Verslag Reuring!Café #112 | Samen de puzzel leggen of alles over de schutting? | 13 juni

Verslag Reuring!Café #112 | Samen de puzzel leggen of alles over de schutting? | 13 juni

Op 13 juni was het weer tijd voor de 112e editie van het Reuring!Café. Dit café was in samenwerking met de provincie Zuid-Holland met als thema ‘’Samen de puzzel leggen of alles over de schutting? Samenwerking van provincies, gemeenten, waterschappen en Rijk blijkt lastig!’’ De avond werd afgetrapt door de huisband Wizards of AZ. Mark Frequin was de debatleider van de avond. 

Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.

Marcel van Bijnen, provinciesecretaris Zuid-Holland, was de host van de avond. Volgens Marcel zijn veel onderwerpen waar we vandaag de dag mee te maken hebben erg afhankelijk van elkaar. Tijdens dit debat wilde Marcel kijken naar hoe we met elkaar de puzzels kunnen leggen. De obstakels samen bekijken en oplossen zou mooi zijn volgens hem. 

De eerste gast van de avond was Erik van Heijningen (tot 2021 staatsraad Raad van State, waarnemend burgemeester). Hij heeft veel verschillende functies gehad die zowel praktijkgericht als theoretisch waren. Knopen doorhakken is belangrijk. Ook moet er een zorgvuldig proces komen volgens Erik. 

De tweede gast van de avond was Pieter Jansen (secretaris-algemeen directeur waterschap Delfland). Veel mensen weten niet wat de waterschappen doen. Alle belangen die er spelen moeten in balans worden gebracht. Besluiten zijn vaak voor de korte termijn. Het is belangrijk om de langere termijn perspectief mee te nemen in besluiten, zei Pieter. 

Onze derde gast van de avond was Martijn van de Steen (hoogleraar bestuurskunde Erasmus Universiteit en co-decaan NSOB). De regio’s vindt hij een heel goed construct. Je kunt hier veel dingen regelen en doen. Er komen dilemma’s en problemen bij kijken, maar ze zijn op te lossen met elkaar. Democratie en staatsrechtelijke dimensies zijn heel erg belangrijk, zei Martijn. 

De vierde gast van de avond was Hans Mommaas (voorzitter Commissie Milieueffectrapportage, voorzitter Ecologische Autoriteit en eerder directeur Planbureau voor de Leefomgeving). We zijn slecht in het oppakken van dynamische problemen, vond Hans. 

De laatste gast van de avond was Gido ten Dolle (programmamanager Mooi Nederland bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). In 2010 zijn veel dingen afgeschaft waaronder het stukje visie en verder kijken naar de toekomst. Ruimtelijke ordening zijn we goed in, maar we hebben stappen nodig om dit ook goed te doen in de toekomst. We hebben het Rijk nodig om op grote thema’s keuzes te maken, vertelde Gido. 

Nadat alle bankgasten waren geïntroduceerd, richtte debatleider Mark Frequin zich tot de bank met de vraag of er definitie te hangen valt aan ‘dynamiek’.

Hans vertelde dat dynamiek niet te berekenen is. Er is wel verlangen naar dit. Dit kan consequenties opleveren en het duurt jaren om dit te corrigeren. De Toeslagen Affaire en stikstof gaf hij als voorbeeld. Verder moest volgens Hans de feedback loop korter worden. Het duurt te lang voordat we weten of iets wel of niet goed werkt. Martijn vertelde dat dit thema ook een rol speelt in bestuurskunde. Feedback is niet het enige punt. Het gaat ook om wat je aan het meten bent. Erik vertelde dat de kwaliteit van de overheid in de vierde bestuurslaag zit. Hier gaat het om de ambtenarij. We zitten nu in een fase waar de ambtelijke organisatie moet gaan leveren. Volgens Gido kunnen we niet terug naar het verleden. Verschillende plekken goedmaken in Nederland betekent ook dat we maximale ruimte moeten geven aan mensen. De Nederlandse overheid en ook Brussel moeten hun agenda op de verre toekomst gaan richten. Dit zijn we echter verleerd, zei Gido. 

Opdrachten geven aan de overheid. Dat kan toch niet? 

Pieter vertelde dat ze hard werken in de regio’s voor waterkwaliteit. Minder beleid en meer concrete activiteiten zijn nodig. Volgens Marcel is er meer duidelijkheid nodig. Martijn vertelde dat je eerst moet kijken naar de opgave waar je mee te maken hebt. Daarna kan er gekeken worden naar het niveau. Complexiteit kan niet het argument zijn, vertelde Martijn. Hij vindt dat organisaties complexiteit aan kunnen.

Hoe kunnen we de feedback loop korter maken? 

