeurs in Utrecht. Thema was ditmaal de markt en het sociaal domein. Zijn de regels rond de aanbesteding van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning een uitkomst of zorgen zij voor een probleem? Is er verandering nodig in het sociaal domein en hoe gaan we voor die verandering zorgen? Na de grote veranderingen in 2015 staan we nog steeds voor grote opgaven. Nieuwe regels en wetgeving kunnen voor verbetering zorgen of meer bureaucratie opleveren. Hoe pakt het zorgveld dit aan?

In deze editie van Reuring!Café gingen bank, host en debatleider in op de uitdagingen en dilemma’s van aanbestedingen in het zorgveld. De overheid en de private sector waren beiden vertegenwoordigd.

Administratieve lasten

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Rob Jonkman, wethouder bij de gemeente Opsterland en lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal. Over het aanstaande debat zei Jonkman al aan de start dat hij het graag wilde hebben over de vraag of aanbesteden in het sociaal domein een uitkomst is of juist een belemmering vormt. Een vraag die ook in Europa besproken moet worden, zo stelde hij: “Laten we vanuit Nederland alvast een wensenlijstje formuleren.”

Jonkman introduceerde de bankgasten door middel van een limerick, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. Mariënne Verhoef, bestuurder bij Spirit! Jeugd & Opvoedhulp, gaf in dat voorgesprek al een antwoord op de door Jonkman gestelde vraag: “Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk, omdat ik iets doe voor de maatschappij, maar aanbestedingen gooien zo nu en dan roet in het eten. Ze leiden tot administratieve lasten en een angst om met elkaar te praten.”

Zorg zonder verkeerslichten

Ans de Maat, directievoorzitter van het Nederlands Jeugdinstituut, bracht al vrij vroeg in het debat de decentralisatie van de zorg ter sprake: “De decentralisatie is een transformatie geweest, zonder goed nagedacht te hebben over de standaarden van zorg en of gemeenten over voldoende middelen beschikken om die standaarden te waarborgen.” Het argument dat vaak gegeven wordt voor decentraliseren is het bieden van maatwerk aan complexiteit. Relatief eenvoudige opgaven, zoals opvoedvragen, worden nu echter steeds vaker als zorgvraag behandeld, terwijl informatievoorziening voldoende kan zijn. Niet alles is complex, zo stelde zij. Ze opperde onderzoek te doen naar veelvoorkomende problemen in de zorg, zodat die in de toekomst eenvoudiger opgelost kunnen worden. Jonkman voegde daaraan toe dat gemeenten bij de decentralisatie onvoldoende onderkend hebben hoe gelaagd problematiek in de zorg soms kan zijn.

Stephan Valk, bestuursvoorzitter van de Parnassia Groep, stemde met die opmerking in. Valk vervolgde het debat met de opmerking dat aanbestedingen vaak te complex in elkaar zitten. “We moeten niet tot in den treuren de rechtmatigheid willen waarborgen.”, zo stelde hij. Op de vraag van debatleider Frequin over of alle regels dan maar afgeschaft zouden moeten worden, reageerde hij ontkennend: “Regels zijn soms nodig, maar we moeten bij het vormen van die regels veel meer naar de uitvoering kijken. Als je op het Spui in Den Haag de verkeerslichten weghaalt, zoeken verkeersgebruikers zelf uit hoe ze zo veilig mogelijk oversteken. Minder regels kan in dat geval leiden tot minder ongelukken. Dat kan ook in de zorg het geval zijn.”

Projecten over de langere termijn

Francien Anker, loco-gemeentesecretaris bij de gemeente Alphen aan den Rijn, stelde het concept ‘tijd’ in aanbestedingen soms onhandig te vinden: “Soms moet je voor een langere tijd aanbesteden, zodat je samen met een aanbieder een transformatie door kan maken.” Daarbij is het afwegen van waarden met de aanbieder voor de aanbesteding gedaan wordt van cruciaal belang, vulde De Maat aan.

