Verslag Reuring!Café #99 | Dealen met stedelijke vraagstukken | 10 maart

Verslag Reuring!Café #99 | Dealen met stedelijke vraagstukken | 10 maart

Op dinsdagmiddag 10 maart vond de 99ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal dealen met stedelijke vraagstukken, in specifiek middels ‘City Deals’. Driekwart van de Nederlandse bevolking woont in de stad en dit aandeel neemt alleen maar toe. Het bruisende leven in de stad zorgt voor creativiteit, welvaart en innovatie. Tegelijkertijd zien veel steden een stapeling van opgaven op zich afkomen, waardoor achterstanden van mensen en wijken in diezelfde steden toenemen. Zo zal een substantieel deel van de opgaven van de klimaat- en energietransitie voor rekening van juist de kwetsbare wijken komen. Dit maakt Nederlandse steden zowel tot kweekvijver voor ruimtelijk-economische kansen, als tot Achilleshiel voor bedreigingen van de sociaal-fysieke leefbaarheid. De stijging van het aantal inwoners brengt uitdagingen op het gebied van huisvesting met zich mee, innovaties als digitalisering en slimme mobiliteit vragen om vernieuwing van stedelijke infrastructuur en de druk op leefbaarheid neemt toe door de schaarste aan ruimte.

Om een antwoord te bieden op deze stedelijke uitdagingen zijn de City Deals ontwikkeld. In een City Deal worden concrete samenwerkingsafspraken tussen steden, de Rijksoverheid, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties op één specifiek thema verankerd. In deze City Deals wordt opgavegericht geëxperimenteerd, gelijkwaardig samengewerkt en kennis uitgewisseld waardoor versnelling ontstaat in de aanpak van deze complexe en uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken.

Samenwerken met een veelvoud van partijen is belangrijk, maar niet altijd eenvoudig. Hoe geef je die samenwerking het beste vorm? Hoe kunnen lokale experimenten bijdragen aan nieuw beleid? Wat is de rol van de (Rijks)overheid in het totstandbrengen van innovatieve oplossingen? En wat levert de samenwerking uiteindelijk op? Deze en andere vragen stonden centraal in deze editie van Reuring!Café. In deze editie passeerden concrete opgaven en resultaten uit City Deals de revue. Centraal daarbij stond de vraag: “Hoe deal je met complexe stedelijke vraagstukken?”

Experimenteren met City Deals

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Chris Kuijpers, directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de start van het debat gaf Kuijpers aan veel van steden te houden. Op het vlak van leven, maar ook op het vlak van overheidshandelen: “Steden bepalen heel erg hoe goed het gaat in Nederland. Het zijn daarmee belangrijke onderdelen van onze economie. Bij het maken van beleid over die steden moet echter gerealiseerd worden dat een stad als Amsterdam totaal verschilt van een stad als Emmen. Er is maatwerk nodig. Voor dat maatwerk hebben wij City Deals ontwikkeld. Daarin bieden we steden de ruimte om op specifieke beleidsthema’s te experimenteren met verschillende oplossingsrichtingen voor vraagstukken die in de stad spelen.” Kuijpers sprak daarbij de wens uit om tijdens het debat te achterhalen welke successen en kansen de deals creëren.

De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek sprak hij eerst met Suzanne Potjer, onderzoeker Urban Future Studios bij de Universiteit Utrecht. Potjer sloot zich in haar opvatting over stedelijke ontwikkeling aan bij die van Kuijpers: “Experimenteren is ontzettend belangrijk. Baanbrekende ideeën die steden verder helpen ontstaan vaak door pioniers. Voor de omarming van die ideeën is echter het brede publiek nodig. De City Deals maken dat mogelijk. De overheid zorgt er met die deals voor dat plannen opgeschaald worden.

Netwerken creëren in plaats van blauwdrukken

Robin Berg, ondernemer bij We Drive Solar en voorvechter van de City Deal ‘Elektrische Deelmobiliteit’, vervolgde het debat door te stellen dat de nieuwe manier van samenwerken rondom stedelijke vraagstukken zijn onderneming verder heeft geholpen: “Wij hebben een schaalsprong kunnen maken van de wijk Lombok naar de hele stad Utrecht, doordat de gemeente ons daarbij hielp.” Op de vraag van Frequin, of die opschaling ook leidt tot het stimuleren van andere gemeenten om de elektrische deelmobiliteit aan de slag te gaan, antwoordde Berg: “Absoluut. Het fijne aan de City Deal aanpak is dat je netwerken creëert. Daarin verschillen ze van reguliere samenwerkingsafspraken. Netwerken verschillen van blauwdrukken in de zin dat je voor iedere stad een eigen plan kan vormen.” Daar sloot ook Hans Mommaas, directeur bij het Planbureau voor de Leefomgeving, zich bij aan.