Gido zei dat er in de verre toekomst veel opgaven zijn waar we rekening mee moeten houden zoals voedsel, geld, water en biodiversiteit. Hier moeten we richting opgeven. Vervolgens moeten we opdrachten geven aan de regio’s en dit noemen we de ruimtelijke puzzel volgens hem. In dit proces worden alle departementen bij elkaar gebracht. De opgaven van alle provincies worden bij elkaar gebracht en er wordt gekeken waar wat nodig is. Verder doen ze ook aanscherpingen waar nodig. Martijn vertelde dat hij gebiedsgericht aan tafel gaat.  

Gaat dit helpen om knopen door te hakken? 

Erik gaf aan dat we visie en structuur nodig hebben om knopen door te hakken. De stikstof discussie was niet ontstaan als er een visie was volgens hem. Hij heeft het gevoel dat we vaak de problemen verschuiven naar anderen. Het Rijk moet visie en duidelijkheid geven volgens Erik. De provincies moeten ook in bepaalde processen na zorgvuldig overleg knopen doorhakken. Hans gaf aan dat er soms harde keuzes nodig zijn. Er is echter een goede analyse nodig om dit te kunnen doen.

Als het Rijk het niet kan doen, dan doet de ambtenaar het wel. Kunnen we antwoord daarop vinden? 

Pieter was optimistisch. Hij gaf aan dat het Rijk op regionaal niveau van de provincie kan komen. Maar je moet dan wel de feiten klaarzetten en hier spelen ambtelijke organisaties een belangrijke rol. Het is ook belangrijk om externe deskundigen om hulp te vragen in bepaalde processen. 

Zijn we te negatief over de geschiedenis? 

Martijn gaf aan dat de negatieve blik op de geschiedenis te maken heeft met de verkeerde manier van aanpak. Dit kan veranderen door veel vaker te kijken aan het begin van een puzzel. Volgens Martijn moeten er stappen worden genomen per opgave en moet er rekening worden gehouden met het feit dat elk gebied anders is. 

Kan je elke regio anders behandelen? 

Gido vindt allianties zoeken voor bepaalde vraagstukken heel belangrijk. De vinex wijken kunnen als goed voorbeeld beschouwd worden. Ruimte voor de rivier is ook een ander voorbeeld dat hij benoemde. Het Rijk ging hier niet voorschrijven hoe en wat er gedaan moest worden. Hans gaf aan dat het dossier complexer is. In het voorbeeld van ruimte voor de rivier konden regio’s keuzes maken in bepaalde gevallen. Hij probeerde dit ook voor het stikstof dossier te doen, maar het lukt niet. Dit is anders omdat het te maken heeft met onderlinge vertrouwen. Er is ook geen politieke ruimte om die dynamiek ruimte te geven. Marcel gaf aan dat samenwerking in het ene gebied heel goed gaat en in het andere wat minder. In regio’s zijn opgaven wat complexer, maar de vraag is of je de tijd krijgt om het in een ander tempo te mogen doen. Martijn gaf aan dat samenwerking vaak beter gaat wanneer er wordt erkend dat een probleem gedeeld is. Stikstof is anders omdat je problemen aan het afkopen bent. Dan wordt het een transactie model. Hans stelde voor om de stikstof agenda te transformeren in een natuur agenda. Erik voegde toe dat dit niet alleen een natuurpuzzel is maar ook een ruimtelijke puzzel. Als de boeren en de natuurorganisaties eerder op tafel hadden gezeten, dan hadden ze een puzzel kunnen leggen. Maar nu is het vertrouwen weg, maar dat kan terugkomen als er een ruimtelijke puzzel is waar iedereen zijn taken en missie krijgt. 

Na de pauze, met een liedje van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek. 

Het probleem juridiseren lokt gedrag uit. Wat voor gedrag lokt de ruimtelijke puzzel uit?  

We zien veel goede opgaven nu die we kunnen gebruiken als voorbeelden, vertelde Gido. Eén van de voorbeelden was de verstedelijkingsopgave. Dit lukte door de ambtelijke macht, ministeries, provincies en beleid en uitvoering aan tafel te hebben. Op deze manier konden ze heel ver komen in een korte tijd. Juridiseren moet voorkomen worden volgens Gido. Hans vertelde dat we complexiteit beheersbaar moeten maken. Martijn zei dat het helpt om opgaven waar we mee te maken hebben vast te leggen in een agenda. Vervolgens moet je naar de partijen die hiermee aan de slag moeten. Je moet ook beslissen welke overheidslaag hierin gaat leiden. Dit is een route die Martijn het meest aanspreekt. Pieter vertelde dat de belangen ook echt aan tafel moeten komen. 

Hoe komt het dat de beleidscyclus in de beginfase goed gaat maar aan het einde niet? 