De bankgasten gaven aan het bovendien belangrijk te vinden om je voor de aanbestedingen te verdiepen in de zorgvrager. Luisteren naar elkaar is het credo.

Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 17:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken. De band zette daarop de muziek in.

Overheidsmanager van het Jaar | Wat de titel voor Emine heeft betekend

Overheidsmanager van het Jaar | Wat de titel voor Emine heeft betekend

Op 19 november 2018 werd Emine Özyenici (directeur Informatievoorziening en Inkoop, ministerie Justitie en Veiligheid) in de Ridderzaal uitgeroepen tot de Overheidsmanager van het Jaar 2018. “Vanwege haar type leiderschap, het creëren van verbinding binnen de organisatie naar buiten en een voorbeeld voor velen, was Emine het toonbeeld van het thema Leider in Verbinding”, aldus juryvoorzitter Jetta Klijnsma. Een halfjaar later stelden we de vraag wat de titel voor haar heeft betekend.

Emine (nu CIO bij de SVB): “Tijdens de gesprekken met de jury werd mij gevraagd wat mijn bijdrage zou kunnen zijn als ik overheidsmanager van het jaar zou worden. Ik heb toen aangegeven dat ik me graag inzet op het verder brengen van de digitaliseringsagenda van het Rijk; in gesprek zou willen gaan met groepen over verbindend en inclusief leiderschap; en een rolmodel zou willen zijn voor diversiteit in organisaties.  En dat is precies hetgeen de titel me heeft gebracht.

Ik geef veel lezingen op het gebied van digitalisering (o.a. bij Nijenrode), ben dagvoorzitter op congressen en geef introducties over leiderschap bijvoorbeeld aan de NSOB. Ik ben met de SER in gesprek gekomen hoe diversiteit en inclusie verder te brengen binnen mijn huidige werkkring én daarbuiten. Het heeft me dan ook verrijkt in de zin dat ik weet voor welk leiderschap ik sta en dat ook kan uitdragen, maar ook in verbinding gebracht met vraagstukken (diversiteit en inclusie binnen organisatie) waar ik een steentje aan kan bijdragen. Mooie ontmoetingen en nieuwe ervaringen met een recente uitblinkerslunch met Koning en Koningin als kers op de taart! Wat de titel de organisaties waar ik voor werk brengt is trots: trots op het vak van bijvoorbeeld CIO, maar ook trots op de positieve manier waarop de organisaties in beeld komen.  Dat is een mooie ervaring en een hele eer om aan mee te werken. Ik blijf dan ook de jury en haar voorzitter zeer dankbaar voor het toekennen van de titel!”

Kick-off | Startup in Residence | 21 mei

Kick-off | Startup in Residence | 21 mei

Meld je aan voor de aftrap SiR-BZK op 21 mei

Wil je weten hoe BZK met startups samenwerkt, wat de ‘Startup way of working’ inhoudt en welke startups nu aan de slag zijn met BZK-uitdagingen? Kom dan naar de kick-off van het Startup in Residence- programma. Het event wordt geopend door staatssecretaris Knops in het Auditorium van BZK. De ochtend is gevuld met pitches, een prijsuitreiking en aansluitend een heerlijke streetfood lunch.

Op 21 mei maak je kennis met de vijf winnende startups en hoor je welke oplossingen zij hebben voor de BZK-challenges op het gebied van Digitale inclusie, Aardgasvrije wijken, Gebruik van pachtgronden, Spoedzoekers op de woningmarkt en MijnOverheid.

Onze staatssecretaris, Raymond Knops, opent de kick-off en vertelt welke kansen er liggen in het samenwerken met startups en wat we als overheid kunnen leren van de ‘startup way of working’. Na de pitches van de winnende startups en de prijsuitreiking markeren we de start van het allernieuwste programma: SiR 2020! Hier werken we samen met het ministerie van EZK, LNV, de gemeente Den Haag aan gezamenlijke challenges met brede maatschappelijke impact, binnen en buiten de overheid. Hiermee werken we aan een solide startup ecosysteem voor en door de overheid.