Marja van Bijsterveldt, burgemeester van Delft en betrokkene bij de City Deal ‘Kennis Maken’, stelde zichzelf later in het debat nog de vraag of het na dit experimenteren en maatwerk nog nodig is om aanpakken te institutionaliseren. Zelf bepleitte ze vooral om de ruimte te houden voor het vrije denken.

Na een pauze was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.

InterCoach | Word een coachend leidinggevende

InterCoach | Word een coachend leidinggevende

Wil je de impact van jouw handelen als leidinggevende vergroten en daarmee je teamprestaties verhogen? Meld je dan aan voor de opleiding coachend leidinggeven. De opleiding is bedoeld voor leidinggevenden die hun stijl onder de loep willen nemen en de wijze van leidinggeven vanuit een coachingsperspectief willen verkennen.

Na afloop van de opleiding geef je beter en vooral effectiever leiding en weet je je medewerkers als individuen en in teamverband beter te ondersteunen in het realiseren van hun doelen voor henzelf en de organisatie. De opleiding bestaat uit 6 lesdagen (in de periode van 16 maart t/m 8 oktober), 3 tot 5 coachgesprekken met een ervaren coach (zelf ook leidinggevende binnen de overheid) en 4 begeleide intervisiebijeenkomsten. De kosten voor de opleiding zijn 4.540,00 euro.

Kijk voor meer informatie in de factsheet Coachend Leidinggeven 2020 of neem contact op met programmamanager Alice de Haan.

Verslag Reuring!Café #98 | Hoe zorgen we dat technologie aan Europese waarden voldoet? | 4 februari

Verslag Reuring!Café #98 | Hoe zorgen we dat technologie aan Europese waarden voldoet? | 4 februari

Op dinsdagmiddag 4 februari vond de 98ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal het verankeren van Europese waarden in technologie, in specifiek in kunstmatige intelligentie. Een auto die ons van A naar B brengt zonder dat je er zelf over na hoeft te denken. Een systeem dat de politie in Amsterdam op basis van eerder verzamelde informatie over inbraken helpt bij het voorspellen van de kans op een nieuwe kraak. Een computer die een specifieke kankersoort kan herkennen door het scannen van weefselmonsters, met veel meer succes dan wanneer onderzoekers zo’n scan doen. Het gebeurt! Informatietechnologie, robotisering en kunstmatige intelligentie begeven zich op een veld dat zich razendsnel ontwikkelt en heel veel mogelijkheden voor de publieke sector biedt. De nieuwe uitvindingen hebben de potentie om beleid- en besluitvormingsprocessen efficiënter en effectiever te maken. Toch levert de opkomst van nieuwe technologie ook veel vraagstukken op, zoals de eerder genoemde waardenborging. In deze editie van Reuring!Café gingen we in op de vraag: “Hoe loodst Europa ons door tijden van digitale onzekerheid?”

Leren van concrete voorbeelden

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Ingelise de Boer, werkzaam bij het Liaisonbureau van het Europees Parlement in Den Haag, met uitgebreide kennis op het gebied van Europese wet- en regelgeving. Aan de start van het debat gaf De Boer aan dat iedereen ziet dat kunstmatige intelligentie enorme kansen kan bieden. Tegelijkertijd, zo stelde ze, moeten er kaders vormgegeven worden om dat concept het beste tot zijn recht te laten komen: “In 2007 is er al een resolutie aangenomen, waarin de Europese Commissie gestimuleerd werd om investeringen op het gebied van AI te versnellen. Inmiddels is het 2020 en eindelijk lijkt de technologie prioriteit te krijgen, door inzet van Ursula von der Leyen, de commissievoorzitter. Laten we het vanavond hebben over hoe we de zak geld die beschikbaar komt voor AI het beste kunnen investeren.