We praten onszelf in de beleidscyclus, vertelde Martijn. Marcel reageerde hierop. Hij vertelde dat iedereen dit doet. We voeren de discussie vaak in de Tweede Kamer en op deze manier krijg je de argumenten van andere partijen niet aan tafel. De cyclus is gebaseerd om na een tijd beeld te krijgen van welke richting je opgaat. Maar ik heb vaak het gevoel dat we een probleem creëren bij een oplossing. Martijn voegde toe dat er veel opgaves in de uitvoering zitten. Hij benoemde de waterschappen als voorbeeld. Martijn vond dat de waterschappen veel over water weten en ze moeten dan ook beleid voor dit gebied formuleren en hen laten meedenken aan tafel. Hans vond dit te bestuurskundig klinken. Hij vond dat er verandering van aanpak moest komen. 

Wat is er nodig in het participatieproces? 

Martijn reageerde hierop. Hij vond dat deze vraag goed is, omdat het gesprekken opent. In dit gesprek kan je dan samen ontdekken wat er aan de hand is. Het Rijk kan op heel veel vlakken capaciteit toevoegen. Geld, tijd, uitzondering en aandacht zijn dingen die kunnen helpen. Samenwerkingen kunnen slagen als er motivatie is tussen alle betrokken partijen, vertelde Martijn. Dit kan bereikt worden als de betrokkene het gevoel heeft dat er in die samenwerking iets te halen valt. 

Hoe snel komt die nood en ruimte waardoor iedereen kan doen waar ze goed in zijn? 

Gido vertelde dat ze veel dingen tegelijkertijd hadden gedaan met de departementen. De provincies waren ook gevraagd om over hun opgaven te vertellen en samen werd er gekeken wat er gekoppeld kon worden. Verder hebben ze ver naar de toekomst gekeken en de problemen die er zullen komen. Zeespiegelstijging en demografie waren een aantal voorbeelden die hij benoemde. Deze visie gaan ze bij elkaar leggen en in het nieuwe jaar een nieuw concept maken. 

Als afronding werd aan de host en bankgasten gevraagd wat zij nog graag wilden zeggen. 

Marcel vertelde dat er een aantal concrete punten waren toegelicht in dit debat. De inwoners en bedrijven waren punten die nog niet benoemd waren volgens hem en dit zou hij graag een andere keer over willen hebben. 

Gido vindt dat er grote concrete opgaven zijn waar aan gewerkt kan worden. Alleen moeten de juiste mensen bij elkaar komen en elkaar vinden. 

Pieter sloot hier ook bij aan. Hij vond dat er duidelijkheid moet komen over wie de regie gaat nemen en de uitvoering en kennis moet centraal staan. Als dit gebeurt, kunnen knopen doorgehakt worden. 

Erik zei dat je de knoop kan doorhakken als je de inhoud kent. Daarom moet er op rijksniveau meer inhoud komen. Hij verlangt naar een ministerie dat een duidelijke visie zet en waar nodig knopen doorhakt. 

Martijn zei dat je passende regels en manieren moet gebruiken als je vanuit opgaven in gebieden wilt werken. De oude institutionele denkwijze moet je los kunnen laten. Je kan vanuit de opgave kijken hoe je iets kan oplossen. 

Hans zei dat het niet gaat lukken als we alle 25 programma’s stuk voor stuk moeten oppakken. De milieueffectrapportage kan gebruikt worden als een instrument om samenhang te zoeken tussen verschillende dossiers en bestuurslagen.

Aankondiging Reuring!Café #112 | Samen de puzzel leggen of alles over de schutting? | 13 juni

Aankondiging Reuring!Café #112 | Samen de puzzel leggen of alles over de schutting? | 13 juni

De Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) kondigt in samenwerking met de Provincie Zuid-Holland de 112e editie van Reuring!Café aan:

Samen de puzzel leggen of alles over de schutting?

Samenwerking van provincies, gemeenten, waterschappen en Rijk blijkt lastig!

Nog niet zolang geleden was het bestuurlijke mantra “je gaat erover of niet”. Met het idee dat bestuurlijke taken van provincies, gemeenten, waterschappen en Rijk helder moesten worden gescheiden. Inmiddels is helder dat het zo niet kan of werkt. De verschillende puzzels die moeten worden gelegd vragen juist om goede samenwerking. Want die puzzels worden steeds ingewikkelder en vragen om bundeling van bestuurskracht. Stikstof, bouwopgaven, natuur en groen, (programma) landelijk gebied, groei van de bevolking, ontsluiting, meer mobiliteit, ruimte voor duurzaam vervoer, plaatsing van asielzoekers en vluchtelingen, energietransitie, klimaatopgaven zijn er voorbeelden van.

