Verslag Reuring!Online #2.1 | Lessen voor het toeslagenstelsel; doen de Belgen het beter? | 2 maart
Op dinsdagmiddag 2 maart vond het eerste deel van ons tweeluik over hervorming van het toeslagenstelsel plaats. U kunt het webinar vanaf één dag na plaatsvinden terugkijken via deze link.
Met de recente parlementaire ondervragingscommissie naar de kindertoeslagenaffaire en het aftreden van kabinet-Rutte III bereikte de aandacht voor het Nederlandse toeslagenstelsel onlangs een hoogtepunt. Maar die aandacht is niet nieuw. Al jarenlang wordt er gesproken over hoe het anders kan en moet. Maar op enkele verbeteringen na, ziet ons systeem er na al die jaren nog hetzelfde uit. In Vlaanderen heeft men enige tijd geleden een andere afslag genomen.
Vlaamse ervaringen
Stel je voor… alle toeslagen voor kinderen, van kinderbijslag tot extra toekenningen voor gezinnen met lage inkomens en zorgtoeslag voor de ondersteuning van kinderen met een handicap, gebundeld in één werkwijze. Dat is het geval in Vlaanderen, waar voor 1,6 miljoen kinderen alle kindgebonden bijdragen automatisch toegekend en overgemaakt worden, zonder dat ouders hiervoor een aanvraag hoeven in te dienen.
Hoe ziet deze werkwijze eruit? En hoe kwam die tot stand? Daarover ging Menno Spaan, oprichter en directeur van Haagse Beek organisatieadvies, tijdens een webinar in gesprek met Leo van Loo, gedelegeerd bestuurder bij het Vlaamse agentschap Uitbetaling Groeipakket.
Hoe ziet dat stelsel eruit?
Het stelsel van sociale zekerheid in België beslaat vier typen uitkeringen: pensioenen, ziekteverzekeringen, werkloosheidsverzekeringen en kinderbijslagen. Met een staatshervorming in 2011 is de uitkering van kinderbijslag naar de vier Belgische gemeenschappen overgeheveld, namelijk naar de Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de Vlaamse gemeenschap is in 2021 €3.770.725.217,- aan kindertoeslagen uitbetaald.
Kinderbijslag stond in Vlaanderen lang op zichzelf. De staatshervorming van 2011 bracht daar verandering in, omdat deze hervorming de kans opwierp om het systeem van kindregelingen integraler te gaan inrichten. Bovendien deed zich daardoor de mogelijkheid voor om een systeem van automatisering rondom deze regelingen op te tuigen. Vlaanderen greep, met de overdracht van de bevoegdheid inzake de kinderbijslag, de opportuniteit aan om het systeem te vereenvoudigen, maar vooral ook om van de kinderbijslag een basispijler te maken van een geïntegreerd gezinsbeleid, met aandacht voor de bestrijding van kinderarmoede. Vlaanderen introduceerde het ‘Groeipakket’.
Het Groeipakket bestaat uit een startbedrag bij de geboorte van het kind, een maandelijkse kinderbijslag, een extra schoolbonus bij de start van het schooljaar, een zorgtoeslag voor de ondersteuning van kinderen met een handicap, pleegkinderen en weeskinderen, een sociale toeslag voor kinderen uit een gezin met minder inkomen en een participatietoeslag, bestaande uit de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslag en de schooltoeslag.
Het doel en het ‘waarom’
Het doel van de beweging in Vlaanderen was ervoor zorgen dat elk kind en elk gezin zo automatisch mogelijk voorzien wordt van alle toelagen en toeslagen waar ze recht op heeft. Op een juiste, volledige, tijdige en traceerbare manier. De beweging trachtte ervoor te zorgen dat toelagen en toeslagen voor gezinnen zo geïntegreerd en harmonisch mogelijk geregeld zijn, met ondersteuning bij opvoedingskosten, rekening houdend met inkomen, ondersteuning bij zorgnoden, ondersteuning voor maatschappelijke participatie en geconnecteerd met andere (niet financiële) ondersteuningsnoden van gezinnen.