Na afloop is er een lekkere streetfood lunch en de kans om met elkaar en de winnende startups in gesprek te gaan.

Meld je aan en reserveer

  • Datum: 21 mei
  • Tijdstip: 10.30-12.00 gevolgd door een lunch en een startup markt
  • Locatie: Auditorium BZK/Turfmarkt 147
  • Meld je hier aan. Let op, het aantal kaarten zijn beperkt.

Heeft jouw afdeling ook een interessante challenge die je graag wilt voorleggen aan een innovatieve startup, of wil je meer weten over de ‘Startup way of working’, zoek dan het SiR programma op na afloop in de foyer.

Meer informatie

Het Startup in Residence (SiR) programma is in het leven geroepen om samenwerking tussen overheden en startups mogelijk te maken. Binnen het programma worden maatschappelijke challenges uitgezet bij startups met de oproep om een innovatieve oplossing aan te leveren. De beste startups werken vijf maanden ‘in residence’ samen met ambtenaren en stakeholders aan een demo. Bij een succesvolle demo kan het ministerie ‘launching costumer’ worden en de oplossing aankopen.

Wil je meer weten over Startup in Residence of de kick-off op 21 mei, stuur dan een mail naar startupinresidence@minbzk.nl.

Overheidsawards | Nominatieperiode is geopend! | 8 mei

Overheidsawards | Nominatieperiode is geopend! | 8 mei

Op 19 november 2019 worden de Overheidsawards uitgereikt aan de Overheidsmanager van het Jaar 2019 en de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Welke manager of organisatie moet namens jou genomineerd worden? Vanaf vandaag is de mogelijkheid tot nomineren voor beide verkiezingen geopend.

De verkiezingen hebben het doel om transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur te bevorderen door het werk van goede overheidsmanagers en organisaties uit te lichten en te belonen. Jetta Klijnsma, juryvoorzitter van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, is op zoek naar vooruitstrevende managers die passen binnen het thema ‘Kompas in Zwaar Weer’, managers die achter hun mensen staan en hen steunen. Vooral wanneer het moeilijk wordt.

Jan van Zanen, juryvoorzitter van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar, wil een krachtige organisatie bekronen die met de constante wil om te verbeteren het verschil maakt. Een organisatie die zicht heeft op de uitdagingen die in haar omgeving spelen en daarop inspringt.

Nominaties voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar zijn welkom tot1 juli 2019. Nomineren voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar is mogelijk tot 5 augustus 2019. Nomineer jouw overheidsmanager en overheidsorganisatie via www.overheidsawards.nl/nomineer

De Verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samenwerking met Binnenlands Bestuur, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Wil je de opening van de nominatieperiode delen op social media? Bekijk hier de tweet voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019, hier de tweet voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2019.

VOM Jaardiner 2019 | Hoe sta je als overheidsmanager achter je mensen?

VOM Jaardiner 2019 | Hoe sta je als overheidsmanager achter je mensen?

Op 16 april vond het VOM Jaardiner 2019 plaats in de Glazen Zaal. De avond stond in het teken van het thema voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019. Hoe sta je als overheidsmanager achter je mensen, ook en vooral als het moeilijk wordt? Tijdens het diner kregen de gasten, geïnspireerd door twee boeiende speeches, de kans om dit thema uit te diepen en een slogan te verzinnen voor de verkiezing.

De avond begon met een inhoudelijke bijdrage van Sandra Groeneveld, hoogleraar Publiek Management aan de Universiteit Leiden en jurylid van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar. Zij nam de gasten mee naar het eerste juryoverleg van dit jaar, dat vlak na de Provinciale Statenverkiezingen en de aanslag in Utrecht plaatsvond. Ze vertelde hoe het gesprek in het kader van deze gebeurtenissen al snel haar weg vond naar de uitdagingen voor het openbaar bestuur die dergelijke gebeurtenissen creëren.