Het vraagt om samenwerking in gebiedsgericht besturen. Alleen blijkt dat die samenwerking het kenmerk heeft van “hopen dat de andere bestuurders doen wat jij graag wil”. Vanuit landelijke kokers komen reeksen eisen bij provincies. En natuurlijk moeten provincies dat integraal aanpakken! Achter elkaar worden nieuwe opdrachten en opgaven neergelegd bij gemeenten. En gemeenten mogen dat vervolgens zelf oplossen. Natuurlijk met beperkte middelen en veel voorwaarden. Tegelijk wil het Rijk meer samenhang en pakt vervolgens weer meer regie omdat er onvoldoende tempo wordt gemaakt. Het lijkt dat alle bestuursorganen elkaar wat in de weg zitten in plaats van elkaars bestuurskracht op te zoeken en te vragen wat de anderen nodig hebben. Zeker omdat natuurlijk verwacht wordt dat waterschappen en gemeenten en provincies alles in goede samenspraak doen met alle betrokken partijen, van boeren tot natuurorganisaties en van maatschappelijke organisaties tot bedrijven. Een prachtige opgave voor bestuurlijk Nederland. Over dit lastige puzzelleggen gaat dit Reuringdebat.

Reuring!Café richt zich op het informeel samenbrengen van ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Tijdens deze editie pakken we uit met een mooie entourage en een goede borrel. Ook ditmaal verzorgt de huisband van het Ministerie van Algemene Zaken, de ‘Wizards of AZ’, de muziek. Mark Frequin, oud-voorzitter van de VOM, is onze debatleider. Marcel van Bijnen, provinciesecretaris Zuid-Holland, is host van de avond

De bankgasten van de Reuring!Café zijn:

  • Erik van Heijningen (tot 2021 staatsraad Raad van State, waarnemend burgemeester)
  • Pieter Jansen (secretaris-algemeen directeur waterschap Delfland)
  • Martijn van de Steen (hoogleraar bestuurskunde Erasmus Universiteit en co-decaan NSOB)
  • Hans Mommaas (voorzitter Commissie Milieueffectrapportage, voorzitter Ecologische Autoriteit en eerder directeur Planbureau voor de Leefomgeving)
  • Gido ten Dolle (programmamanager Mooi Nederland bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) 

Meld je nu aan!

Datum: 13-06-2023 | Locatie: De Glazen Zaal, Den Haag | Tijd: Inloop vanaf 16:30 uur, start 17:00 uur

Verslag | Leiderschapsconferentie Veerkracht en Vertrouwen met Cor Burgmeyer

Verslag | Leiderschapsconferentie Veerkracht en Vertrouwen met Cor Burgmeyer

Op 11 mei vond de Leiderschapsconferentie plaats in Den Haag met als thema ‘Veerkracht en Vertrouwen met Cor Burgmeyer’. Cor opende de dag door kort te vertellen over dienstverlening en vertrouwen en hoe dat hem bezig houdt. Het typische beeld van ambtenaren en de gesprekken die op verjaardagsfeestje vaak ontstaan, werden benoemd als indicator van het vertrouwen in ambtenaren. Het vertrouwen in de overheid is dit jaar weer meer gedaald dan in de afgelopen jaren. Volgens Cor moeten we daarom hard werken om veerkracht en vertrouwen terug te krijgen en hij was enthousiast om erover in gesprek te gaan met vooral de vele jonge ambtenaren die aanwezig waren. 

Daarna was het tijd voor de workshops. De deelnemers werden gedurende twee rondes verdeeld over drie verschillende workshops: Vertrouwen tussen Burger en Overheid, Samenspel tussen Politiek en Ambtenarij en Werken vanuit Vertrouwen. 

Workshop Vertrouwen tussen Burger en Overheid (Cor Burgmeyer & Hanane el Hadouchi)

Cor en Hanane openden de workshop met de vraag ‘Waar denk je aan bij het woord ‘vertrouwen’?’ Uit de zaal klonken verschillende antwoorden waaronder ‘respect’, ‘gelijkwaardigheid’ en toe kunnen geven wanneer je iets fout hebt gedaan als overheid. Cor benoemde dat hij vertrouwen ziet als een werkwoord, omdat je er constant aan moet werken. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Vertrouwen herstellen is dan ook niet makkelijk. Na de inleiding over de betekenis van vertrouwen barstte een vriendelijke maar stevige discussie los over de angstcultuur en wantrouwen tussen de ambtenarij en de politiek. ‘Hoe kan de burger de overheid vertrouwen wanneer er binnen de overheid zelf wantrouwen heerst?’ vroeg iemand zich hardop af. Hoe kunnen we ons over het wantrouwen heen zetten wanneer er geen ruimte is om fouten toe te geven en sorry te zeggen? De media speelt hier wellicht een rol in, want met naam genoemd worden in de krant als ambtenaar vergroot de terughoudendheid en de angstcultuur onder ambtenaren. Een ander merkte op dat burgers meer vertrouwen in ambtenaren hebben dan in de politiek. Hij noemde het vertrouwen in de politie en de rechtsstaat als voorbeeld.