De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek sprak hij eerst met Petra Delsing, kwartiermaker Artificial Intelligence bij het ministerie van IenW. Delsing stelde graag met AI aan de slag te willen binnen haar organisatie, maar te merken dat er nog onvoldoende concrete voorbeelden zijn die tonen hoe dat kan. In het tweede gesprek dat Frequin voerde, reageerde Jeroen van den Hoven daarop, professor Ethiek en Techniek bij de TU Delft en onderzoeker in de European Group on Ethics in Science and New Technologies (EGE) bij de Europese Commissie, door te stellen dat de TU Delft een grote hoeveelheid van dergelijke voorbeelden kan tonen.

Niet alles dichtregelen

Nadat alle bankgasten op het podium plaats hadden genomen, lichtte Van den Hoven enkele concrete voorbeelden toe waarbij de TU Delft inzet levert om AI transparant te maken: “AI is op dit moment te ondoorzichtig. Je moet AI zien als een robot met een geheim. Dat geheim is door de mens lastig te ontdekken, dus kun je andere robots vragen om voor jou op die ontdekkingstocht te gaan. Je laat systemen met elkaar communiceren. De uitkomsten van die onderlinge communicatie kun je als mens vervolgens weer gebruiken om de eerste robot aan te passen in jouw voordeel, zodat je hem voortaan wel begrijpt. Op basis daarvan kun je ook wetten gaan maken.” Delsing reageerde daarop: “Ik word altijd een beetje kriebelig van meer wetgeving. We weten nog maar net hoe AI werkt en dan willen we het nu al dichtregelen.” Van den Hoven stelde vervolgens: “Klopt inderdaad. Daarom is het verstandig om eerst prioriteit te geven aan de meest urgente kwesties. Zaken die zo schrijnend zijn dat er nu wetgeving nodig is. De rest kunnen we dan rustig ontdekken.”

Jonas Onland, vertegenwoordiger namens de VNG in het partnerschap Digital Transformation of the Urban Agenda bij de Europese Commissie, pleitte daarnaast niet alleen voor meer regelgeving: “Wetgeving is vaak veel te abstract. We moeten eerst aan de slag met een technisch framework dat aan onze Westerse normen voldoet.”

AI for humanity

Frequin vroeg halverwege de eerste helft van het debat Steven Luitjens, programmamanager en strategisch adviseur bij I Interim Rijk bij het ministerie van BZK, het podium op te komen, en stelde hem de vraag wat de rol van Europa is binnen AI. “Europa moet scenario’s uitdenken, die samen een beeld geven van de kanten die AI op kan gaan. We kunnen ons in de richting van China begeven, of in de richting van de VS.”, stelde Luitjens daarop. Van den Hoven reageerde: “China gaat uit van AI for control, de VS van AI for profit. Europa moet uitgaan van AI for humanity.”

Frequin vroeg hoe we dat moeten doen, waarop zowel Van den Hoven als Onland antwoordden dat dat een kwestie is van experimenteren en opschalen. “Geef bijvoorbeeld startups de ruimte om ethische AI te ontwikkelen en investeer daarin, zodat die ethische AI de markt overneemt.”, zo stelde Onland.

Na een pauze was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.

Bureau VOM | De nieuwe stagiairs stellen zich voor | 3 februari

Bureau VOM | De nieuwe stagiairs stellen zich voor | 3 februari

Per 3 februari zijn twee nieuwe stagiairs bij de VOM begonnen. In dit korte nieuwsbericht stellen zij zich voor en leggen ze uit waarom ze bij de VOM stage lopen.

Mijn naam is Rick Lucieer (24), momenteel masterstudent aan de Universiteit Leiden. Na twee jaar piano klassiek te hebben gestudeerd aan het Conservatorium van Utrecht, ondervond ik dat het pianospel toch meer een hobby van mij was dan dat ik er mijn vak van wilde maken. Daarom speel ik nu vooral in mijn vrije uren piano. Franz Liszt en Sergei Rachmaninoff zijn mijn favoriete componisten; Wibi Soerjadi mijn grote voorbeeld.

