Reuring!Café #102 | Verslag | Aan wat voor Europa wil jij werken? | 26 oktober
Video
Verslag
De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) organiseerde op 26 oktober 2021 de 102e editie van het (hybride) Reuring!Café over de Conferentie over de Toekomst van Europa, in samenwerking met het Liaisonbureau van het Europees Parlement en de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland. Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.
Aan wat voor Europa wil jij werken?
In het laatste anderhalf jaar hebben we niet veel vooruit kunnen plannen. Met de crisis kwamen vaak veranderende omstandigheden en boeken vol maatregelen, die we allemaal continu moesten bijhouden. Maar het kan ook juist dan goed zijn om naar de toekomst te kijken. Te reflecteren over waar we zijn – en waar het proces ons naartoe leidt. Op persoonlijk en professioneel vlak; op nationaal en internationaal niveau.
Wij horen allemaal vaak in abstractie over Europa. Maar waar zien we ‘Europa’ nou terug in ons dagelijks leven? Wat voor rol spelen in jouw werk de dringende vraagstukken in die Unie? En burgers en het klimaat? Is het niet allemaal een ver-van-je-bed-show? Hoe kan jij en je collega’s de toekomst van de #EUolifant helpen bepalen? Deze en andere belangrijke vragen kwamen tijdens deze editie van Reuring!Café aan bod.
De toekomst van de EU wordt de komende maanden besproken binnen de Conferentie over de Toekomst van Europa. Deze conferentie is een door burgers aangestuurde reeks debatten, discussies en initiatieven, waar mensen uit heel Europa hun ideeën kunnen delen en mee kunnen bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst. Tijdens deze editie van Reuring!Café reflecteerden we op de eerste resultaten van de conferentie en voeren we het gesprek over waar het binnen Europa anders moet – en wat al goed gaat.
Tijdens het gesprek kwam naar voren dat de Conferentie over de Toekomst van Europa een burgerinitiatief is, dat zich nog niet eerder op dergelijke schaal heeft plaatsgevonden. Iedereen in het panel was, niet geheel verrassend, erover eens dat burgers gehoord dienen te worden, maar sommige panelleden stelden wel vragen of deze Conferentie daarvoor wel het middel is. Voorstanders benadrukten het open gesprek dat dicht bij de burger gevoerd werd over onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Tegenstanders gaven aan dat het blijven praten over EU-aangelegenheden en regelgeving op het niveau van de EU-implementatie van dergelijke sentimenten belemmert.
Daaropvolgend kwam een prikkelende discussie over het Europa wat men in de toekomst wilde hebben. Betekent een sterk Europa sterke lidstaten? Betekent het een sterke EU? Krijg je dan niet een veelspalt aan meningen op EU-beleidsniveau? Hoe ziet succesvolle samenwerking eruit, kan je dat terugbrengen tot federalisme of functionalisme? Zijn wij als Nederlanders bereid om een stukje controle opgeven? Maar ook: willen we niet liever een stukje nationale controle opgeven als dat betekent dat we niet een speelbal van de geopolitiek worden? Zitten wij in die situatie?
Onder het panel kwam naar voren dat de discussies die plaatsvinden onder het mom van de Conferentie ooit weerklank dienen te vinden in beleid. Die waardevolle gesprekken moeten opgepakt worden door beleidsmakers. Er was verdeeldheid onder het panel of dit ook het geval zou zijn. Desondanks werd er aangegeven door Alexander dat bij het vinden van een oplossing het niet gaat om het hebben van een afgestemd draaiboek. Het gaat om het aanhouden van korte lijnen, het makkelijk kunnen voeren van een gesprek, en dat je elkaar kent in de EU. Daarbij zou deze Conferentie goed kunnen helpen.
Na een initiële sparringsronde was er nog kort ruimte voor een aantal vragen uit de zaal en chat. Zo werd het panel gevraagd naar de noodzaak van de Conferentie, en of iedere paar jaar stemmen niet voldoende was. Daaropvolgend kwam er een discussie op gang over een eventueel preferendum, de prioriteiten van de EU en de verantwoordingscapaciteit daarvan. Ook werd benadrukt dat de Conferentie toch een manier is om op een heel bereikbaar vlak het gesprek aan te jagen over de EU, en gaan nadenken over wat we met deze gesprekken doen. Deze discussie over burgerdialogen en een maatschappelijk proces liep over in een vraag of het monetair beleid van de EU leek op functionele integratie. Hierop was het panel verdeeld. Het werd genoemd als een driver van integratie, een voorbeeld van federalisme, en een klep op macro-economische aanpassingsmogelijkheid van lidstaten. Desondanks werd deze vraag afgesloten met de opmerking dat niet iedere oplossing past in alle lidstaten, en dat in de EU men elkaar beter moet leren begrijpen.
Hieropvolgend kwam een vraag over de Nederlandse visie op de EU. Waar is deze te vinden in het gefragmenteerde Nederland? En wat betekent dat voor ons? Zijn wij daardoor juist pragmatisch, of blijven we daardoor achter? Via een slotvraag over internationale veiligheid kwam een discussie op gang over of de EU ‘de taal van macht’ moet leren, en of/hoe deze naast de NAVO kan bestaan.
Als slotmededeling wilde Wepke Kingma nog benadrukken dat de discussie veel stof gaf tot nadenken, en aantoonde dat er veel kanten aan de EU zitten die boeien. Mendeltje van Keulen gaf aan dat in debatten die niet over de EU gaan, het toch mooi zou zijn dat wij een stukje van de EU terug zouden zien. Alexander van den Bosch benadrukte dat iedereen onderwerp is van de toekomstvisie van de EU, en dat we met deze Conferentie de goede kant op gaan, en dacht dat de gevoerde gesprekken ons dwingt om verder te ontwikkelen. Dorien Rookmaker sprak haar hoop uit voor de EU, en voor Europa. Zij pleitte ervoor dat men binnen de EU moet proberen om echt naar elkaar te luisteren, om elkaars bedoelingen te doorgronden. Dan is het mogelijk om samen tot oplossingen te komen, en vast te stellen waar men het wel mee over eens is. De Conferentie kan dan een aanloop zijn tot een stuk wederzijds begrip en uitwisseling van opvattingen. Tot slot brak René Leegte een lans ervoor dat de Kamer zelf ook werk maakt van het rapport van de commissie-Bosman. Men kan de EU daadwerkelijk beter maken, en daarbij moet men stappen durven zetten. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.
Deze vragen en opmerkingen stonden centraal in de hybride editie van Reuring!Café. Je kan dit café terugkijken via de streamlink. Reuring!Café richt zich op het fysiek én virtueel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was tijdens deze editie onze debatleider. Host was Wepke Kingma, Gezant voor de Conferentie over de Toekomst van Europa bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en voormalig Nederlandse ambassadeur te Duitsland.
De bankgasten van deze editie van Reuring!Café waren:
- Dorien Rookmaker, Europees Parlementslid namens Meer Directe Democratie en lid van de commissie Transport & Vervoer
- Mendeltje van Keulen, Lector research group “Changing Role of Europe” bij de Haagse Hogeschool
- René Leegte, voormalig rapporteur democratische legitimiteit en lid van de Tweede Kamer namens de VVD
- Alexander van den Bosch, Senior-Adviseur Europese Zaken bij het Huis van de Nederlandse Provincies
Trailer OMOOC “Waar is Europa van?”
Voor degenen die verder geïnteresseerd zijn in de EU en bestuur: Bekijk onze OMOOC-reeks hier!