Workshop Samenspel tussen Politiek en Ambtenarij (Abigail Norville)

Tijdens de workshop beantwoordde Abigail Norville vragen over haar werkzaamheden als SG en de relatie met de politiek. Ter inleiding vertelde Abigail over de fijne lijn tussen transparantie en het niet delen van informatie. Als voorbeeld gaf zij het onderzoek van Deloitte naar de mondkapjesdeal. Voor dit onderzoek werd haar gevraagd om informatie te delen met het consultancybureau waar veel persoonlijke informatie van haar medewerkers in stond. Het delen van deze informatie zou tegen de AVG wet zijn. Toen zij dit duidelijk wilde maken in een notitie aan de kamer, werd haar verweten dat dit politieke zelfmoord zou zijn. Uiteindelijk bleef de notitie een concept en werd de gevoelige informatie gedeeld met alle gevolgen van dien. Wel werd er een melding gemaakt over de overtreding van de AVG wet. Abigail vroeg haarzelf hardop af wat de meerwaarde is van zulke vergaande transparantie en wie dit ten goede komt? Al helemaal wanneer de pers het niet gebruikt voor degelijk onderzoek maar voor publicaties die veel weg hebben van de roddelpers. Er werden veel vragen gesteld over hoe Abigail onderwerpen zoals communicatie binnen haar ministerie en met de politiek aanpakt. Hoewel zij zelf rechtdoorzee is en vaak zegt waar het op staat, merkt ze dat ambtenaren bang zijn om moeilijke onderwerpen te bespreken, zowel met de politiek als binnen de eigen organisatie. Er heerst daarom een angstcultuur. Een van Abigails tips om hiervan los te breken is het gebruik van humor. Wil je een moeilijk onderwerp aansnijden? Lijd je vraag in met ‘ik wil graag een loopbaan verkortende opmerking maken’. Dergelijke humor werkt altijd om het gesprek luchtig te houden. Op de vraag hoe zij zelf het openstaan voor tegenspraak organiseert gaf ze een realistisch antwoord. ‘Het is een wankel evenwicht en er zijn altijd blinde vlekken.’ Ondanks dat probeert zij altijd haarzelf de vraag te stellen of er nog andere perspectieven zijn. Daarnaast gaf zij de ambtenaren in de zaal die openlijk tegenspraak bieden het advies dat ze zich er ook bij neer moeten kunnen leggen wanneer ze ongelijk krijgen. Tegenspraak bieden is goed en nodig, maar dat betekent niet altijd dat je je zin krijgt. 

Workshop Werken vanuit Vertrouwen (Mariëlle Bohté & Rudmer de Vries)

De workshop ‘Werken vanuit Vertrouwen’ werd gegeven door Marielle Bohté en Rudmer de Vries. Na een voorstelronde gaf Rudmer een casus waarbij het mis ging met vertrouwen. Het is belangrijk om je af te vragen hoe je jezelf kunt verbeteren. Dit doe je door werk te doen dat goed is, waar je het goed doet en waar je jezelf ook goed voelt. Een belangrijk punt is ook dat je kan leren in hooglanden, maar dat je uiteindelijk ook het moeras in moet gaan en dat daar de echte lessen liggen. Verder werd er aangegeven dat er een open organisatiestructuur nodig is om signalen uit de maatschappij door te geven. Tijdens de workshop werden in tweetallen kritische situaties voor een publiek leidinggevende op het principe van werken vanuit vertrouwen besproken. De conclusie van de workshop was dat vertrouwen lastig te herstellen is. Het probleem is vaak dat verschillende lagen niet met elkaar communiceren en veel mensen zich alleen voelen. Het is dus belangrijk om elkaar te ondersteunen, ervaringen te delen en van elkaars situaties te leren.

Afronding  

Ter afsluiting van de leiderschapsconferentie kwamen we weer bijeen om de ervaringen en gesprekken uit de workshops met elkaar te delen. Uit dat gesprek volgde een aantal ideeën die men mee naar huis nam, zoals:

  • Zoek elkaar op en vorm coalities met collega’s die ook aan het vertrouwen willen werken
  • Durf grenzen te stellen in de uitvoering en nee te zeggen als iets niet uitgevoerd kan worden
  • Blijf altijd de waarom vraag stellen
  • Hard zijn op fouten creëert een angstcultuur, we moeten dus voorzichtig zijn in het afrekenen
  • Durf anders te denken
  • Houd je principes en waarden in het oog
  • Creëer draagvlak en neem de ander mee in het proces
  • Werk aan je eigen persoonlijke ontwikkeling 
  • Deel de gesprekken van vandaag in je eigen organisatie en team
  • Werken aan vertrouwen binnen de overheid zal ook helpen met het opbouwen van vertrouwen in de overheid   

Nadat iedereen de mogelijkheid kreeg om ervaringen te delen werd de dag afgesloten met een gezellige borrel.

Nieuws | Gerard Bakker Nieuwe Voorzitter VOM

Nieuws | Gerard Bakker Nieuwe Voorzitter VOM

Gerard Bakker is sinds 25 april voorzitter van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). Gerard is naast zijn rol als voorzitter inspecteur-generaal (IG) bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Hij volgt voormalig voorzitter Mark Frequin op.