Na het conservatorium ben ik politieke geschiedenis gaan studeren in Leiden, waarbij ik mijn bachelor heb aangevuld met een combinatieminor Politicologie/International Relations en een minor European Union Studies. In mijn studie richt ik mij vooral op de historische context waarin de nu actuele politieke dossiers ontstonden en welke maatschappelijk en politieke trends aan de basis van deze ontwikkelingen lagen. Zo was de centrale vraag van mijn bachelorscriptie in hoeverre de relatie tussen institutionele actie en politiek discoursactie in het Verenigd Koninkrijk invloed had op de verhouding tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Gemeenschappen tussen 1955 en 1988; in de actuele context van het Brexit-proces.

De keuzeruimte van mijn masterprogramma vul ik in met een stage bij de VOM. Voor mij is deze stage zowel een brug tussen de academische wereld en de praktijk, alsook een brug tussen mijn huidige master en het idee om volgend jaar een master in Bestuurskunde te doen. Ik wil het komende half jaar gebruiken om enerzijds de arbeidsmarkt verder te verkennen vanuit de praktijk en om anderzijds een breed professioneel netwerk op te zetten binnen overheidsland. De projecten waar ik mij voor ga inzetten, kunnen hier ook bij uitstek in faciliteren: Reuring!Café, de Verkiezing voor Beste Overheidsmanager van het Jaar en de verkiezing voor Beste Overheidsorganisatie van het Jaar.

Mijn naam is Max Roos en ik ben student Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief aan de Universiteit Utrecht. Dit is ook de stad waar ik al 27 jaar (min een kort uitstapje naar de Amerikaanse westkust) met veel plezier woon. In mijn vrije tijd veeg ik graag het stof van mijn hardloopschoenen, voetbalschoenen en wielrenfiets en vind ik het leuk om te koken.

Mijn academische loopbaan begon met een bachelor Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Dat bleek niet een heel gelukkig huwelijk, want halverwege de opleiding bleken Psychologie en ik niet heel goed bij elkaar te passen. Ik besloot wel af te maken waar ik aan begonnen was, maar ben in het laatste jaar ook begonnen aan de bachelor Geschiedenis. Hier voelde ik mij veel meer thuis. De focus tijdens deze bachelor lag op politiek conflict, met de laatste eeuw als belangrijkste periode. Omdat mijn liefde voor geschiedenis en politiek nog niet over was, ben ik begonnen aan de master Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief. Tijdens deze opleiding worden bruggen geslagen tussen theorie uit de internationale betrekkingen en de historische context. Zo toetste ik in mijn scriptie of de moderne theorie over het legitimeren van geweld door rebellengroepen ook op ging ten tijde van de Irish Republican Army, en bleek de theorie niet zo tijdloos als eerder werd gedacht.

Ik hoop bij de VOM mee te kunnen werken aan het nog succesvoller maken van de verschillende projecten. Het nadenken over openbaar bestuur is een nieuwe uitdaging waar ik heel veel zin in heb. In de aankomende maanden ga ik vooral meewerken aan de projecten Platform O en OMOOC en ik hoop op deze manier beter bekend te raken in de wereld van het openbaar bestuur.

Verslag Reuring!Café #97 | Jong leiderschap: ruimte krijgen of ruimte nemen? | 10 december

Verslag Reuring!Café #97 | Jong leiderschap: ruimte krijgen of ruimte nemen? | 10 december

Op dinsdagmiddag 10 december vond de 97ste editie van Reuring!Café plaats in de Glazen Zaal in Den Haag. Thema was ditmaal jong leiderschap. Gelukkig stromen er veel jongeren in bij de overheid. Daarmee bereikt veel nieuwe energie en andere kennis onze publieke organisaties. De vraag is echter of die energie en kennis volledig worden benut en of die de overheid helpen om te vernieuwen. Van jongeren wordt vaak vernieuwing en een ‘frisse blik’ verwacht, maar de denk- en werkwijze van deze enthousiaste, jonge generatie lijkt niet te passen bij de huidige cultuur en structuur van overheidsorganisaties. Jongeren willen graag meer vooruitkijken en anticiperen op wat te verwachten vraagstukken zijn, terwijl vaak juist de crisissituatie van de dag de toekomst bepaalt. Het effect is ook merkbaar in de samenleving die bij ingrijpend overheidsingrijpen steeds vaker de bres op gaat om hun ongenoegen te uiten. 

De centrale vraag in dit Reuring!Café is of jongeren meer ruimte moeten krijgen of dat zij juist zelf meer ruimte moeten nemen om de overheid meer ‘de overheid van de toekomst’ te laten zijn.