Vlaanderen hervormde het systeem aan de hand van vijf concepten.
- Het recht van de werkende ouder verschoof naar recht van het kind. Dat betekent dat voor alle kinderen die in Vlaanderen wonen automatisch onderzocht wordt of er recht op toeslag is of niet.
- Al dan niet werken speelt geen rol meer in de beoordeling van het recht op sociale toeslagen. Alleen de inkomenssituatie wordt bekeken.
- Voordien was de kinderbijslag een recht van de vader, meestal uitbetaald aan de moeder. Nu is er een systeem van begunstigden, waarbij de ouders of opvoeders de verantwoordelijkheid moeten delen.
- Er is aandacht voor participatie. Participatie gaat over deelname aan Vlaams onderwijs en Vlaamse kinderopvang, ook voor kinderen die in Brussel of Wallonië wonen. Aan de hand van inschrijvingsgegevens worden de rechten van schoolgaande kinderen automatisch onderzocht.
- Er is betere doeltreffendheid ten aanzien van kinderarmoede.
Rolverdelingen binnen het systeem
Het Vlaamse kindertoeslagensysteem hanteert een strikte rolverdeling tussen drie zaken. Het agentschap, de organisatie waar Leo leiding aan geeft, is de bij het uitkeren betrokken kennisautoriteit. Alle interpretatie en regulering wordt voorzien door het agentschap. Dit zorgt voor eenheid in optreden. Het betaalsysteem zorgt er daarnaast voor dat Vlaanderen zo automatisch mogelijk alles kan toekennen tegen de geringst mogelijke kosten. De uitbetalers hebben tot slot de opdracht om de gezinnen die in aanmerking komen voor toeslagen te begeleiden, zowel door beslissingen te nemen in het gezinsdossier wanneer het systeem dat nodig maakt, als door uitleg te verschaffen.
De uitbetalers fungeren ook als schild tussen gezinnen en beslissingen die het systeem opdringt, zowel qua informeren, voorlichten als escaleren in het kader van beslissingen die het gezin in moeilijkheden zou kunnen brengen.
Resultaten
Het Groeipakket heeft ertoe geleid dat veel nieuwe kinderen een sociale toeslag zijn gaan ontvangen. Dat aantal kinderen is met 9,48% gesteden. Het betreft met name kinderen in gezinnen waar de ouders werken maar ze een laag inkomen hebben. Het oude systeem deed zo’n 300.000 uitbetalingen, op aanvraag. Het nieuw systeem doet 480.000 uitbetalingen, automatisch.
Goed contact met de klant vindt Vlaanderen belangrijk. Dat moet via digitale wegen, maar ook via telefonisch loket en fysiek loket kunnen. Het aantal loketten is na invoering van het Groeipakket enorm gestegen. Dat komt met name door samenwerking met partnerorganisaties.
Omgang met fouten en fraude
Ook de menselijke maat wordt in Vlaanderen niet vergeten. Een basisprincipe van het Groeipakket is het vermijden van terugvordering van bedragen die tot stand kwamen op basis van gegevens waarover de overheid beschikt. De Vlamingen kiezen eerder voor rechtzetting van toekomstige toekenningen.
Het systeem beschikt daarnaast over uitgebreide bezwaarprocedures die burgers kunnen bewandelen als zij menen dat hen onrecht is aangedaan. Dat kan via de uitbetaler van het Groeipakket, via de klachten- en bemiddelingsdienst van het agentschap, via een geschillencommissie (te vergelijken met een administratieve rechtbank), een beroep bij de burgerlijke rechtbank en een beroep bij de hogere rechtbanken.
Wat kan Nederland leren van het Groeipakket?
Op 9 maart om 17:00 uur vindt er in navolging van het webinar een digitaal Reuring!Café plaats, waarin we inzoomen op de Nederlandse uitdagingen en de koppeling maken met hetgeen de Vlamingen ons geleerd hebben. Lees hier meer over het evenement.