“Ik ben verheugd over mijn nieuwe rol als voorzitter van de VOM. Als overheid staan we voor grote maatschappelijke opgaven: nationaal, regionaal en lokaal. Het is dan ook belangrijk dat we elkaar dwars door de organisaties heen vinden, ervaringen delen en bovenal elkaar als overheidsmanagement stimuleren en uitdagen. Vernieuwen van en door de overheid is daarbij het sleutelwoord.”

Samen met het bestuur en bureau van de VOM zal Gerard Bakker zich actief inzetten om verder te bouwen aan kennisuitwisseling binnen de overheid en de verbreding van het interbestuurlijke netwerk van de VOM.

Verslag Reuring!Café #111 | Ambtelijk Vakmanschap | 15 mei

Verslag Reuring!Café #111 | Ambtelijk Vakmanschap | 15 mei

Op 15 mei vond in samenwerking met het rijksbrede programma Grenzeloos Samenwerken/Ambtelijk Vakmanschap de 111e editie van het Reuring!Café plaats. Het onderwerp van dit zeer geslaagde café was ‘Hoe staat het met het ambtelijk vakmanschap? Professionele autoriteit? – Professionele autonomie?’ De avond werd afgetrapt door de huisband Wizards of AZ. Mark Frequin was de debatleider van de avond.

 

Op deze pagina kunt u de uitzending terugkijken en de samenvatting lezen.

 

Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van BZK, was de host van de avond. Volgens Schurink is het thema ambtelijk vakmanschap erg belangrijk, omdat er aandacht moet worden gegeven aan het mooie vak. Er zijn namelijk spanningen op de lijn die de uitoefening van het vak soms wat ingewikkelder maken en daarom is het van belang om het erover te hebben. Een vraag die bijvoorbeeld opnieuw opkomt is of wij, als ambtenaren, als eerst voor de samenleving of voor de politiek werken. Daarnaast is er verwarring bij de politiek en ambtenaren over de verhoudingen. Het antwoord op deze vragen bepaalt hoe we met elkaar werken.

 

Aan dit debat namen vijf bankgasten deel: 

De eerste gast van de avond was Wouter Koolmees (president-directeur NS en daarvoor minister en ambtenaar). Bij de NS zijn ze bezig met het oplossen van problemen in plaats van tegen ze te werken. Het beeld van Koolmees over het ambtelijk vakmanschap is niet veranderd in de loop der jaren. Het gaat volgens hem vanavond vooral over de vraag voor wie je het doet. 

 

Anchrit Wille (bijzonder hoogleraar transities in de publieke sector, Universiteit Leiden) was de tweede gast van de avond. Volgens Wille is het primaat van de politiek in toenemende mate een illusie geworden. De politiek is in de afgelopen jaren steeds meer de baas gemaakt, maar tegelijkertijd zie je dat er ontwikkelingen zijn in de maatschappelijke en politieke context waarin de politiek steeds minder de baas is. Deze samenhang is een spagaat. 

 

De derde gast is Hugo Logtenberg (journalist NRC). Het is voor ons als journalisten een interessant onderwerp, omdat je al langere tijd voelt dat er druk op komt te staan. De media spelen een belangrijke rol. Er is veel concurrentie en dit leidt tot “een ramp voor het land en een zegen voor de krant”. 

 

Kristel Lammers (directeur Nationaal Programma Regionale Energie Strategie) was de laatste gast van de avond. Lammers zoekt verbinding met de media, zodat de samenleving goed geïnformeerd kan worden over ingewikkelde vraagstukken. We zijn met verschillende overheden en dat maakt het soms lastig. 

 

Nadat alle bankgasten waren geïntroduceerd, richtte debatleider Mark Frequin zich tot de bank met de vraag of er wat is veranderd in de afgelopen 25 jaar. 

Koolmees gaf aan dat er door de processen die meer vastlagen meer rust was in 2003 toen hij bij het ministerie van Financiën startte. Nu er geen meerderheid meer is in beide kamers, wordt er niet meer volgens het vaste stramien gewerkt. Dit leidt tot meer onrust. Wille herkende de onrust ook in de midden jaren 90. De kiezer werd steeds veranderlijker en dit maakte het politiek lastiger. Hierdoor ontstaan er allerlei ontwikkelingen die een antwoord zijn op de toenemende politisering (in de samenleving). Logtenberg geeft zijn visie vanuit de rol van de media. De media liggen onder vuur en dat is zorgelijk. Dit leidt tot de vraag in hoeverre we dit zelf hebben veroorzaakt. Het valt hem daarnaast op dat het vertrouwen in het garant staan van de overheid, bijvoorbeeld in Groningen, niet te onderschatten is. Ook valt het Logtenberg op dat niet alle informatie openlijk wordt gedeeld met journalisten. Er zijn veel dingen die bewust niet op papier worden gezet.

 

Er moet openheid worden getoond, maar is dit de keerzijde van de openheid?