Zoeken naar het nieuwe normaal

Het programma startte met een korte voorstelronde van de bankgasten en de host. Mark Frequin, buitengewoon adviseur bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was ook bij dit Reuring!Café debatleider. Host was Henny de Jong, jonge beleidsmedewerker bij het ministerie van IenW. Al aan de start van het debat gaf De Jong aan dat zij het binnen haar ministerie zo graag anders zou willen doen. Ze verwees daarbij naar het Klimaatakkoord: “We hebben dat akkoord nu geschreven, maar ik merk dat de idealen heel erg vanuit het ‘nu’ geformuleerd zijn. Voor de energietransitie is een nieuw soort samenwerking nodig, met andere partijen, in andere verhoudingen. We moeten zoeken naar ‘het nieuwe normaal’.” Frequin stelde daarop de vraag waarom zij niet als eerste die stap zet: “Moet je niet gewoon die ruimte pakken?” De Jong gaf in antwoord hierop aan dat zij het gevoel heeft dat dat niet mag. “De cultuur en structuur van de overheid remt mij daarin af.”, zo stelde ze.

De host introduceerde de bankgasten door middel van een gedichtje, waarna de gasten kort een één-op-één-gesprek voerden met debatleider Frequin. In dit één-op-één-gesprek sprak hij eerst met Brandon Pouw, beleidsmedewerker Bestuurlijke Zaken & Democratie bij de provincie Zuid-Holland en Jonge Ambtenaar van het Jaar 2019. Pouw gaf aan het bijzonder te vinden om een jaar lang als Jonge Ambtenaar van het Jaar door het leven te gaan: “Je wordt ineens overal uitgenodigd en mensen denken dat je overal verstand van hebt als het op jongeren aankomt. Pouw stelde zelf niet zo te ervaren wat De Jong in haar introductie poneerde. Wel wilde hij graag het gesprek aangaan over waar het gevoel van drempels vandaan komt.

De overheid als tanker, niet als roeiboot.

Frequin stelde de bankgasten aan de start van het debat de vraag of zij zich in het verhaal van De Jong herkennen: “Of is er meer ruimte dan we denken?” Marie Louise Borsje, organisatieadviseur bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, gaf daarop aan gemengde gevoelens te hebben: “Ik denk dat de overheid wel degelijk de ruimte biedt om te vernieuwen en om niet via de gebaande paden te lopen. Een tijd geleden probeerden wij binnen mijn ministerie een veranderde werkwijze in te voeren. Dat lukte destijds niet. De overheid was er nog niet klaar voor. Na zeven jaar is het nu echter toch gelukt. De overheid is geen roeiboot. Meer een tanker die langzaam in beweging komt, maar wel krachtig is zodra hij eenmaal in beweging is.” Nissrin Dkhissi, adviseur Kennismanagement en innovatiecoach bij het Ministerie van Defensie en finalist verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020, ging daarop in: “Zeven jaar? Ik heb andere ambities! Ik verlies motivatie als iets zeven jaar niet lukt.” “Maar als je tegen een muur oploopt, moet je toch op zoek naar een deur?”, vroeg Frequin daarop aan Dkhissi. “Zeker, maar vaak krijg ik dan de reactie dat het nou eenmaal zo werkt binnen de overheid en dat ik me bij die muur moet neerleggen.”

Maurits Hoenders, mede-initiatiefnemer en trainer bij De Vuurmakers, gaf aan altijd aan zijn cursisten te adviseren om ambtenaren te vinden die weten hoe de hazen lopen: “Verbindt oudere met jongere medewerkers, zodat kennis over hoe je iets snel voor elkaar krijgt van generatie op generatie overgaat. Dat helpt om bevlogenheid vast te houden en door te gaan met vernieuwen.” Wel is daarvoor een veilig klimaat binnen de organisatie nodig, merkte Dkhissi op: “Mensen moeten zich welkom voelen om te zeggen dat ze ergens niets van begrijpen.” Pouw stelde daarop dat een bestuurder zo’n klimaat moet creëren: “Zorg dat mensen met je in gesprek kunnen gaan.” Werk aan de winkel dus!

Na een pauze was er nog kort ruimte voor vragen uit de zaal. Frequin sloot rond 18:30 uur het debat af en raadde iedereen aan vooral nog een drankje te drinken en mee te eten.