Op dinsdagmiddag 4 februari vond de 98ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal het verankeren van Europese waarden in technologie, in specifiek in kunstmatige intelligentie. Een auto die ons van A naar B brengt zonder dat je er zelf over na hoeft te denken. Een systeem dat de politie in Amsterdam op basis van eerder verzamelde informatie over inbraken helpt bij het voorspellen van de kans op een nieuwe kraak. Een computer die een specifieke kankersoort kan herkennen door het scannen van weefselmonsters, met veel meer succes dan wanneer onderzoekers zo’n scan doen. Het gebeurt! Informatietechnologie, robotisering en kunstmatige intelligentie begeven zich op een veld dat zich razendsnel ontwikkelt en heel veel mogelijkheden voor de publieke sector biedt. De nieuwe uitvindingen hebben de potentie om beleid- en besluitvormingsprocessen efficiënter en effectiever te maken. Toch levert de opkomst van nieuwe technologie ook veel vraagstukken op, zoals de eerder genoemde waardenborging. In deze editie van Reuring!Café gingen we in op de vraag: “Hoe loodst Europa ons door tijden van digitale onzekerheid?”
Leren van concrete voorbeelden
Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Ingelise de Boer, werkzaam bij het Liaisonbureau van het Europees Parlement in Den Haag, met uitgebreide kennis op het gebied van Europese wet- en regelgeving. Aan de start van het debat gaf De Boer aan dat iedereen ziet dat kunstmatige intelligentie enorme kansen kan bieden. Tegelijkertijd, zo stelde ze, moeten er kaders vormgegeven worden om dat concept het beste tot zijn recht te laten komen: “In 2007 is er al een resolutie aangenomen, waarin de Europese Commissie gestimuleerd werd om investeringen op het gebied van AI te versnellen. Inmiddels is het 2020 en eindelijk lijkt de technologie prioriteit te krijgen, door inzet van Ursula von der Leyen, de commissievoorzitter. Laten we het vanavond hebben over hoe we de zak geld die beschikbaar komt voor AI het beste kunnen investeren.
De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek sprak hij eerst met Petra Delsing, kwartiermaker Artificial Intelligence bij het ministerie van IenW. Delsing stelde graag met AI aan de slag te willen binnen haar organisatie, maar te merken dat er nog onvoldoende concrete voorbeelden zijn die tonen hoe dat kan. In het tweede gesprek dat Frequin voerde, reageerde Jeroen van den Hoven daarop, professor Ethiek en Techniek bij de TU Delft en onderzoeker in de European Group on Ethics in Science and New Technologies (EGE) bij de Europese Commissie, door te stellen dat de TU Delft een grote hoeveelheid van dergelijke voorbeelden kan tonen.
Niet alles dichtregelen
Nadat alle bankgasten op het podium plaats hadden genomen, lichtte Van den Hoven enkele concrete voorbeelden toe waarbij de TU Delft inzet levert om AI transparant te maken: “AI is op dit moment te ondoorzichtig. Je moet AI zien als een robot met een geheim. Dat geheim is door de mens lastig te ontdekken, dus kun je andere robots vragen om voor jou op die ontdekkingstocht te gaan. Je laat systemen met elkaar communiceren. De uitkomsten van die onderlinge communicatie kun je als mens vervolgens weer gebruiken om de eerste robot aan te passen in jouw voordeel, zodat je hem voortaan wel begrijpt. Op basis daarvan kun je ook wetten gaan maken.” Delsing reageerde daarop: “Ik word altijd een beetje kriebelig van meer wetgeving. We weten nog maar net hoe AI werkt en dan willen we het nu al dichtregelen.” Van den Hoven stelde vervolgens: “Klopt inderdaad. Daarom is het verstandig om eerst prioriteit te geven aan de meest urgente kwesties. Zaken die zo schrijnend zijn dat er nu wetgeving nodig is. De rest kunnen we dan rustig ontdekken.”
Jonas Onland, vertegenwoordiger namens de VNG in het partnerschap Digital Transformation of the Urban Agenda bij de Europese Commissie, pleitte daarnaast niet alleen voor meer regelgeving: “Wetgeving is vaak veel te abstract. We moeten eerst aan de slag met een technisch framework dat aan onze Westerse normen voldoet.”
AI for humanity
Frequin vroeg halverwege de eerste helft van het debat Steven Luitjens, programmamanager en strategisch adviseur bij I Interim Rijk bij het ministerie van BZK, het podium op te komen, en stelde hem de vraag wat de rol van Europa is binnen AI. “Europa moet scenario’s uitdenken, die samen een beeld geven van de kanten die AI op kan gaan. We kunnen ons in de richting van China begeven, of in de richting van de VS.”, stelde Luitjens daarop. Van den Hoven reageerde: “China gaat uit van AI for control, de VS van AI for profit. Europa moet uitgaan van AI for humanity.”
Frequin vroeg hoe we dat moeten doen, waarop zowel Van den Hoven als Onland antwoordden dat dat een kwestie is van experimenteren en opschalen. “Geef bijvoorbeeld startups de ruimte om ethische AI te ontwikkelen en investeer daarin, zodat die ethische AI de markt overneemt.”, zo stelde Onland.
Na een pauze was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.