Schurink geeft aan dat we dit op een aantal plekken zien. Tegelijkertijd gaat het ook de andere kant op. Er is bijvoorbeeld een beslisnota die helemaal open met allerlei partijen is besloten. Hierdoor is er een betere beslissing mogelijk. Lammers geeft aan dat relatieopbouw belangrijk is voor openheid in de maatschappelijke wereld. Lammers’ rol is gespreksleider zijn door te luisteren naar de anderen en te kijken of ze samen verder kunnen komen.

 

Loont het in een ambtelijke organisatie dan ook niet om met alles mee te bewegen wat anderen willen? 

Wille geeft aan dat dit zeker niet loont. Door de politiek-ambtelijke samenwerking zo in te richten dat je bepaalde dingen moet bereiken, wordt er minder geluisterd. Dit roept bij Frequin de vraag op of we meer naar de samenleving dan naar de politiek moeten luisteren. Logtenberg geeft aan dat dit de essentie is van de problemen die we nu zien. De huidige politiek maakt het lastig. Lammers vult aan dat het vooral het Haagse spelletje is dat het lastig maakt. Bij de energiecoöperatie beweging proberen veel coöperatieve krachten iets anders voor elkaar te krijgen en te bundelen.

 

Frequin maakt de opmerking dat het raar is dat het aantal subsidies en regels niet afneemt en het ook nog eens ingewikkelder wordt. 

Wille geeft aan dat het lastig is om te luisteren naar alle 20 partijen in de Kamer. Het is het gevolg van het feit dat iedereen een eigen partij kan starten en dat is juist democratisch. Het wegvallen van de grote middenpartijen maakt het lastig om in de coalitie te komen. Logtenberg voegt toe dat er ook ontzettend gekke combinaties zijn van partijen in de coalities van de afgelopen jaren. 

Schurink wil graag kijken naar de hoopvolle kant. Je ziet dat de wetgeving niet op alle fronten complexer wordt. We zien steeds meer voorbeelden waarbij de politiek iets bedenkt en er weerwoord komt vanuit de ambtenaren of vanuit de samenleving. De goede voelhorens in de maatschappij die aangeven wat gaat werken en wat kan is onderdeel van ons vakmanschap.

 

Waarom is het verstandig om te werken voor de samenleving in plaats van voor de politiek?

Volgens Wille staat het ambtelijk apparaat op dit moment te veel in dienst van de politiek door de toenemende verantwoording. Maar ook is ze terughoudend in het werken voor de samenleving door het representatieve stelsel dat we hebben. Koolmees geeft aan dat uitvoeringsorganisaties duidelijk moeten aangeven wat ze wel en niet kunnen. Het is lastig om deze boodschap af te geven als uitvoeringsorganisatie. Het is onderdeel van het vakmanschap om deze boodschap af te kunnen geven en de politiek verantwoordelijk te maken voor de keuzes die worden gemaakt. De politiek zou soms wat meer ruimte moeten bieden, zodat uitvoerders kunnen aangeven wat wel en niet lukt. Als ambtenaar moet je in ieder geval de ruimte nemen om dit aan te geven. Logtenberg vult aan dat dit het vraagstuk is waar we de komende jaren voor staan. De politiek moet de uitvoerders het vertrouwen geven. Lammers voegt toe dat de politiek ook in de samenleving zit.

 

Na de pauze, met een liedje van de Wizards of AZ, was het tijd voor vragen uit het publiek. 

 

Is het juist niet goed dat ambtenaren onderdeel zijn geworden van het politieke debat?

Logtenberg vertelt over dat het belangrijker is dat journalisten de informatie goed naar buiten kunnen brengen. Dit is belangrijker dan het feit dat ambtenaren met naam en toenaam worden genoemd. Koolmees ziet graag dat je als ambtenaar de ruimte moet hebben om een inhoudelijke opmerking te kunnen maken als je dat wil. De keerzijde is dat dit vaak leidt tot de schuldvraag. Dan is er een politieke verantwoordelijke en moet je dus wel onderscheid maken met het al dan niet benoemen van naam en toenaam.

Lammers vertelt vervolgens over haar persoonlijke ervaring met de energietransitie. Er is veel geïnvesteerd in de relatie met de media, omdat ze een belangrijke rol hebben. Ambtenaren hebben een belangrijke rol in het delen van de informatie, maar we moeten wel zorg dragen voor wat de andere kant kan zijn van het delen van die informatie. 

 

Hebben de bankgasten een persoonlijke ervaring waarin ze onvoldoende hebben geluisterd naar de uitvoering? Of is er een moment als ambtenaar dat je niet voldoende tegenspraak hebt geleverd? 

Schurink geeft aan nooit de ervaring te hebben gehad dat hij dingen achterhield, maar hij heeft zich soms wel achteraf gerealiseerd dat hij niet alle kennis had die hij wel had moeten hebben. Dit heeft hem geleerd dat de uitvoering zelf aan tafel moet zitten. En dit doen we volgens hem nog niet genoeg. 

