Op maandagavond 1 april vond in het kader van de MOOC ‘Digitalisering doet ertoe’ de 91ste editie van Reuring!Café plaats. Thema was ditmaal data. De overheid verandert steeds meer in een datagedreven organisatie. Met data vult de belastingdienst onze belastingformulieren vooraf in, brengt de AIVD veiligheidsrisico’s in kaart en bepaalt de SVB wie wel en wie geen kinderbijslag ontvangt. Het verzamelen van data, waaronder persoonsgegevens en informatie over inkomens, tracht de dienstverlening van de overheid naar de burger onder meer te verbeteren. Tot wanneer is het vastleggen van deze data echter maatschappelijk verantwoord? Hoe blijft de overheid voldoen aan alle ethische principes en aan onze grondrechten? Het verzamelen van gegevens door de overheid vraagt om een gemeenschappelijke actie rondom wat de publieke sector en burgers correct en acceptabel vinden. Hoe geven we die samen vorm? Hoe leert de overheid de ‘taal van data’ spreken? Wat is er nodig voor het waarborgen van doelbinding, proportionaliteit en maatschappelijk draagvlak?
In deze editie van Reuring!Café gingen bank, host en debatleider in op de uitdagingen en dilemma’s van datagebruik binnen de overheid. Het panel van dit Reuring!Café was wederom divers. De overheid en de private sector waren beiden vertegenwoordigd.
Kansen en plichten van data
Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van IenW en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisatie bij het ministerie van BZK. Voordat Van Wallenburg het debat startte, opende zij in haar rol als jurylid de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. Ze legde uit waarom men de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar zou moeten nomineren. Ze noemde het belang van de verkiezing en riep op om organisaties te aan te melden. Ben of ken jij een parel binnen het openbaar bestuur? Nomineer deze hier!
Over het aanstaande debat zei Van Wallenburg vervolgens dat zij hoopte het te kunnen hebben over de kansen van data, maar ze stelde vooral ook aandacht te willen besteden aan de plichten die datagebruik met zich meebrengt. Wat betekent het bijvoorbeeld voor onze grondrechten? Van Wallenburg sprak uit het mooi te vinden hierover met een voltallig vrouwelijk panel in gesprek te kunnen.
Ze introduceerde de bankgasten door middel van een limerick, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. Marleen Stikker, directeur van de Waag Society, zei in dat gesprek het noodzakelijk te vinden dat de overheid meer ruimte geeft aan initiatieven van burgers: “De overheid moet minder dominant zijn en zichzelf iets minder op de voorgrond plaatsen. Er zijn zoveel ideeën in de samenleving over zorgvuldig en nuttig gebruik van data. Laten we die ideeën benutten.”
Een andere architectuur
In het debat bestond veel overeenstemming over de grote uitdaging die data met zich meebrengt. Sandra van Heukelom-Verhage, advocaat-partner bij Pels Rijcken, stelde dat de overheid meer bezig moet zijn met de toekomst. “De huidige samenleving vraagt om een andere architectuur van onze overheid. We moeten onszelf anders gaan organiseren”, voegde Stikker daar aan toe.
Die architectuur ontstaat langzamerhand, mede door initiatieven van overheden en burgers, benadrukte Yvonne van der Brugge-Wolring, algemeen directeur Logius bij het ministerie van BZK: “Apps als Irma van de gemeente Nijmegen tonen ons dat we steeds meer toe gaan naar een online omgeving waarin we in plaats van hele bulken data, slechts enkele attributen met elkaar delen.”
Column Wouter Welling
In de onderbreking van het Reuring!Café sprak Wouter Welling, beleidsmedewerker Digitale Overheid bij het ministerie van BZK, een column uit. In de column stond hij stil bij de omgang met het vraagstuk van digitalisering binnen de overheid. “Net zoals velen van jullie, fiets ik wel eens naar mijn werk met een positief gevoel over wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dat het de goede kant op gaat, dat we weten wat we aan het doen zijn en dat het mooi is dat ik daar een bijdrage aan mag leveren. Ook fiets ik wel eens naar mijn werk met een sombere stemming. Dan denk je: waar doen we dit allemaal voor, wat is het toch een puinzooi en waar zijn de competente mensen gebleven?”, zo sprak hij. Lees de volledige column hier terug.
Lea Bouwmeester, senior adviseur zorgtransformatie, digitale vaardigheden en e-health bij het ECP, platform voor de InformatieSamenleving, greep de column van Welling aan om nogmaals te benadrukken dat de ambtenarij ontzettend goed bezig is op dit thema.
Allocatie en representatie
Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Eén van de vragenstellers vroeg aan Stikker waarom databescherming nou zo belangrijk is. “Enerzijds door het vraagstuk van representatie en anderzijds door allocatie,” zo antwoordde ze: “kort gezegd dus omdat data het mogelijk maakt bepaalde diensten aan burgers toe te wijzen en omdat mensen door datagebruik in hokjes geplaatst worden. Verkeerd gebruik leidt tot verkeerde diensten en verkeerde hokjes.”
Van Wallenburg bedankte de gasten voor hun aanwezigheid. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral te blijven eten.