Want hoe je het ook wendt of keert, als er iets misgaat in de maatschappij – of we het nou hebben over een aanslag of iets anders – zijn het de ambtenaren die het aanspreekpunt zijn. Het zijn de ambtenaren die verantwoordelijk worden gehouden en dat zorgt er vaak voor dat zij in de wind staan wanneer er iets fout gaat. Cijfers van het CBS laten zien dat het vertrouwen in publieke instituties de laatste jaren licht toeneemt, maar dat tegelijkertijd nog geen 50% van de Nederlandse bevolking zegt vertrouwen te hebben in hun ambtenaren. Hoe belangrijk is het dan voor een overheidsmanager om – zeker in moeilijke tijden – achter zijn of haar mensen te gaan staan?

Om de tafelgesprekken over dit thema verder te inspireren gaf Jannine van den Berg (politiechef Landelijke Eenheid en lid van de Executive Committee van Interpol) een tweede inhoudelijke bijdrage met een praktische inslag. Ze noemde vanuit haar eigen ervaring als overheidsmanager en haar eigen ervaring mét overheidsmanagers een aantal pakkende voorbeelden waarin managers voor het blok werden gezet.

Het is namelijk niet altijd eenvoudig om achter je mensen te gaan staan en er is niet één vaste manier waarop je dat kunt doen. Leidinggevenden hebben de inherente taak om te reageren wanneer er iets gebeurt in hun organisatie, maar hoe, naar wie en op welke manier, is in iedere situatie anders. Er moet rekening worden gehouden met de medewerkers, maar ook met de legitimiteit van de organisatie en die twee gaan niet altijd hand in hand. Juist dat maakt het bewonderenswaardig wanneer een overheidsmanager op de goede manier, op het goede moment achter zijn of haar mensen staat.

De avond werd afgesloten door Mark Frequin, bestuursvoorzitter van de VOM en DG Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hij ging langs de tafels om input over het thema en potentiële sprekers voor de Overheidslezing op te halen. Hoewel de gasten van het diner allemaal over hetzelfde themagebied praatten, kwamen er verschillende inzichten aan bod. Zo had de ene tafel het over vertrouwen met de slogan ‘VertrouwensManager van het Jaar’: bij een goede manager staat vertrouwen voorop, waarbij je vertrouwen in jezelf hebt en vertrouwen in je mensen. De andere tafel had het juist over daadkrachtigheid: een manager moet in moeilijke tijden als een koorddanser tussen de maatschappij en zijn organisatie kunnen fungeren. Zij/hij moet de druk vanuit de samenleving in zekere mate herkennen, en een luisterend oor bieden, maar ook opkomen voor de organisatie. Hierbij hoorde het slogan ‘Daadkrachtig begripvol’. Ook zijn o.a. slogans als ‘Ruggesteun met Woord en Daad’ en ‘Durven dienen’ aan de tafels genoemd.

Een andere invulling van het thema, een invulling waarbij de overheidsmanager als ware als kompas fungeert in zwaar weer, maakte veel los. “Een goede overheidsmanager is iemand die richting geeft aan zijn/haar medewerkers en hen begeleidt bij het navigeren door de uitdagingen van deze tijd. Iemand die een houvast biedt voor medewerkers, ook én vooral als het moeilijk wordt.” De jury van de verkiezing, die zich na afloop van het diner boog over de input van de gasten, besloot uiteindelijk te gaan voor de slogan ‘Kompas in Zwaar Weer.’ Binnen dat thema zal dit jaar een overheidsmanager gekroond worden.

We willen alle gasten graag hartelijk bedanken voor hun waardevolle input.