Koolmees zegt dat hij als kamerlid veel foute dingen heeft gezegd. Hij heeft het meeste spijt dat er soms alleen een afspraak wordt gemaakt om tot een compromis te komen. Lammers geeft aan dat je signalen wel hoort en voelt, maar uitsluitend denkt dat je het wel oplost. We zijn soms te zonnig. Daarnaast hebben alle keuzes die je maakt een onbedoeld neveneffect. We moeten hiervoor openstaan en kijken naar de correcties die dat vergt. Schurink vult het verhaal aan door aan te geven dat het belangrijk is voor een open samenwerkingsrelatie om het te hebben over hoe je samenwerkt. Dit gesprek wordt weinig gevoerd.

 

Vervolgens komt er een opmerking uit de zaal over dat tegenspraak geen individuele taak moet zijn. Het zou juist een gesocialiseerde praktijk moeten zijn.

Lammers zegt dat ze het niet herkent. Ik heb altijd de ruimte gevoeld om tegenspraak uit te oefenen, ook toen ik jong was. Het is belangrijk om gesteund te worden in de organisatie en het gesprek aan te gaan met de organisatie, zodat we van elkaar leren. Het gaat hierbij niet alleen om cognitieve, maar ook om sociale vaardigheden. Wille geeft aan dat een code het helder maakt. De ambtelijke verantwoordelijkheid zou meer als eigenstandig moeten worden belicht en tegenspraak hoort daarbij. Koolmees vult aan dat het van belang is om het gesprek aan te gaan met elkaar over de ambtelijke verantwoordelijkheid.

 

Wat zijn concrete of eerste stappen voor de doorontwikkeling van het ambtelijk vakmanschap? 

Politieke sensitiviteit is volgens Logtenberg een belangrijke term. Wille zou het goed vinden als studenten vaker gaan stagelopen bij de uitvoering. Lammers geeft aan dat het belangrijk is om als ambtenaar de tegenspraak buiten op te zoeken. Je moet je niet achter beleid verstoppen; je moet de samenleving instappen.

 

Daarna volgt er een verzoek om ook de ambities en doelen van 2023 in te bouwen in het debat. 

Koolmees vertelt dat er veel beleid wordt gemaakt voor de lange termijn. Er is alleen in het publieke debat weinig aandacht voor en het wordt teruggebracht naar 2030. Dit is een probleem. Hij betwist daarom of er wel te weinig aandacht is voor de lange termijn. Het hier en nu krijgt volgens Schurink meer aandacht door de versplintering en dat beperkt ons in het uitoefenen van het vakmanschap. Je hebt minder aandacht voor het daar en straks.

 

Is het voor de democratie een gevaar dat ambtenaren meer macht krijgen dan politici?

Wille geeft aan dat de geest van Weber te veel verweven is. Volgens Schurink zie je dat er intensief contact is tussen de ambtenaar en de politicus, omdat de ambtenaar de nodige informatie vertelt aan de politicus. Lammers vult aan dat er veel dynamiek in democratische wisselingen is. De ambtenaren kunnen ondersteunen bij het inbrengen van historische keuzes in de politiek.

 

Als afronding werd aan de host en bankgasten gevraagd wat zij nog graag wilden zeggen. 

Schurink geeft aan dat de discussie nog niet klaar is. Hij hoopt dat het gesprek wordt voortgezet niet alleen met ambtenaren, maar ook met de samenleving. 

 

Logtenberg vertelt over de vrees dat het wiel bij kamerleden telkens opnieuw moet worden uitgevonden door het gebrek aan historische kennis en de hoop op een herwaardering van het ambtelijk vak.

 

Wille sluit zich aan bij Logtenberg. Ze kijkt naar het vergezicht. Het ambtelijk vakmanschap is niet per se slechter geworden, maar de context waarin ambtenaren opereren is lastiger geworden. Dit roept de vraag op waar we politiek gezien zitten in 2030.

 

Koolmees geeft aan dat je geen goede ambtenaar bent als je leidraden nodig hebt voor ambtelijke ongehoorzaamheid.

 

Lammers vertelt dat ze trots is om de samenleving te mogen dienen. Ze gunt het iedereen om zichzelf te blijven ontwikkelen.

 

Hieronder kan de volledige opname van het debat worden teruggekeken. In Reuring!Café brengen wij ambtenaren, betrokken burgers, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Publiek Leiderschap bij de Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de VOM, was tijdens deze editie weer onze debatleider. De host was Maarten Schurink (secretaris-generaal ministerie van BZK). 

De bankgasten van de Reuring!Café waren:

  • Wouter Koolmees (president directeur NS en daarvoor minister en ambtenaar)
  • Anchrit Wille (bijzonder hoogleraar transities in de publieke sector, universiteit
    Leiden)
  • Hugo Logtenberg (journalist NRC)
  • Kristel Lammers (directeur Nationaal Programma Regionale Energie Strategie)