Voor meer informatie over de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar ga je naar www.overheidsawards.nl of volg ons op Twitter, Facebook en LinkedIn. Je kunt je ook aanmelden voor onze speciale Verkiezingsnieuwsbrief.

Wouter Welling bij het UWV | MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’  | 9 april

Wouter Welling bij het UWV | MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’ | 9 april

 

Op dinsdag 9 april vond er op het hoofdkantoor van het UWV, in Amsterdam een bijeenkomst plaats met Wouter Welling, presentator van de MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’. Onderwerp van de bijeenkomst was de digitalisering van de overheid en de dilemma’s die digitalisering inherent met zich meebrengt.

Met een groep medewerkers van het UWV ging Wouter Welling het gesprek aan over deze dilemma’s. Leidraad voor het gesprek waren de inzichten van de MOOC die Welling presenteerde. In ieder inzicht van de MOOC kwam een ander deelonderwerp van digitalisering aan bod. Tijdens de bijeenkomst passeerden digitale identiteit, digitale inclusie, de rol van het algoritme en digitale grondrechten de revue.

De bijeenkomst werd afgetrapt met digitale identiteit: “Hoewel er op allerlei vlakken veel winst wordt geboekt met de digitale ontwikkeling van de overheid, zitten er ook een aantal keerzijden aan de digitale transitie.” Het onderwerp digitale identiteit, ofwel de digitale gegevens die we achterlaten als we online zaken regelen, maakte meteen veel los. Als je gebruik maakt van online diensten, zowel in de private sector als de publieke sector, laat je namelijk persoonsgegevens achter. In hoeverre ben je dan  werkelijk vrij om te bepalen wat je wel en niet wilt delen? Welke aanbieders van digitale diensten accepteren jouw vrijheid om iets wel of niet te delen?

Naast het achterlaten van gegevens, was ook digitale inclusie één van de onderwerpen die werden aangestipt tijdens de bijeenkomst: “Dat de overheid veel meer zaken digitaal regelt is mooi voor de mensen die begrijpen hoe ze met deze digitale veranderingen moeten omgaan, maar heel lastig voor de mensen die niet digitaal vaardig zijn.” Moet je de digitale infrastructuur ontwerpen voor een autonome burger of voor de afhankelijke burger? Moet je accepteren dat sommige mensen niet kunnen meekomen, of moet je ervoor zorgen dat iedereen kan meekomen? Is dat überhaupt mogelijk?

Een andere uitdaging op het gebied van digitalisering die de medewerkers van het UWV vanuit hun eigen werk belangrijk vonden, is het dilemma dat zich voordoet met het gebruik van algoritmen. Algoritmen zorgen er enerzijds voor dat veel zaken automatisch geregeld kunnen worden. Anderzijds zijn algoritmen een generieke oplossing, die vaak geen rekening houdt met afwijkende gevallen. Is het mogelijk om in die algoritmes zo aan te passen dat ze van de standaardregel kunnen afwijken in specifieke gevallen?

Aan het einde van de bijeenkomst kwamen ook de digitale grondrechten, en met name het ontbreken daarvan, ter sprake: “In het door ontwikkelen van onze digitale infrastructuur zijn we eigenlijk een beetje vergeten om regels op te stellen voor, bijvoorbeeld, het registreren van data.” Wouter Welling gaf het UWV mee dat er een kans ligt voor Nederland en Europa om koploper te worden in het ontwikkelen van technologieën die digitale grondrechten waarborgen.

De bijeenkomst werd een dialoog waarin de medewerkers van het UWV vanuit hun eigen achtergrond hun mening en ideeën deelden met Wouter Welling. Zeker met lastige onderwerpen, zoals digitalisering, is het belangrijk om de dialoog aan te gaan en samen te kijken hoe we verbetering kunnen aanbrengen in het huidige beleid. Wil je meer weten over de onderwerpen uit dit verslag? Kijk dan de MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’!